I I—6— het standpunt van het ministerie en de gemeente steeds is geweest dat het formeel onmogelijk was in deze kosten subsidie te verlenen wordt nu voorgesteld deze kosten voor 1983 wel "te subsidiëren. In het voorstel staat dat deze tydelijke oplossing kan gelden totdat een definitieve oplossing is gevonden, waarbij de voor- en nadelen van een lokale voorziening moeten worden afgezet tegen die van een regionale voorziening. Wy hebben derhalve de volgende vragen: Op welke termijn vinden deze overwegingen plaats? Wanneer denkt de P.B.-Stichting zelf een oplossing gevonden te hebben voor het co ördinatieprobleem? Heeft er overleg plaatsgevonden waarop in de brief van de P.B.-Stichting van 24 februari gewezen wordt? Is by dit overleg de P.B.-Stichting te kennen gegeven dat de extra sa lariskosten in 1985 bezuinigd dienen te worden by de sector sociaal- cultureel werk van de P.B.-Stichting, aldus de laatste vraag van de heer Luijkx. De heer EHMEN zei, reagerend op het betoog van de heer Gabriels, dat de raad wel degelijk een eigen beleid kan bepalen binnen het kader door de regering gesteld# Dit betekent wel dat eigen prio riteiten kunnen worden gesteld. Toen wij hebben gepleit voor een extra maatschappelijk werker haalden wij geen meerderheid in deze raad. Hier hebben wij ons democratisch bij neergelegd. De eigen nu ances met een eigen gezicht in deze raad brengen wy zelf aan. De heer JASPERS: Akkoord met het voorstel. Ik stel voor de Welzijns- commissie zo spoedig mogelijk uit te breiden met minstens één lid van elke raadsfractie. Dat zal heel wat vragen en discussies in deze raad besparen. De heer VAN MIERT: Het bevreemdt ons dat wij medio 1983 een begroting moeten vaststellen voor een jaar dat al voor de helft voorby is. Dit agendapunt is voor ons een wassen neus. Voor diverse opgestarte activiteiten zijn immers reeds gelden gevoteerd, zodat correcties achteraf niet meer mogelijk zijn. Onze opmerking is zuiver van pro cedurele aard. Wij vinden dit 'het paard achter de wagen spannen'. Begrotingen moeten ruimschoots op tijd ingediend worden, zodat ook inhoudelijk een zinvolle discussie kan plaatsvinden. De heer VROEGRIJK: Ik sta achter de mening van de heer van Ginneken. Het rapport van de V.N.G. dient in grote mate gevolgd te worden. VOORZITTER: Ik ga hier niet in op het betoog van de heer Gabriels en de reacties daarop van andere raadsgroeperingen, maar ik wil me strikt houden aan de behandeling van het onderhavige agendapunt. Het voorstel geeft duidelyk aan dat het gemeentebeleid er op is gericht dat waar van regeringswege bezuinigingen worden opgelegd d^e op diezelfde sectoren worden afgewenteld. Geconstateerd is o- verigens wel dat ook de Vrye Lijst cfee mening is toegedaan. Ten aanzien van de opmerkingen van de R.V.P. moge ik opmerken dat het momenteel niet mogelijk is verder op de personeelskosten te be zuinigen. Voor de extra salariskosten geldt dat de stichting daar voor zelf verantwoordelijk is. Wij gedogen slechts de situatie en willen daarvoor in feite financieel niet opdraaien. Dat nu toch subsidie wordt verleend in de kosten heeft te maken met het feit dat de opzet van de begrotihg sociaal-cultureel werk is ge wijzigd. Derhalve stellen wij ook voor deze extra kosten te bezui nigen by het sociaal-cultureel werk van de stichting. Bovendien wordt de opengevallen directie van de instelling volwaardig waar genomen. Inderdaad zijn ons op dit moment weinig klachten bekend over het functioneren van het A.M.W. na de beslissing over het O.B.S.-maat- schappelijk werkv Men experimenteert nu met 3 forma tieplaatsen. Wel heeft het P.S.S.C. St. Willebrord ons medegedeeld dat de situatie in St. Willebrord-Zuid onhoudbaar is geworden. Het gaat het P.S.S.C. echter om een verschuiving van het aantal spreek uren van De Lanteern naar Den Berg. Dit is echter een zaak van het A.M.W. Volgens ons College maakt het in principe niets uit op welke

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 69