-8- gezondheidsdienst mede geschied in het licht van de verwachting dat het voor onze gemeente goedkoper zou worden. Het zal duidelijk zijn dat het besluit van de raad mede beinvloed is door deze gunstige ver-» wachting. Wie schetst onze verbazing dat reeds een half jaar na dit besluit de kosten sterk voor onze gemeente zullen toenemen. Was in december dan niet te voorzien dat een en ander sterk kostenverhogend zou uitwerken? Een normale trendmatige verhoging zou nog enigszins acceptabel zijn maar een stijging van 13»5% liegt er niet om. Logisch redenerend zou een gemeenschappelijke regeling- doordat er dan efficiënter kan worden gewerkt- kostenbesparend moeten zijn.Ech- ter, zoals met zovele gemeenschappelikke regelingen, schijnt ook deze regeling met alle logica te spotten. Het directe gevolg hiervan is dat er weer een "financieel gat" van ƒ.36.000,= in de gemeentebegro ting is geschoten. Dit valt voor het CDA steeds moeilijker te accep teren. Voorts moet ons van het hart, aldus de heer Ermen, dat wij ons geheel niet kunnen verenigen met het standpunt van het dagelijks be- stuur van het streekgewest op het punt van overname van de wachtgeld lasten van ons instituut gemeentearts.Wij stellen ons op het stand punt dat de nieuwe regeling alle lusten en lasten overneemt van de oude regelingen: niets meer maar beslist ook niets minder. Daarom achten wij de stellingname van het college, zoals verwoord in het voorstel, te voorzichtig geformuleerd. Het CDA is van oordeel dat de gewestraad zich positief en eenduidig dient uit te spreken over deze overname van wachtgeldlasten. Daarom houdt het CDA,in afwachting van het antwoord van het college op het gestelde, haar standpunt inzake de ontwerpbegroting van de gewestelijke gezondheidsdienst,nog in be raad. A«SchIJVEN: Het opstarten van de gewestelijke gezondheidsdienst moet door kunnen gaan.Wij gaan akkoord met de door het college naar voren gebrachte bezwaren, die niet het karakter dragen van een formeel be zwaar. Wel verwachten wij ook dat de wachtgeldlasten overgenomen gaan worden door de gewestelijke gezondheidsdienst. Is de afkoopsom van de wachtgeldlasten al bekend, zo vroeg dit raadslid. C. de SMIDT: Algemeen Belang heeft bedenkingen tegen de meerkosten van ƒ.36.000,=. De gewestelijke gezondheidsdienst gaat in 1983 ƒ.262.468,= kosten. De geraamde kosten waren 233.593,=. Een stijging derhalve van 28.875»=« Was deze kostenstijging niet te voorzien? De heer Jonkers uit Wouw, voormalig portefeuillehouder van volksgezond heid van het streekgewest, kon de plotselinge verhoging ook niet be grijpen. Kan op deze dienst niet bezuinigd worden, zo vroeg de heer de Smidt zich af. Is er rijkssubsidie te verwachten ter verlichting van de lasten voor de gemeenten en welke maatregelen kunnen getroffen worden wanneer het gewest de wachtgeldlastermiet ten laste van de ge zondheidsdienst wenst te brengen? WETHOUDER BROUWERS: De kostenstijging wordt voornamelijk veroorzaakt 1 door de onderdelen: geneeskundig schooltoezicht en bijzondere school- gymnastiek.De kosten van deze onderdelen worden geraamd op ƒ.7,60 per inwoner. Voor 1982 was dat ƒ.6,61. Dat geeft een stijging van 20.000,=. De voortzetting van het onderzoek op baarmoederhals- kanker- door deze raad goedgekeurd - geeft een stijging van ƒ.0,50 per inwoner, wat neerkomt op een stijging van ƒ.10.000,=, totaal dus 30.000,=. De resterende ƒ.6000,komen voor rekening van de trend matige aanpassingen. In overleg met de vijf andere gemeenten,die erbij zijn betrokken,is ten aanzien van de overname van de wachtgeldlasten instituut gemeente arts, gekozen voor de formulering zoals in ons voorstel staat ver woord. Het streekgewest zal in de voorbereidingskosten gewestelijke gezondheidsdienst een éénmalige rijkssubsidie ontvangen van 7»= per inwoner ofwel ƒ.1,3 miljoen. Daarnaast is een structurele bij drage toegezegd van ƒ.3»- per inwoner Wij zullen bij het streekge west aandringen deze gelden aan te wenden voor de overname van de wachtgeldlasten van de gemeenteartsen. De bedragen hiervoor weergege ven en genoemd in de portefeuillehoudersvergadering, noem ik wel met enige voorzichtigheid, aldus wethouder Brouwers.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 57