-6- taties moeten door het streekgewest steeds schriftelijk onderbouwd worden.De mogelijkheid van mondelinge toelichting is bij de gewest raad veel minder aanwezig dan bijvoorbeeld bij de gemeenteraad. De heer van Miert vroeg dan ook de kritiek door het college geuit in de nota terug te nemen. P.VROEGRIJK: Het financiële beleid zal op soberheid gericht moeten zijn.Onderdeel hiervan kan zijn: matiging van presentiegelden. Elke vergadering van de gewestraad kost 7500,= aan presentiegeld. Per jaar is dat ƒ.30.000,=. Het hoeft geen pro deo zaak te zijn maar enige matiging is wel op zijn plaats. Meerdere vertegenwoordigers in het streekgewest zijn deze mening ook toegedaan. Het function- eren van het streekgewest gaat inderdaad gepaard met een grote hoeveelheid papier en een veelheid aan vergaderingen. De heer Vroegrijk uitte zijn waardering aan het adres van het col lege voor de uitspraken in de nota verwoord. VOORZITTER: Het college onderschrijft de doelmatigheid waarover de heren Schij ven en Vissenberg hebben gesproken. Tijdens een dezer dagen gehou den vergadering werd door verschillende burgemeesters ingestemd met de kritiek die Rucphen heeft geuit. De kanttekening van de heer Er— men: "ze zullen er niet wakker van liggen" is dus niet helemaal juist, Het is geen kritiek op de ambtenaren van het streekgewest die ook naar de mening van het college zeer hard werken. Het is meer kritiek op de bestuurders en op onszelf. Wij moeten ons de vraag stellen of er zoveel vergaderd moet worden en of wij daaraan zoveel papier moeten besteden. Kan het niet wat efficiënter Deze vraag moeten wij ons overigens voortdurend stellen. Niet de ambtenaren maar de bestuurders zijn in deze verantwoordelijk. De matiging in de presentiegelden, waarover de heer Vroegrijk sprak, zal het gewest zich ter harte moeten nemen. De vraag kan gesteld worden, nu het toch een belangenbehartiging betreft, of volstaan kan worden met een onkostenvergoeding. De vertegenwoordigers in de ge westraad zouden deze gedachte mee kunnen nemen,aldus de voorzitter. Het stadsgewest Breda heeft niet dezelfde taken als het streekge west. Het streekgewest function: eert als overlegorgaan in de licht ste zin die denkbaar is. Het stadsgewest daarentegen is een heel zware regeling met meer taken op het terrein van de ruimtelijke or dening, economische zaken,volkshuisvesting en milieu. Deze zwaardere organisatievorm en uitgebreidere taakomschrijving vereiseneen belang rijk groter apparaat dan het streekgewest. Wij zijn echt niet uit op een vierde bestuurslaag maar beogen alleen meer doelmatigheid en groter bestuurskracht van de gezamoiijke ge meenten, zonder te veel papier en te veel vergaderingen» Wij zijn niet bereid onze kritiek in te trekken. Het is echt niet bedoeld als een verwijt aan het streekgewest maar als een aansporing van alle betrokkenen om zo te werken dat in deze tijd van bezuini gingen het verantwoord blijft gemeentelijke middelen te laten toe vloeien aan het streekgewest. Enkele passages aanhalend uit het rapport van het streekgewest be treffende de organisatorische bezetting van het secretariaat conclu deerde de voorzitter dat de uitvoering van het programma 1984 voor alsnog mogelijk is zonder structurele uitbreiding van de personeels bezetting. Mocht dit niet mogelijk zijn dan zal nader beraad noodza kelijk zijn tussen streekgewest en gemeenten. H.v.MIERT: Ik ben blij dat de kritiek op de ambtenaren nu wel wat is afgezwakt. Het betreft dus meer de bestuurders. J.ERMEN: Wanneer in 1984 taakuitbreidingen van het gewest komen zul len er toch prioriteiten gesteld moeten worden. Elke gemeenschappe lijke regeling brengt extra kosten met zich mee hoewel men in feite mag verwachten dat, waar krachten worden gebundeld, efficiënter wer ken mogelijk moet zijn. Overigens zijn wij, aldus de heer Ermen, met de heer van Miert tegen een vierde bestuurslaag, wel voor ver lengd lokaal bestuur. De raad verklaarde zich hierna akkoord met de nota.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 55