Gewestelyk overleg platform werkgele- Senheidsbeleid grond de toegang tot de openbare weg kan worden ontzegd, dus ook wanneer het de openbare wegen in de Rucphense bossen betreft. Omwil le van de juridische aspecten is het niet zinvol een ruiterbewijs verplicht te gaan stellen, aldus de voorzitter. Vervolgens stemde de raad in met het voorstel. Nota over de vorming van een gewestelijk overlegplatform voor werkge legenheidsbeleid De heer GABRIELS: Alle aandacht moet worden geschonken aan het terug dringen van het werkloosheidspercentage in onze gemeente. By onze vertegenwoordiging in het overlegplatform zal daarmede terdege reke ning moeten worden gehouden. De heer VAN GINNEKEN: Ook ik wil pleiten voor een sterke vertegen woordiging van onze gemeente. De heer DE SMIDT: Wy zyn akkoord met het voorstel dat de taak tot het instellen en begeleiden van een gewestelijk platform voor werk gelegenheidsbeleid aan het Streekgewest wordt toevertrouwd. Het is van het grootste belang dat Rucphen zitting neemt in dit platform. De heer ERMEN: Het accent hierbij kan niet anders liggen dan op het terrein van het sociale werkgelegenheidsbeleid, waarvan de verant woordelijkheid voor de uitvoering ervan bij de gemeentebesturen blijft liggen. Wij staan er pertinent op dat Rucphen in dit platform recht streeks is vertegenwoordigd door een politieke verantwoordelijke en niet alleen door representatie in de ambtelijke werkgroep. Het C.D.A. is bly dat een van haar partijgenoten in Hoeven deze mening deelt. Gelet op de hoge werkloosheid in onze gemeente vinden wij 'het aan de beurt zyn van Hoeven' een zwak argument. Een directe betrokken heid van de gemeente Rucphen blijft uitgangspunt van het C.D.A. De heer JASPERS: Iedereen zégt dat hij akkoord gaat. Ik neem aan dat iemand die niet uitdrukkelijk zégt dat hy 'akkoord gaat,óók akkoord gaai De heer VROEGRIJK: Ik ben geschrokken van het hoge percentage werk lozen van 43% in onze gemeente. Voor zo'n bijzondere 'noodsituatie' zouden speciale regels moeten bestaan. Voor de gemeente zijn er niet veel mogelijkheden. Alleen het bevorderen van de werkgelegenheid via werkverruimende maatregelen, vrijwilligerswerk met behoud van uitke ring en het opzetten van werkobjecten. Het is een goede zaak dat ge streefd wordt naar een goede bereikbaarheid van de bedrijventerreinen, maar ook dat de realisering van het bedrijventerreintje aan de Brem- straat bevorderd wordt. Kleinschalige bedrijven hebben heden ten dage nog de beste bestaansmogelykheden. Daar moet op ingespeeld worden. De heer VAN MIERT: Mijn zienswyze heb ik verwoord in de Commissie Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken. Samenwerking op sociaal gebied is erg goed, doch even, zo niet: meer belangrijk is een commer ciële samenwerking. VOORZITTER: De heer van Miert kent het standpunt van het College en hij weet dat we het niet met hem eens zijn. Gelet op de hoge werkloosheid in onze gemeente, is rechtstreekse vertegenwoordiging van onze gemeente in het overlegplatform, zoals vele raadsleden hebben bepleit, een duidelijke zaak. Ook de heer Brands, (P.v.d.A.-)wethouder van Hoeven, vindt een vertegenwoordi ging van Rucphen een reële zaak. Dat die vertegenwoordiging persé een politieke moet zijn valt nog te bezien. Er zal hierover nog nader overleg zijn. De nadruk zal in hoofdzaak gelegd worden op de sociale aspecten van de werkgelegenheid en niet op het promotie- en acquisi tiebeleid. Dit beleid zal de gemeente in eigen hand houden, overeen komstig de uitspraak van de raad. De heer ERMEN: Ik wil stringent vasthouden aan een rechtstreekse, zy het dan niet direct politieke verantwoordelijke. Anders heeft zo'n vertegenwoordiging geen zin, VOORZITTER: Uit alle gesprekken blijkt toch wel heel sterk de grote zorg voor het werkloosheidsprobleem in onze gemeente. Hierna stemde de raad in met het voorstel.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 42