-12- stellen van een ombuigingscommissie. Deze heeft als taak de gemeen tebegroting 1983 aan te passen in verband met de koiting op de alge mene uitkering uit het gemeentefonds. In deze raadsvergadering worden we geconfronteerd met een aantal, extra financiële tegenvallers: 1ca. ƒ65.000,ten aanzien van het Woonwagenschap Westelijk Noord- Brabant 2. ca. ƒ7.000,= ten aanzien van de voortzetting van het be volkingsonderzoek op de baarmoederhalskanker. Hierbij laten we de mogelijke extra-kosten van leerlingenvervoer ex artikel 13 van de La ger Onderwijswet nog maar buiten beschouwing. Het C.D.A. is er voorstander van dat de twee genoemde extra bezuini gingen meegenomen worden in de taak van de voorgenoemde ombuigings commissie. Graag vernemen wij Uw standpunt in deze, aldus de heer Er- men. De heer VAN MIERT: Het C.D.A. en de V.V.D. zijn de vorige raadsverga dering wat dieper ingegaan op de problematiek van de aanpassing van de gemeentebegroting. De beantwoording in deze door de voorzitter was echter niet geheel tot onze tevredenheid. Daarom vragen wij IJ te komen met een "voorjaarsnota", bedoeld als een eerste wijziging en nieuw discussiestuk op de gemeentebegroting. Aan het C.D.A. heeft U medegedeeld dat een meerjarenplanning op korte termijn niet te reali seren is. Ons inziens rede lijk, gezien de onderbezetting van de afd. Financiën. Onze raad heeft echter wel behoefte aan een planning met ombuigingsvoorstellen op korte tennijn. Vandaar ook ons verzoek om over enkele maanden te komen met de nb. door ons gevraagde voorjaars nota. VOORZITTER: Het C.D.A. noemt een aantal extra financiële tegenvallers (aanvullende bijdrage Woonwagenschap, voortzetting bevolkingsonder zoek baarmoederhalskanker, vervoerskosten ex artikel 13 L.0. Wet) waarmee de gemeente wordt geconfronteerd en is er voorstanderVcfeze mee te nemen in de taak van de ingestelde ombuigingscommissie. Ook de V.V.D. uit haar bezorgdheid over de gemeentelijke financiën en stelt zelfs voor om, in navolging van het Rijk, te komen met een zgn. voorjaarsnota, waarin de nodige ombuigingsvoorstellen zijn ver werkt. Ter beantwoording van hetgeen door de beide raadsleden is op gemerkt wil ik allereerst opmerken dat ook wy de grootste moeite heb ben met het feit dat de deelnemende gemeenten nog zullen moeten op draaien voor een aantal kosten van het Woonwagenschap over vooraf gaande jaren, welke het Rijk niet in aanmerking neemt voor het toe kennen van een rijksbijdrage. Het algemeen bestuur van het Woonwagen schap zal zich in de eerstvolgende vergadering over deze financiële problematiek beraden. Mocht over de voorafgaande jaren geen hogere rijksbijdrage meer worden verkregen dan betekent dit naar onze mening wel dat de deelnemende gemeenten zullen worden aangesproken voor het tekort en op grond van artikel 240 van de Gemeentewet verplicht zijn deze uitgaven op de begroting te brengen. Overigens drukken deze kos ten over voorafgaande jaren niet op de lopende begroting, doch komen deze kosten ten laste van de saldi-reserve^ welke gevormd wordt door de batige sloten van de gewone dienst van rekening over vorige dienst jaren. De ingestelde ombuigingscommissie komt een dezer dagen bijeen. Dat het voor deze commissie geen eenvoudige taak zal worden spreekt vanzelf als men bedenkt dat de korting op de uitkering uit het gemeentefonds dit jaar rond ƒ270.000,= bedraagt en er voor de jaren 1984 tot en met 1986 dezelfde of nog grotere kortingen op stapel staan. Belangrijk is het daarom te komen tot structurele bezuinigingen. Zodra het onder zoek door deze commissie is afgerond zullen de resultaten daarvan aan Uw raad worden bekend gemaakt door middel van een voorstel tot aan passing van de gemeentebegroting, aldus de voorzitter.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 24