-9-
onderwijs worden niet meer opgehaald en thuisgebracht, maar moeten
met het openbaar vervoer naar school. In onze begroting 1983 is voor
dit vervoer een bedrag geraamd van /86.744f=« Het C.D.A. legt IJ dan
ook de volgende vragen voor: 1. Onze fractie meent dat de bestaande
regeling gehandhaafd dient te worden. Deelt Uw College deze mening?
2. Is Uw College bereid aan te geven welke de indirecte financiële
consequenties zyn van de handhaving van de regeling? 3* Is Uw College
bereid aan te geven welke de financiële bijdrage zal zijn van de z.g.
deelnemende buitengemeenten of is deze regeling niet van toepassing?
Wethouder BROUWERSTen aanzien van de vraag van de heer van Ginneken
het volgende: Als gesteld wordt: "De bezuiniging op de vervoerskosten
is een maatregel welke direct de zwakste uit onze samenleving treft,
nl. de gehandicapte mens" en "Wij zijn van mening dat vooral aangepast
vervoer voor deze leerlingen ten laste van de gemeenschap moet komen"
dan kan daarop worden geantwoord dat daar waar aangepast vervoer nood-
zakeHiJc is er ook mogelijkheden liggen voor aangepast vervoer en dat
de hieraan verbonden kosten, onder bepaalde voorwaarden, door de o-
verheid zullen worden gedragen.
Nu de nadruk komt te liggen op het openbaar vervoeI5wiin geval tot ge
val worden bezien waar de mogelijkheden en onmogelijkheden liggen. Ook
wij zyn er ons van bewust dat de plaatselijke vervoerders van de nieu
we maatregelen schadelijke gevolgen zullen ondervinden; deze zijn ech
ter niet te voorkomen, daar de huidige regeling niet gehandhaafd kan
blyven. Door middel van demonstratives, protestbrieven en -bijeenkom
sten is de minister in de afgelopen*8!! op verschillende wijzen duide
lijk gemaakt, dat er sprake is van wat U aanduidt met "onrechtvaardig
heid".
Uw laatste opmerking "dat er andere vervoersvoorzieningen zyn waar
ruim gebruik van wordt gemaakt en dat die kosten nog buiten schot
zijn gebleven" is hier niet ter zake doende. Deze voorzieningen zul
len in de nabije toekomst wel kritisch bekeken worden.
Ten aanzien van de vraag van het C.D.A. betreffende de vergoeding
van de vervoerskosten het volgende: De aanhef van de vraagstelling is al
volgt: "Zoals bekend mag worden verondersteld heeft de staatssecre
taris van 0. en W. te kennen gegeven dat de leerlingen van het bui
tengewoon onderwijs niet meer opgehaald en thuisgebracht zouden moe
ten worden, maar dat ze met het openbaar vervoer naar school moeten."
Dat is niet helemaal juist, daar er in de betreffende circulaire nog
verschillende gevallen worden genoemd, waarin met z.g. aangepast ver
voer kan worden gereden en waarin de kosten van dit aangepast ver-
voer ook aan de gemeente zullen worden vergoed, op de wijze zoals dat
tot nu toe gebruikelijk was (80%). Helaas zal er echter ook veel moe
ten veranderen, daar het openbaar vervoer in het algemeen op het eer
ste plan zal komen te staan. Het zal daarom onoverkomelijk zijn dat er
onaangename en pijnlijke situaties gaan ontstaan, doch het is en blijft
onze grootste zorg om voor diegenen, die thans van de faciliteiten.;
gebruik maken, een zo gunstig mogelijke regeling te treffen.
Het genoemde bedrag uit de begroting 1983 van ƒ86.744,= is niet alles.
Genoemd bedrag betreft alleen het vervoer van kinderen uit onze ge
meente naar m.l.k.-scholen, zoals de H. Hartschool te St. Willebrord
en de Tarcisius-, Agnes-en De Bogerd-school te Roosendaal. Daarnaast
staat op post 380.00 wegens vergoeding vervoerskosten nog een bedrag
geraamd van ƒ170.000,=, waarop worden verantwoord de vervoerskosten
naar scholen met andere vormen van buitengewoon onderwijs in Roosen
daal, Breda, Klundert, St. Michielsgestel, alsmede naar basisscholen
in andere gemeenten.
De vraagstelling was: Het C.D.A. van de gemeente Rucphen is van oor
deel dat de bestaande regeling gehandhaafd dient te worden. Deelt Uw
College deze mening? Het College deelt deze mening niet, omdat de be
staande regeling gewoon niet gehandhaafd kan worden in verband met de
nieuwe voorschriften. In dit verband moge opnieuw worden gesteld dat