IX Verordening keu
ringsdienst van
slachtdieren en
vlees.
X Akkoordverklaring
begrotingswijziginger
Streekgewest.
XI Wijziging gemeen
schappelijke rege
ling Woonwagen
schap.
cigle consequenties hebben voor de deelnemende gemeenten. Kan deze
opmerking worden meegenomen by een van de komende vergaderingen met
de bestuursacademie?
De heer VROEGRIJK: Welke openbare lichamen worden bedoeld naast het
stads- en streekgewest?
VOORZITTER: Dank voor de bijval van de heer Schijven. Ook de heer van
Miert stemt in. Wij stellen het zeer op prijs dat door onze ambtenaren
wordt gestudeerd. Daar is inderdaad doorzettingsvermogen voor nodig,
ondanks het feit dat de opleidingeir?ïcu&nen worden gevolgd en de kosten
ervan voor rekening van de gemeente worden genomen. Niet alleen het
feit dat men studeert zal evenwel mogelijkheden tot bevordering geven.
Ook de mensen die op voortreffelijke wijze hun werk doen, zonder dat
zij van de studiemogelijkheden gebruik maken, moeten beloond kunnen
worden. Niet altijd is alleen de studie zaligmakend.
De vraagtekens die de heer van Miert plaatst ten aanzien van het be
stuurlijk apparaat zullen wy bij gelegenheid ter kennis van de andere
gemeenten en instanties brengen.
Naast stads- en streekgewest worden openbare lichamen bedoeld als
de Agglomeratie Eindhoven, waterschappen en andere samenwerkingsver-
banden^fantwoordde de voorzitter op de vraag van de heer Vroegrijk.
Vervolgens hechtte de raad zijn goedkeuring aan het voorstel.
Voorstel tot wijziging van de Verordening op de keuringsdienst van
slachtdieren en van vlees in de gemeente Rucphen.
Zonder verdere discussie verklaarde de raad zich akkoord met het voor
stel.
Voorstel tot akkoordverklaring met de 3e t/m 5e wijziging van de
begroting 1982 en de 2e en 3e wijziging van de begroting 1983 van
het 9reekgewest Westelijk Noord-Brabant.
De heer SCHIJVEN: Wij zijn niet akkoord met het gegeven dat het posi
tief saldo toegevoegd wordt (5e wijziging 1982 en 2e wyziging 1983)
aan de algemene bestemmingsreserve. Dat kan beter terugvloeien naar
de gemeenten.
De heer ERMEN: We ondersteunen het voorstel van de heer Schijven. Bij
de komende gewestraadsvergadering van 21 maart 1983 zal dit punt na
der aan de orde moeten worden gesteld.
VOORZITTER: Het College deelt de mening dat een en ander bekeken zal
moeten worden in de gewestraad. Dit speelt bij meer gemeenten.
De raad verklaarde zich ermee akkoord dat de hier geuite wensen door
de raadsleden die in de gewestraad zitting hebben in de eerstkomende
vergadering ter tafel worden gebracht.
Hierna gaf de raad zyn fiat aan het voorstel.
Voorstel tot instemming met wijziging van de gemeenschappelijke regeling
Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant,
De heer LUIJKX: Wy geven het College in overweging de mogelijkheid van
eerder uittreden uit de gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap te
bezien. Zeker nu er sprake is van een beperkte taak die alleen nog
maar het bouwen van woonwagenstandplaatsen betreft.
De heer VAN GINNEKEN: Het prae-advies gaat ervan uit dat de wijziging
van de gemeenschappelijke regeling een verdere stap is in het proces
van afbouw van het Woonwagenschap. Welke stappen moeten er nu nog
worden genomen om deze gemeenschappelijke regeling geheel op te heffen?
Al in eerder stadium is aangedrongen op opheffing van dit schap. Nu
dit schap zich beperkt tot een soort bouwcorporatie van woonwagenstand
plaatsen is langere deelname van onze gemeente zeker niet meer nood
zakelijk. Wat zijn de consequenties by vroegtijdig uittreden?