"t; r^tttendLrbekend en zuiien de
-27-
emeen Belang
ziekonderwi js)
st Vroegrijk
ziekgezelschappen)
enieen Belang
A.
,D.
c.w. en jeugd-
rkloosheid)
D,
LA.!)
tematisch
luinigen)
A.B. wil de subsidiëring van het muziekonderwijs onder de
oep nemen. In het plan zullen wij ook tn.b.t. de werkvorm
kunstzinnige vorming verstrekkende-beleidsvoornemens presenteren.
De door A.B. gedane suggesties zullen wij in dat licht bezien.
De opmerkingen van de R.V.P. over de rentelasten van de
Wij bevestigen dat vanaf 1931 de SOlfflO-adviezenniet meer zijn
overgenomen voor „at betreft de verhoging van deze normen.
Dit past in het algemeen subsidiebeleid, dat na deze datum
geen enkele aanpassing naar boven heeft toegestaan.
Door de fracties A.B.C.D.A. en V.V.D. is gespreken over de
jeugdwerkloosheid in relatie met het ontzien van onze gemeente
met betrekking tot een korting van 20?S op de rijksbijdrage
sociaal-cultureel werk. 160.000,
Het is een misverstand te denken dat dit geld vrijkomt,
zoals de WD suggereert, voor oa., leerlingbouwplaatsen.
Dit bedrag is geen hieuw geld», maar zijn middelen die al jaren
erankerd zijn binnen de sociaal-culturele sector. We ontkomen
alleen maar aan een flinke aanslag op deze middelen. V/el
geeft het niet van toepassing zijn van deze korting het
d®.Selden voo:r net sociaal-cultureel werk middels
p ïori.eitstellmg in deze richting dient te worden aangewend,
in het sociaal-cultureel plan zullen wij dan ook binnen de
totale niet-actievenproblematiek voor de gevolgen van de
jeugdwerkloosheid bij voorrang beleidsmatige aandacht vragen.
Het ontwerpplan opvang niet werkenden zullen wij ook in dit
kader bezien.
Wij zijn geen voorstander van het hanteren van bepaalde
sector*9^ i a".a°orvoererl van bezuinigingen in de welzijns
sector, zoals dat door de V.V.D. is aangegeven.
/<1J zien er meer heil in om per sector via de nodige prio
riteiten he. beleid bij te stellen. Zorg, educatie en recre
atie zijn zeer brede begrippen. Binnen elk van deze sectoren
zijn er bezuinigingen mogelijk, doch wij willen ons op dit
moment daarom niet vastleggen op niet-onderbouwde percentages.
De volgorde die U hebt aangegeven kunnen wij (zonder de per-
centagesj wel m grote lijnen onderschrijven.
3Bi bl i o t he el: we rk
De.:R'!:P: kunnen bevestigen, dat wij de korting op de
rijksbijdrage voor het bibliotheekwerk, in principe niet
naast ons neer kunnen leggen.
Dit steunt op het door uw raad meermalen bevestigde beleid
inzake de handelswijze bij rijksombuigingen.
U stelt, het daarmee niet eens te zijn vanwege de hoge
prioriteit die U het bibliotheekwerk toekent. V/ij zullen
trachten in overleg met het bibliotheekbestuur de nodige
bezuinigingen tot stand te brengen. 2r heeft reeds een eerste
gesprek plaatsgevonden. In dit geval biedt het rijk de ge
meenten een zg. helpende hand, omdat de gemeenten de (beleids)
bevoegdheid krijgen om contributies en leengelden vast te stel
len. Het past dus in de visie om een versterkte toepassing
van het profijtbeginsel door de lagere overheden.
V/ij komen daarop terug bij de behandeling van de bibliotheek
begroting.