I«2=
In aansluiting hierop diende de heer SCHIJVEN de volgende motie in:
"De raad van de gemeente Rucphen, in vergadering bijeen op 13 december
1983, overwegende, dat de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruim
telijke Ordening en Milieubeheer onlangs 95 miljoen gulden voor extra
werkgelegenheid in de bouw over de provincies heeft verdeeld; dat van
dit bedrag 8 miljoen gulden is bestemd voor de provincie Noord—Brabant
constaterende, dat aan de besteding van het geld speciale voorwaarden
worden gesteld om de werkgelegenheid daadwerkelijk te vergroten; dat
pet project 70langdurig (minstens 1 jaar) werklozen moeten worden
ingezet;
voorts constaterende, dat in de gemeente Rucphen 40 van de afhan
kelijke beroepsbevolking langdurig werkloos is; dat zo'n 70 hiervan
werkloos bouwvakker is;
van mening, dat derhalve Rucphen aan alle voorwaarden voldoet om in
aanmerking te komen voor een deel van dit geld;
verzoekt het college van burgemeester en wethouders in overleg te
treden met de provinciale overheid teneinde te bewerkstelligen dat
Rucphen in aanmerking zal worden gebracht voor een aanmerkelijk deel
van dit extra werkgelegenheidsgeld voor de bouw".
De heer GABRIELS: Graag ondersteun ik deze motie. Het rapport 'Rucphen
onder dak' heeft evenwel nog niet veel opgeleverd»
De heer ERMEN: Het C.D.A. steunt de motie ook. Ook gaan we akkoord
met de inschakeling van het E.T.I.N., als aanzet voor een duidelijker
opzet van het werkgelegenheidsbeleid. Wij zijn voorstander, zoals ook
bij de algemene beschouwingen reeds verwoord, van een apart werkgele-
genheidsfonds. Dit kan nog uit de algemene middelen 1983- Een reser-
veringspost daarvoor ontbreekt nog in de begroting.
De heer VAN MIERT: Ik schaar me ook achter de motie. Ten aanzien
van het voorstel wil ïk zeggen dat alle mogelijkheden die de werkgele
genheid bevorderen benut moeten worden. Ik verwijs daarbij naar de
E.T.I.N.-uitgave n° 5» Verder wil ik pleiten voor goede contacten
met middenstand en bedrijven. Het antwoord terzake bij de algemene be
schouwingen wacht ik met belangstelling af. Soepelheid zal ook betracht
moeten worden ten aanzien van het verlenen van hinderwetvergunningen
voor uitbreiding van bestaande bedrijven en vestiging van nieuwe bedrij
ven.
VOORZITTER: Binnen de beperkte mogelijkheden willen we echt iets aan
de werkgelegenheid doen. Het ETIN-rapport kan een aanzet geven. We ne
men graag de motie van de heer Schijven, ondersteund door alle raads
fracties, over en zullen deze ter kennis brengen bij de bevoegde instan
ties. We hopen dat een groot deel van de uitgetrokken gelden in West-
Brabant, waaronder ook uiteraard Rucphen, waar we met een uitzonderlijk
hoge werkloosheid, vooral in de bouw, geconfronteerd worden, terecht
komt. Gelet op de hogere toewijzing van woningen/neeft men daar wel oog
voor.
Omtrent het werkgelegenheidsfonds als ook omtrent contacten met mid
denstand en bedrijven kom ik terug bij de algemene beschouwingen.
Het ETIN-rapport is inderdaad bedoeld om te komen tot uitbouw van het
werkgelegenheidsbeleid.
Bij toepassing van hinder- en milieuwetten gaat het om een afweging van
zaken. Wij proberen de bedrijven zo veel mogelijk te helpen, zonder dat
dit tot een onverantwoorde overlast van de burgers leidt.
Het rapport 'Rucphen onder dak' - waarop de heer Gabriels nog doelde -
wordt nog steeds gebruikt als uitgangspunt van beleid en wordt door
de provincie als richtlijn aanvaard. Ik hoop dat het ETIN-rapport een
zelfde effect zal hebben, aldus de voorzitter.
Vervolgens stemde de raad in met het voorstel.