-10- De heer ERMEN: Het een kan natuurlijk niet los gezien worden van het andere, maar alles overziende zal 1 augustus 1983 W©1 1 augustus 1984 worden, gelet op het feit dat verhuizing midden in een schooljaar veel bezwaren oplevert. Dit zal ook niet ten goede komen aan een spoedige realisering van het verzorgingstehuis. Een goed overleg in deze met de schoolbesturen is wel gewenst. Wethouder BROUWERS: Er is voldoende contact met Inspecteurs en schoolbesturen, maar we hebben niet alles in handen. De heer ERMEN: Behoeft de H. Hartschool ook nog aanpassing? Wethouder BROUWERS: Dit kan vermoedelijk met containerlokalen worden opgelost. De heer ERMEN: Wethouder Brouwers heeft het bestuur van de Werkgroep vrouwenwerk St. Willebrord toegezegd met deze over hun begroting op 17 januari een onderhoud te hebben. Wat zijn de resultaten van dit gesprek? Wethouder BROUWERS: Het onderhoud op 17 januari jl. is op verzoek van de vrouwenwerkgroep niet doorgegaan. Wel heeft een van de leden van deze groep my gisteren de begroting c.q. subsidie-aanvraag over handigd. De P.B.-Stichting heeft tot nu toe nog geen begroting ingediend voor het vrouwenwerk. Telefonisch is bevestigd dat dit deze week zal ge schieden. Daarby zal een verklaring afgegeven worden met betreding tot de gang van zaken tot nu toe. In ieder geval zal er overleg/zyh met de stichting over de positie van de vrouwenwerkgroep in het stichtingsgebeuren. De heer ERMEN: Het C.D.A. acht versterking van de sociaal-economische structuur en van de werkgelegenheid binnen onze gemeente van fundamen teel belang. Directe betrokkenheid van werkgevers en werknemers is onontbeerlijk om te kunnen inspelen vanuit onze gemeente op de moge lijkheden die de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij biedt. In dit kader achten wij het wenselijk dat er een overlegplatform wordt gecre- eerd waarin onder meer werkgevers en werknemers vertegenwoordigd zijn. VOORZITTER: Ook Burgemeester en Wethouders zijn van mening dat ver sterking van de sociaal-economische structuur en van de werkgelegen heid in onze gemeente van fundamenteel belang is. Ik heb de interim-directeur van de Brabantse Ontwikkelings Maatschap pij inmiddels gefeliciteerd met zijn benoeming en hem gevraagd op kor te termijn met hem kennis te mogen maken. Ik heb hem er daarbij op ge wezen, dat in dit kennismakingsgesprek ook de hoge werkloosheid in onze gemeente aan de orde zou kunnen komen, alsmede wat de gemeente Rucphen nog aan mogelijkheden heeft voor de vestiging van wat klein schalige bedrijven. Wy wachten zijn reactie af. Wij zyn bezig momenteel, waar mogelijk, nog wat kleinschalige bedrijven aan te trekken. Daarvoor is grond beschikbaar. Hedenmorgen kwam een bedrijf uit de randstad informeren naar een pand op het industrieter rein. Via het "één-loket—systeem" is betrokkene alle informatie ver strekt. Ook een ondernemer uit de omgeving heeft naar leegstaande panden op het industrieterrein geïnformeerd. Wij hebben betrokkene uitgenodigd voor een gesprek. U acht het wenselijk dat er binnen onze gemeente een overlegplatform wordt gecreëerd, waarin onder meer werkgevers en werknemers vertegen woordigd zyn, om de mogelijkheden tot het stimuleren van nieuwe bedrij vigheid op korte termijn te onderzoeken. Een dergelijk overleg van so ciale partners achten wy evenzeer wenselijk. Indien wij daaraan kunnen bijdragen, zullen wij de mogelijkheden daartoe gaarne in nadere overwe ging nemen. Een uitnodiging daartoe van de zijde van die sociale part ners wachten wij vooralsnog met belangstelling af. Ik wys U er op dat de P.N.V. afd. Rucphen aan de raad een nota "Werk lokaal" heeft toegezonden. Ik heb als voorzitter van de Commissie Ruimtelijke Ordening, aan wie de nota ock is toegezonden, geantwoord dat wij over allerlei constructieve zaken met het F.N.V. rig, 26 januari a.s.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 10