I en II Opening en
vaststelling van de
notulen#
Ingekomen stuk
ken en medede
lingen#
-1-
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
opdag 28 september
Voorzitter: Burgemeester W# du Chatinier
19c
Aanwezig: C.Brouwers(wethouder),J.Verpaalen(wethouder),C.v.Meel-Hermus
wethouder),L.Gabriëls,C.Vissenberg, J.Hoek, J.v.Ginneken, A. Schijven, A. Nuy-
ten, D. Luijkx, C #deSmidtJ .Ermen, A.KoningsARoksCv. Overveld, PVroegrijk
en H.v.Miert.
Afwezig met kennisgevingsM.Boeren en J.Jaspers.
Opening en vaststelling van de notulen.
De voorzitter opende de vergadering met gebed. Hierna stelde de raad
de notulen van de vergaderingen van 31 augustus 1982 en 7 september 1982
vast conform het ontwerp.
Ingekomen stukken en mededelingen
De heer VAN MIERT vroeg naar aanleiding van de ingekomen brief van Bouw
bedrijf de Rooy B.V. aan het gemeentebestuur alles in het werk te stellen
om tot zoveel mogelijk leerlingbouwplaatsen te komen. Deze zijn voor Rucphen
een dringende noodzaak, want daardoor kunnen we jeudige werklozen aan het
werk krijgen en zo tevens zorgen voor een gedegen vakopleiding. Daarnaast
zijn door deze opleiding deze mensen na twee jaar vakbekwame allround bouw
vakkers en kunnen zy derhaire elders veel gemakkelijker werk krijgen.
We moeten bedrijven die leerlingbouwplaatsen hebben helpen door byv.' te
zorgen dat voor die bedrijven de grondkosten niet te hoog oplopen. Deze
bedryven zouden bij aanbestedingen van grotere werken een voorrangsbehan
deling moeten krijgen, ondanks dat hun inschrjjfsom wat hoger zou uitvallen.
Een en ander zou ook bij de Woningstichting aangekaart moeten worden.
De heer ERMEN: Het C.D.A. gaat een heel stuk mee in de redenering van de
heer van Miert. Ik heb nog enkele opmerkingen. In de brief van Bouwbe
drijf de Rooy B.V. wordt gesproken over het feit dat het niet gaat over
echte leerlingbouwplaatsen. Wat wordt hier dan wel onder verstaan? Is
Uw College bereid in die richting positief te werken ten aanzien van het
aantal leerlingbouwplaatsen, zoals ook de heer van Miert heeft bepleit.
VOORZITTER: Het College heeft een wyziging van het reglement van orde in
voorbereiding. Bij ingekomen stukken stellen wij de wijze van afdoening van
deze stukken vast. Dat kan betekenen: Ter kennisneming; ter afdoening
in handen van het College van Burgemeester en Wethouders; het verzoek om
prae—advies van het College of verzoek om toevoeging als agendapunt voor
de raadsvergadering. Het is niet de bedoeling daarover uitgebreide discus
sies te houden. In het huidige reglement van orde bestaat deze mogelijk
heid nog wel.
De vragen van de heer van Miert en vooral van de heer Ermen leiden tot
een nadere nota of notitie van het College. Daaraan willen we graag vol
doen. Beter dan dat hier onvoorbereid over te discussiëren waar andere
raadsleden die zich hier minder in verdiept hebben, thans niet aan toe
komen. Over de opinie van de heer van Miert en de vraagstelling van de
heer Ermen komt van het College een nadere notitie aan de raad. Dan kan
er over gediscussieerd worden.
De heer VAN MIERT: Dikwijls zijn by de ingekomen stukken toch urgente ge
vallen die de aandacht van de raad vragen. Daarop moet toch adequaat in
gespeeld kunnen worden.
VOORZITTER: Die mogelijkheid blijft bestaan. Maar dan moet aan de raad ge
vraagd worden te beslissen dit aan de agenda toe te voegen. De meerder
heid van de raad beslist dat.
De overige ingekomen stukken en mededelingen, voorkomende op de lijst en