VOORZITTER: De gemeenten kunnen de gemeentelijke onroerend-goedbelastingen heffen volgens twee methoden. De eerste is die volgens de waarde in het economisch verkeer. De tweede mogelijkheid is de oppervlaktemethode. Daarbij wordt het aantal begaanbare vierkante meters gemeten, ver dieping voor verdieping, plus de tuinoppervlakte. Door middel van zogenaamde factoren of vermenigvuldigingscijfers voor aard/soort gebruik, ligging en kwaliteit worden de verschillen in waarden in het economisch verkeer tussen de onroerende goederen benaderd. Het lijkt op het eerste gezicht wat ingewikkeld, maar het is voor iedere belastingplichtige vrij eenvoudig om zijn aanslag na te rekenen. Wij achten het niet nodig om thans nader in te gaan op dit pluspunt van de oppervlakte grondslag. V/ij menen dat de v<5<5r— en nadelen van de beide grondslagen uit voerig aan de orde zijn geweest bij de invoering van de O.G.B. Vat het geval Nieuwerkerk betreft, het volgende. Volgens het Haagse Gerechtshof is aldaar de onroerend—goedbelasting niet overeenkomstig de wet geheven. Volgens de belastingrechter is het met de toepassing van de factoren, althans in het geval Nieuwerkerk a.d. IJssel, uit de hand gelopen. Zijn uitspraak sp itst zich toe op de verhouding in de uiteindelijke vermenigvuldigings factoren voor verschillende soorten onroerend goed, met name flats en tussenwoningen in relatie tot bedrijfs- of dienstwoningen (boerde rijen) en vrijstaande woningen. In een reactie op de uitspraak van de Haagse belastingrechter wijst de Vereniging van Nederlandse Gemeenten er uitdrukkelijk op dat de uitspraak specifiek slaat op de situatie in Nieuwerkerk aan den IJssel De toegepaste factoren hebben daardoor ook slechts plaatselijke betekenis. Er is geen enkele reden om te veronderstellen, dat de 105 andere Nederlandse gemeenten die de oppervlakte als grondslag hebben, in dezelfde positie zouden verkeren. Integendeel. De uitspraak geldt in feite voor 2 woningen in Nieuwerkerk aan den IJssel, en dus niet voor alle ander onroerend goed in die gemeente. Het is derhalve ook niet zo, dat Nieuwerkerk-aan den IJssel dit jaar geen onroerend-goedbelastingen meer zou kunnen heffen. Voor ongerustheid of paniek dat het hele systeem van de belasting heffing op basis van oppervlakte nu, na het geval Nieuwerkerk a.d. IJssel als een kaartenhuis in elkaar stort is dan ook geen enkele reden. Bovendien staat de uitspraak van het gerechtshof nog open voor cassatie bij de Hoge Raad. Vel is gebleken, dat het van het grootste belang is de factoren zodanig te kiezen, dat met waardeverschillen in het economisch verkeer op benaderende wijze wordt rekening gehouden. Op 26 januari 1982 heeft de raad van deze gemeente een krediet beschikbaar ge steld van 55.000, ten behoeve van een in te stellen onderzoek naar de wertcing van het factorenstelsel onroerend—goedbelastingen de schriftelijke weergave van dit onderzoek en de resultaten ervan, kan tevens dienen ter verdediging van het feit dat de verordening in overeenstemming is met het voorschrift dat het resultaat van gemeten oppervlakte en toegepaste vermenigvuldigingsfactoren zodanig is dat op benaderende wijze rekening is gehouden met de verschillen in waarde iij het eco"homisch verkeer. De resultaten van dit onderzoek zullen naar wij hopen op niet al te lange termijn beschikbaar komen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1982 | | pagina 73