- Raadslid VROEGRIJK vroeg het College een tweede druk van het boek van dhr. Hezemans in overweging te nemen. ïïy vond het geen goede zaak het boek uit te delen aan de 6e-klassers, omdat dezen het boek mee naar naar huis nemen en verder niet meer inkijken. Om het in de geschiedenisles te bespreken mouten ook de leerkrachten een exem plaar krijgen, aldus dit raadslid. VOORZITTER: Toen bleek dat voor het boekwerk van de heer Hezemans een zeer grote belangstelling bestond, wat er toe leidde dat het boek na zeer korte tijd reeds was uitverkocht, hebben wy contact op genomen met het werkvoorzieningsschap en offerte aangevraagd voor een eventuele herdruk. Deze offerte is eind vorige week ontvangen. Momenteel wordt deze zaak bezien en wy hopen op korte termijn een beslissing te kunnen ne men over een eventuele herdruk en de oplage daarvan. Misschien is een peiling van de behoefte wel gewenst. Wat de beschikbaarstelling van het boek aan de scholen betreft kunnen wij mededelen dat wy het aan het beleid van de schoolbesturen overge laten hebben om het boek ofwel aan de leerlingen van de huidige 6e klassen uit te reiken ofwel te gebruiken als leermiddel voor de huidige en toekomstige 6e klassers. De boeken blyven in het laatste geval op de school. Wy hebben de indruk dat meerdere scholen voor deze laatste methode gekozen hebben. Raadslid JASPERS vroeg het College over te gaan tot instelling van een commissie voor Georganiseerd Overleg. Verder wenste hy ophelde ring van zaken betreffende het niet reageren van het College op brie ven van de Nederlandse Bond van Gemeenteambtenaren, d.d. 2 december 1981 en 14 januari 1982. Hij vroeg tevens, waarom deze brieven niet by de ingekomen stukken voor de raadsleden waren gelegd. VOORZITTER: Het is goed dat de heer Jaspers deze vragen stelt. Nu kunnen er immers enkele misverstanden uit de wereld geholpen worden. Met betrekking tot de vraag betreffende de door de Nederlandse Bond van Gemeente Ambtenaren verzonden brieven betreffende Georganiseerd Overleg het volgende: De Bond heeft op 2 december 1981 en op 14 januari 1982 brieven gericht aan ons College; dit is de reden, dat zij niet bij de ingekomen stukken zyn gelegd. De Bond schryft op 2 december 1981 aan ons College, dat er by de leden van deze bond behoefte bestaat aan de instelling van een Commissie voor Georganisserd Overleg. Op 8 februari 1982 ontvingen wy van de ARKA een brief, waarin namens de by die bond aangesloten medewerkers van de gemeente ook de wens werd geuit om tot de instelling van een commissie georganiseerd over leg te komen. Nadat wy eind februari j.l. hadden besloten uw raad in de vergadering van april a.s. voor te stellen over te gaan tot vaststelling van een overlegverordening op grond waarvan zal worden overgegaan tot instel ling van een commissie voor Georganiseerd Overleg, hebben wy op 9 maart 1982 de verschillende organisaties, dus ook de Nederlandse Bond van Gemeenteambtenaren, op de hoogte gesteld van dit voornemen. De aan de Raad en de raadsleden gerichte brief, waar de vraagsteller op doelt en volgens welke de gemeente nog niet zou hebben geantwoord, is gedateerd op 12 maart 1982. Hij werd eerst op 22 maart 1982 door ons ontvangen. Het moet ons wel van het hart dat wy nauwelijks kunnen geloven dat de P.T.T. 10 dagen nodig heeft gehad om bedoelde brief te bezorgen. Er moet enige vertraging ergens anderd geweest zijn. Hoe het ook zy, wij nemen aan dat onze brief van 9 maart 1982 inmiddels zijn doel wel zal hebben bereikt, zodat alle organisaties op de hoogte zyn van onze voornemens.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1982 | | pagina 34