Wij verklaren ons volledig akkoord met het beleid van het College
ten aanzien van het Algemeen Maatschappelijk Werk betreffende de
drie formatieplaatsen. Het is een normale zaak dat het O.B.S.-
werk wegvalt bij deze bezuinigingsmaatregelen. Er is geen bijzon
dere situatie meer in deze kernen.
Drie fracties hebben gesproken over het schoolzwemmen. Ook onze
fractie vindt het beleid terzake juist. Ik ben tevreden over de
antwoorden ten aanzien van de sport, aldus de heer Schijven.
De heren LUIJKX en DE SMIDT betuigden hun tevredenheid over de
door het College gegeven antwoorden en hadden verder geen commen
taar. De heer ERMEN: Ik ben tevreden over de flexibiliteit bij het
opstellen van de bestemmingsplannen. Spoedige aanpassing ten be
hoeve van de sociale woningbouw juichen wij toe.
Nu de realisering van het verzorgingstehuis in het verschiet ligt
en de vorming van een stichtingsbestuur weldra een feit is, vraag
ik het College wat meer informatie over de samenstelling van het
bestuur en zou daar ook graag in vertegenwoordigd zien de Welzijns-
groep Rucphen, die helaas bij de bemanning van de Welzijnscommissie
er buiten viel.
Wij hebben waardering voor het vermijden van bureaucratische romp
slomp big het stimuleren van de initiatieven van de Brabantse Ont-
wikkelings Maatschappij.
Met betrekking tot de bezuinigingen van het Rijk stelt Uw College
dat het in principe deze bezuinigingen wil doorvoeren naar de be
treffende sector, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzet
ten. Het zal een afweging moeten worden binnen Uw College en de
Raad. Het gaat naar de mening van het C.D.A. niet aan - dit is
door ons reeds eerder gesteld - dat automatisch de bezuinigingen
worden vertaald naar de desbetreffende sectoren. Voor een gedecen
traliseerd beleid zijn autonome beslissingen toch kenmerkend.
Een ruimere bekendheid aan de leerlingbouwplaatsen is wenselijk.
Wij ondersteunen het beleid en de visie ten aanzien van het school
zwemmen en de eventuele ouderbijdragen.
Is er ten aanzien van de Leerplichtwet een structureel overleg
tussen schoolhoofden en leerplichtambtenaar?
Als men ingenomen is met het Combipakket c.q. Voortgezet Onderwijs
stimuleringsproject is er dan sprake van een bijzondere situatie?
Ten aanzien van het Algemeen Maatschappelijk Werk verklaren wij hc
helemaal eens te zijn met de woorden van de voorzitter dat deze
zaak niet op de man gespeeld moet worden, maar op het beleid van
het College als geheel. Jammer vinden wij het dat de aan de raads
leden toegezonden correspondentie tussen Uw College en de P.B.-
Stichting niet volledig was. Dat continuïteit van het bestuur no
dig is beamen wij. Daarom willen wij met talrijke aspecten van Uw be
leid meegaan en deze ondersteunen. Dat neemt niet weg dat het CDA
in de raad in deze zaak zijn eigen verantwoordelijkheden wil nemen.
Het College is de P.B.-Stichting terwille geweest bij het aanvrager
van een vierde formatieplaats, mits er C.R.M.-subsidie was. Wij
leiden daaruit af dat het College de noodzaak daartoe heeft onder
kend. Het College heeft duidelijk gesteld dat het alleen maar
gaat om financiële bezwaren, met begrip voor de inhoudelijke be
zwaren. Dat een beleid gevoerd moet worden binnen financiële ka
ders, akkoord, maar dan niet binnen "verengde" financiële kaders.
Het overheidsbeleid moet richtinggevend zijn, maar niet in alle
situaties bepalend, omdat juist daar de gemeentelijke autonomie
geldingskracht verdient. Wij constateren dat er by het Algemeen
Maatschappelijk Werk geen sprake is van een geleidelijke, maar
een plotselinge afbouw in vijf jaar tijd, nl. met 40%. Het maat
schappelijke belang zal duidelijk afgewogen moeten worden en dus
geen automatische financiële vertaling. Meer oog voor de proble
matiek van de sociaal-zwakkeren vinden wij op zijn plaats.