-49- raag gesteld door aads lid/-lederi J. Ermen gesteld door ^dslidA-leden v. Overveld v. Miert Het aandeel van de jeugdwerkloosheid bedraagt ongeveer 15%» In vergelijking met andere regio's is de jeugdwerkloosheid in onze regio nog relatief laag. Dit laatste is geen excuus om niet te handelen. In tegendeel met name voor de jongeren geldt dat het langdurig werkloos zijn leidt tot probleemsituaties van sociaal—psychische en financieel—economische aard, die een gezonde ontwikkeling van de jonge mens zonder meer in de weg staan. Aan de bestrijding van de werkloosheid en met name de jeugdwerkloosheid zullen wij in de komende jaren hoge priori teit geven. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen activiteiten gericht op de herintreding in het arbeidsproces en activiteiten gericht op opvang van de gevolgen van werk loosheid, derhalve tussen het arbeidsmarktbeleid en het wel zijnsbeleid. Voor wat betreft de herintreding in het arbeidsproces staan de gemeente nagenoeg geen instrumenten ter beschikking. Des ondanks zullen wij ons waar mogelijk op dit punt inzetten. Op dit moment hebben wij 30 jeugdige werklozen met toepassing van de Werkgelegenheidsverruimende Maatregel in dienst genomen. Het is niet uitgesloten dat ook voor 1983 door het rijk extra middelen voor de uitvoering van deze maatregel ter beschikking zullen worden gesteld. Het spreekt vanzelf dat wij voor zover mogelijk daarvan gebruik zullen maken. Voor wat betreft de opvang van de werklozen wijzen wij U op het bestaande project voor werklozen en andere niet-actieven dat onder verantwoordelijkheid van de P.B.-Stichting en ons college wordt gerund. Thans nemen 136 personen aan dit project deel. Het plan bestaat om dit project in de toekomst verder uit te bouwen rond drie hoofdmomenten, te weten ontmoeting, activering en werk, en de verantwoordelijkheid ervoor bij één instantie te leggen. Een breed overlegkader is alsdan vereist bestaande uit de P.B.—Stichting, het arbeidsbureau, het rijks— consulentschap voor complementaire sociale voorzieningen en de afdeling sociale zaken van onze gemeente. Ook werd door één van Uw leden de opmerking gemaakt om uit keringen voor werklozen in de vorm van subsidie beschikbaar te stellen aan bouwbedrijven en de woningstichting. U zult be- grijpen dat dit niet kan. Immers op grond van de bestaande wet ten en regelingen ontleent de werkloze een individueel recht op uitkering, die node kan worden gemist voor de dagelijkse voorziening in het levensonderhoud. Onderwerp: Bijstandsuitkeringen. Antwoord Gevraagd werd of bij de ramingen van de uitkeringen een loon stijging van 1% reëel is. Het is nooit exact van te voren vast te stellen hoe de loonontwikkeling met name ten aanzien van de minima zal zijn. Het genoemde percentage van 7 moet gezien worden als een ruimte, waarbinnen een eventuele loon stijging en een toename van het aantal uitkeringen moet worden opgevangen. Onderwerp: Problematiek R.W.W.- eigen woning. Antwoord Samen met U onderkennen wij de problemen wanneer eigen woningbezitters wegens voortdurende werkloosheid een beroep moeten doen op een uitkering ingevolge de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers. De eigen woning vertegenwoordigt in de meeste gevallen nu eenmaal een vermogen en hieraan kan gelet

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1982 | | pagina 207