-1-
I en II Opening en
vaststelling der
notulen
III Ingekomen stuk*
ken en medede-
r lingen. Jaar-
overzicht 1981
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
opdins dag26....januari1982 om ...1.9*00... uur
Voorzitter: Burgemeester W. du Chatinier.
Aanwezig: H. van Oosterbosch (wethouder), C. Brouwers (wethouder),
Verpaalen (wethouder), C. Claessen, C. van Overveld, J. van Ginneken,
A. Schyven, L. Gabriëls, C. Vissenberg, M. Boeren, D. Luijkx, A. Nuyten,
P. Vroegrijk, C. van Meel-Hermus, J. Goetstouwers, J. Jaspers en J, Jacobs.
Opening en vaststelling der notulen.
De voorzitter opende de vergadering met gebed. De raad stelde hierna de
notulen van 24 november 1981, 1 december 1981 en 19 december 1981 vast
conform het ontwerp.
Ingekomen stukken en mededelingen. Jaaroverzicht 1981.
VOORZITTER: Er zijn brieven binnengekomen van twee raadsleden, n.l. van
de heren Jacobs en Vroegrijk. De heer Vroegrijk heeft geschreven dat naar
zijn mening in de raadsvergadering van 24 november 1981 by de behandeling
van agendapunt 6:"rekening-courant-krediet voor de Woningstichting'(geen
juiste toepassing is gegeven aan het reglement van orde.
Het reglement van orde bepaalt, aldus de voorzitter, sprekend namens het
College van Burgemeester en Wethouders, dat "de voorzitter een lid in zyn
rede mag storen indien de spreker afwijkt van het in behandeling zijnde on
derwerp"
Indien deze ondanks deze ingreep van de voorzitter voortgaat kan dit lei
den tot het verbod om nog verder het woord te voeren.
De door de heer Vroegrijk naar voren gebrachte zaken, zoals:
een naar zijn mening verkeerd bouwbeleid van de Woningstichting (ver
keerde en te dure woningen);
- het machteloos staan tegen sociaal leed dat door de stichting zou wor
den veroorzaakt;
- het niet optreden door de stichting als iemand zonder toestemming een
woningwetwoning betrekt;
hebben niets uitstaande met het punt dat aan de orde was, namelijk de ver
lening van een rekening-courant-krediet tot een bedrag van ƒ25.000,=.
Het ging hier namelijk om een zuiver financiële kwestie.
De opmerkingen van het raadslid Gabriëls hadden in hoofdzaak betrekking
op het ontbreken van inzicht in het financiële beleid van de stichting,
omdat de jaarstukken niet voor de raadsleden ter inzage werden gelegd.
Gezien de aard van het agendapunt kan van deze opmerking niet worden ge
zegd dat zij afweek van het in behandeling zijnde onderwerp.
Dat de heer Gabriëls hierover het woord heeft kunnen voeren is volkomen
correct.
Ten aanzien van de nog zijdelings door de heer Gabriëls aangesneden pun
ten, zoals o.a. de wijze van woningverdeling, zyn wij ook van oordeel dat
die niet aan de orde waren.
Gelet op het voorgaande kunnen wij de conclusie van de heer Vroegrijk dat
er met twee maten gemeten zou zijn en dat het reglement van orde niet
juist zou zijn toegepast niet delen.
Het college stelt er verder prijs op mede te delen dat de heer Jacobs in
de vergadering van 1 december 1981 door een misverstand —een communica
tiestoornis zou je kunnen zeggen— het woord niet heeft verkregen. Van
enige opzet is beslist geen sprake, zoals de heer Jacobs ook persoonlijk
door de toen fungerend voorzitter reeds is medegedeeld. Het college be
schouwt hiermede deze kwesties als afgedaan, aldus de voorzitter.