-26- Beantwoording van vragen, door raadsleden gesteld in de raadsvergade ring van 30 november 1982 en behorende tot de portefeuille van wet houder Brouwers Traag gesteld door raadslid/-leden L, Gabriels A.Schijven A.Huijten C, de Smidt J.Ermen P.Vroegrijk H.v.Miert Onderwer R' O.B.S.-maatschappelijk werk/ Algemeen Maatschappelijk Werk. Antwoord Burgemeester: Voordat op de vragen en opmerkingen over dit onderwerp nader wordt ingegaan door wethouder Brouwers moeten mij twee dingen van het hart. In de zin van de opmerkingen van de heer Nuijten, wil ik uitdrukkelijk bevestigen, dat hier sprake is van een beslissing, die door het gehele college wordt gedragen. Dit in tegenstelling tot de brieven die elk raadslid heeft ont vangen van de P.B.-stichting, welke suggereren dat een indi viduele wethouder deze beslissing heeft geforceerd. Er wordt hierdoor inderdaad op de man gespeeld, hetgeen wij bijzonder betreuren. Daarnaast bevreemdt het ons, dat uw raad bij de be handeling van de gemeentebegroting dit soort aangelegenheden naar voren brengt. Nog onlangs, in uw vergadering van 31 augustus 1982, hebt u de begroting 1982 van het A.M.W. goedgekeurd en het voorlopig subsidie vastgesteld. Ik maak een uitzondering uiteraard voor de frakties van C.D.A. - ViV.D., die toen niet in de raad ver tegenwoordigd waren. Maar er is continuïteit van bestuur. De beslissing is genomen op 31 augustus 1982 en ook daaraan kun nen C.D.A. en V.V.D., al hebben zij daarover niet meegesproken, zich niet geheel onttrekken anders zou om de vier jaar alles weer ter discussie staan. In het betreffende voorstel is melding gemaakt van het feit, dat de formatie A.M.W. door ons is bekrachtigd op drie formatieplaatsen. Het ligt voor ons meer voor de hand dat u bij de behandeling van dit soort voorstellen met vragen en opmerkingen komt. Ik geef nu graag het woord aan wethouder Brouwers die u duide lijkheid zal verschaffen op welke wijze het besluit is genomen om de subsidiëring van het 0.B.S.-maatschappelijk werk te be ëindigen. Wethouder Brouwers: Het is een hele geschiedenis, doch ik zal trachten enige lijn in de ontwikkelingen aan te geven. Eerst iets over het O.B.S.- maatschappelijk werk. Al jaren is in St.Willebrord sprake van een objekt Opbouw werk Bijzondere Situaties, dat met name gericht is op Wille- brord-Zuid (Emmaus-projekt)Dit projekt heeft tot doel te komen tot een integrale aanpak om de problemen aldaar te lijf te gaan. Enkele disciplines binnen het welzijnswerk werden in een team gebundeld zoals jeugdwerk, peuterwerk, maar ook inge bouwd maatschappelijk werk. De laatste functie is dus altijd als extra voorziening gesubsidieerd in het kader van de samen levingsopbouw/ het sociaal-cultureel werk. Toen er in 1981 een vacature ontstond bij dit 0.B.S.-projekt, het was toevallig de maatschappelijk werkster, hebben wij ons afgevraagd of een dergelijke bijzondere (dus extra) welzijnsvoorziening voor St.Willebrord nog wel noodzakelijk was. Dit heeft zoals u weet geresulteerd in het besluit om een onderzoek te laten instellen naar de noodzaak en effectiviteit van het O.B.S.- projekt, waarbij tevens de buurtwerkprojekten zijn betrokken.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1982 | | pagina 184