-19-
Wij kunnen U thans nog mededelen, dat de bedoelde verklaring
vermoedelijk nog voor 1 januari 1983 aan ons zal worden afge
geven. Het werk van de door ons ingestelde stuurgroep die
onderzoek deed naar de behoefte aan een verzorgingstehuis,
die een filosofie er onder legde, die een programma
van eisen opstelde en ontwerp-statuten maakte neemt hiermee
een einde.
De zaak van het verzorgingstehuis zal nu door een stichting
verder moeten worden behartigd. Inmiddels zijn met een aantal
personen uit onze gemeente gesprekken gevoerd om te komen
tot een stichtingsbestuur. Wij hebben goede hoop dat binnen
afzienbare tijd een bekwaam bestuur kan worden gevormd.
Fraag gesteld door
raadslid/-leden
Nuijten
van Miert
de Smidt
Onderwerp: Promotie enac.quisitie van bedrijven
Antwoord
Het langs de Rucphensebaan gelegen terrein is bestemd tot
"Bedrijventerrein", zulks conform de uitgangsprunten, neergelegd in
de Nota nadere koersbepaling. In deze nota werd gesteld, dat het
gemeentelijk beleid erop gericht is om bedrijven, die hinder
opleveren in de bestaande bebouwing, of die daar geen uitbreidings—
mogelijkheid meer hebben, gelegenheid te geven tot verplaatsing
naar het bedrijventerrein.
Deze gedachten^-gang is gevolgd bij de opstelling van het bestemmings
plan "Bosheidestraat-Kerkeheidestraat" terwijl ook in deze geest
werd gehandeld toen - op aandrang vanuit de gemeenteraad - besloten
werd om ook het aaneengesloten terrein ten westen van de Woning
stichting naar behoefte te verkavelen voor kleine bedrijven.
Voor bedrijven met een regionaal karakter is onder meer plaats
beschikbaar binnen het door de gemeente Roosendaal op ons grond
gebied geëxploiteerde industrieterrein Het Leen.
Onze gemeente heeft slechts zeer korte tijd - in de 50-er jaren -
mogen meeprofiteren van speciale faciliteiten voor het aantrekken
van industrieën.
Op grond van een en ander hebben wij reeds bij de begrotingsbe
handeling in 1981 aan U medegedeeld, dat wij geen aanleiding of
mogelijkheid meer zien om een actief beleid te voeren tot het
aantrekken van industriële bedrijven.
Deze mening zijn wij ook thans nog toegedaan. Wij vinden het
overigens, ook al vanwege de geringe uitbreidingsmogelijkheid van
het bedrijventerrein geenszins bezwaarlijk om enige grond voor
toekomstige bedrijfsverplaatsingen in voorraad te houden. Een reden
om uitverkoop van de beschikbare grond te houden is er beslist niet.
In de huidige constellatie zien wij voorts geen mogelijkheid om
betere voorwaarden te scheppen voor verhuur/verkoop van de leeg
staande fabrieksgebouwen.
Een en ander wil niet zeggen, dat wij ons niet positief opstellen
tegenover het stimuleren van nieuwe bedrijvi^ieid ter versterking
van de sociaal-economische structuur en de werkgelegenheid. In
dat verband ondersteunen wij, voor zover dat van ons afhangt de
op 1 januari 1983 naar verwachting met activiteiten startende
"Brabantse Qntwikkelings Maatschappij (BOM).
Aan ondernemers, die zich hier willen vestigen zal alle moge
lijke medewerking worden verleend, ook administratief. Men
zal slechts te maken krijgen met één ambtenaar, die voor
coördinatie zal zorg dragen.