1 =A=l ''gewijzigd in: "noordelijke" zie notulen vergadering 25 januari 1983 (agenda punt 2) VII Besluitvorming Gewestelijke Ge zondheidsdienst. VOORZITTER: Een en ander regelen in het reglement van orde is pro blematisch, Ik ben het wel eens met de opmerkingen van verschillen de raadsleden dat herhaling van standpunten, reeds verwoord in de openbare commissies,1viibg eens uitvoerig in de raad ter sprake komen. Dit te regelen in een reglement van orde lijkt me wat moeilijk. Ik kan niemand be,le±ten het besprokene in de raadscommissies nog eens in de raadsvergadering te brengen. Zakelijk ben ik het wel eens met de heren van Miert, Schijven, Ermen en van Overveld dat een en ander feitelijk niet nodi£ is omdat iedere raadsgroepering in de commissies vertegenwoordigd is. Ik meen dit aan de wijsheid van de verschillende fracties te moeten overlaten. De dank van de heer van Miert voor de snelle verslaggeving zal ik graag aan de betreffende ambtenaren overbrengen. Ten aanzien van de structuurschets zullen alle reacties, zowel van de raad en commissies als particuliereh en instellingen, worden verza meld. Daarna vindt er een aanpassing van de schets plaats, die in aangepaste versie weer aan de commissies en de raad wordt voorgelegd. Dan pas wordt een beslissing genomen over de ontvangen reacties. Dernoodnakclijkc omleiding staat ter discussie. Over een goed alter natief kan gesproken worden. Om de grote onzekerheid die er momen teel heerst weg te nemen zal een spoedig beraad daarover gehouden moeten worden. Wanneer wij een goed alternatief vinden zal dit in de Commissie Ruimtelijke Ordening en de Commissie Verkeerszaken aan de orde worden gesteld. Met de op- en aanmerkingen van de verschillende raadsfracties, naar voren gebracht in de Commissie Ruimtelijke Ordening, zal zoveel moge lijk rekening gehouden worden. De door de heer Van Miert genoemde circulaire is ons bekend. Op rijks niveau bestaat terzake nog niet zoveel duidelijkheid. Wij zullen echter de vinger aan de pols houden, aldus de voorzitter. Hierna gaf de raad zijn fiat aan het voorstel. Voorstel tot besluitvorming over de Gewestelijke Gezondheidsdienst. De heer KONINGS: Welke concrete stappen moeten nog worden onderno men om de Gewestelijke Gezonheidsdienst per 1 juli 1985 van start te laten gaan? Waarom zijn de kosten voor de bedrijfsgezondheidszorg aanmerkelijk hoger? Welke personeelsuitbreidingen zijn binnen de Ge westelijke Gezondheidsdienst te verwachten en welke directe financiële gevolgen vloeien daaruit voort voor onze gemeente? Naar de mening van het C.D.A. dienen de wachtgeldlasten voor ons in stituut gemeente-arts overgenomen te worden door het Streekgewest. Onze vertegenwoordigers in het Streekgewest zullen dit standpunt daar moeten verdedigen. De ontwikkelingen terzake dienen nauwgelet gevolgd te worden. De heer VAN MIERT: Een gezamenlijke gezondheidsdienst kan op de lange re duur goedkoper werken dan twee afzonderlijke diensten. Het kosten aspect voor een eventuele nieuwbouw in Bergen op Zoom moet dan ook zorgvuldig bekeken worden. Wij maken bezwaren tegen een tweehoofdige directie; Dit werkt onnodig kostenverhogend. Wordt de afstand voor de directe hulpverlening niet te groot? Ingespeeld zal ook moeten worden op het plan van Gedeputeerde Staten voor spreiding van ambu lances, waarbij ik wijs op de in voorbereiding zijnde wet inzake nieu we gebiedsindeling op grond van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg. De kosten van de wachtgeldregeling voor onze gemeente-artsen dienen voor rekening van het Streekgewest te komen. De nieuwe gezondheids dienst krijgt van het Ministerie een startsubsidie. Een deel van dit subsidie zal voor deze wachtgeldregeling bestemd moeten worden. In zake voortzetting arbeidsovereenkomsten verwijs ik in deze kwestie naar Afdeling A van het Burgerlijk Wetboek, artikel 1659»

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1982 | | pagina 162