-1-
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
opdins dag.30. november.19 82 om ..1.9.0.0 uur
Voorzitter: Burgemeester W. du Chatinier
Aanwezig: C.Brouwers(wethouder),J.Verpaalen(wethouder)tC.v.Meel-Hermus
wethouder ),L.Gabriels, C. Vissenberg, J «Hoek, Jv.Girmeken,A.Schijven, A. Nuij-
ten,D.Luykx,C.deSmidt,J.Ermen,A.Konings,J.Jaspers,C.v.Overveld,P.Vroeg-
rjjk en H.v.Miert.
Afwezig met kennisgeving: M.Boeren en A.Roks. Beiden wegens ziekte ver
hinderd.
I en II Opening en
vaststelling van
de notulen.
III Ingekomen stuk
ken en medede
lingen.
Opening en vaststelling van de notulen
De voorzitter opende de vergadering met gebed.
De heer VAN MIERT: Mijn bij agendapunt XV gestelde vraag inzake het ver
schil huurprijs-abonnementstarief en percentage 10-jarige annuïteit is in
de notulen niet opgenomen, wel het terzake door de voorzitter gegeven
antwoord
VOORZITTER: Deze omissie zal hersteld worden. In de betreffende notulen
van 26 oktober zal terzake een kanttekening worden gesteld.
Hierna stelde de raad de notulen van de vergadering van 26 oktober 1982
vast conform het ontwerp.
Ingekomen stukken en mededelingen
IV Onderwijsvoorste
len.
De heer VAN MIERT deelde naar aanleiding van de ingekomen brief van de
Stichting Grondvest mede dat de V.V.D. afd. Rucphen voorstander is van
verkoop van bouwgrond aan eigen of economisch gebonden inwoners. Erf
pacht is voor de V.V.D. afd. Rucphen te allen tijde onaanvaardbaar. Hij
was erkentelijk voor de notitie inzake de leerlingbouwplaatsen. Hy vroeg
wel naar het door de gemeente in deze te voeren beleid.
VOORZITTER: Een en ander is afhankelijk van de medewerking van de rijks
overheid.
De overige ingekomen stukken en mededelingen, voorkomende op de lijst en
aanvullende lijst van ingekomen stukken en mededelingen voor de vergade
ring van 30 november 1982 werden voor kennisgeving aangenomen dan wel
- voor zover nodig - in handen gesteld van het College ter afdoening.
Voorstellen tot vaststelling over het jaar 1981 van de vergoedingen:
a. als bedoeld in artikel 101 van de Lager Onderwijswet 1920:
als bedoeld in artikel 189 van het Besluit Buitengewoon Onderwijs 1967;
ctxa ucuuci-u aii —ij
als bedoeld in artikel 75 van de Kleuteronderwijswet;
d. voor het vakonderwijs.
De heer LUIJKX: We hebben over 1981 ƒ70.000,= teveel betaald aan voor
schotten. Dit betekent voor de gemeente renteverlies. Is er geen betere
verdeelsleutel te hanteren?
Ook de heer VAN MIERT attendeerde hierop. Wordt door de scholen in eer
ste instantie een te hoog aantal leerlingen opgegeven? Of is de gemeente
in deze wat te royaal geweest?
Wethouder BROUWERS: Een en ander houdt verband met het teruglopende aan
tal leerlingen. Ex artikel 103, lid 5, van de Lager Onderwyswet 1920 ver
lenen Burgemeester en Wethouders elk jaar op verzoek van het schoolbe
stuur een voorschot op de vastgestelde vergoedingen ex artikel 101. Dit
voorschot wordt elke drie maanden, telkens voor een vierde gedeelte, aan
het schoolbestuur uitbetaald en wordt berekend over het gemiddelde van
de aantallen leerlingen, die op 16 januari, 16 april en 16 oktober van
het voorafgaande kalenderjaar als werkelijk schoolgaand bekend stonden.