-24- Tenslotte wilde de heer ERMEN van het College graag vernemen welke rol het College had gespeeld bij het tot stand komen van het combi project en welke rol verder gestalte en inhoud gegeven zou worden. Tevens vroeg hij of het College volledig ingestemd had met de begro ting van dit project voor 1983- Wethouder BROUWERS: Tot nu toe is door ons slechts aan de discussie vorming meegewerkt middels de onderwijs- en welzynsambtenaar. De ge meente participeert door middel van genoemde ambtelijke vertegenwoor digers als toehoorder in de inmiddels geformeerde stuurgroep van het combi-project en kan zodoende alle ontwikkelingen van nabij volgen. In de laatste stuurgroepvergadering is het raamplan 1982-1985 vast gesteld. Dit plan is inmiddels ingediend bij de Stuurgroep Onderwijs- stimulering (STOS) en bij de verschillende ministeries. Het is nu af wachten. De faciliteiten voor het onderwijs zijn in principe reeds toe gekend. Zoals U weet is de intentie van een combipakket, dat onderwijs- en welzijnsinstellingen nauw gaan samenwerken. Deze samenwerking be oogt een totaalaanpak van de onderwijsproblematiek en de maatschappe lijke problemen, die zich voordoen op de scholen en in de dorpen (St. Willebrord., Sprundel en Schijf), tot stand te brengen. Inderdaad wijst het raamplan op een drieledige rol voor de gemeente 1De gemeente kan in de stuurgroep met alle betrokkenen van gedach ten wisselen en haar ideeën over welzijn en de samenwerking tussen onderwijs en welzijn daar voorleggen; 2. De gemeente kan op uitvoeringsniveau meepraten in het overkoepelend dorpsoverleg; 3* Tenslotte is er de financiële afhandeling van het project. Aangeziei het welzijnswerk steeds meer via en door de gemeente gesubsidieerd wordt, is er in het onderwijsstimuleringsproject gekozen voor een financiering van het welzijnswerk via de gemeente. En dit laatste punt is met name voor ons nog een vraagteken. Daar waar de onderwijsfaciliteiten reeds zijn toegekend is voor deelneming van het welzijnswerk (Algemeen maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk en bibliotheekwerk) nog geen enkele zekerheid. Pas als deze on zekerheden zijn weggenomen zullen wij ons gaan buigen over de begro ting (C.R.M. kan maximaal ƒ200.000,= ter beschikking stellen per project). Ambtelijk is er nog overleg gaande met het Ministerie van C.R.M. Tot nu toe is bestuurlijk door ons volstaan met een gezienverklaring van het raamplan. Meer niet. Wij wachten de ontwikkelingen af. Het is wel de bedoeling dat de portefeuillehouder van onderwijs- en welzijn in de stuurgroep mee gaat participeren, aldus wethouder Brouwers. De heer KONINGS vroeg het College wat de beweegredenen van de Natuur- werkgroep gemeente Rucphen waren geweest dm geen zitting te nemen in de commissie milieuzaken als adviserend lid. VOORZITTER: Inderdaad heeft de Natuurwerkgroep gemeente Rucphen bij brief van 19 oktober jl. laten weten niet als adviseur aan de com missie milieuzaken deel te willen nemen. Voor dat standpunt worden de volgende redenen aangevoerd: - Het zou de werkgroep ontbreken aan de mogelijkheden om steeds in een vroeg stadium bij het samenstellen van plannen, die in de com missie aan de orde komen, in de vrije tijd van de leden aanwezig te kunnen zyn; - Door het optreden als adviseur vreest de werkgroep dat haar visie op de milieuproblematiek onvoldoende tot uiting zal kunnen komen; - Men zou alleen maar geloofwaardig over kunnen komen als men een gro te achterban heeft; met andere woorden het gaat niet zozeer om de visie, maar om het aantal personen dat men vertegenwoordigt; - als adviseur zal het doel van de werkgroep, nl. een eigen mening kenbaar maken die getuigt van een bepaalde visie op het gebied van natuur en milieu, niet tot uiting kunnen komen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1982 | | pagina 131