■13-
Wethouder BROUWERS: De laatste vergadering is door de vertegenwoor
diger van het gemeentebestuur van Rucphen wel degelijk bijgewoond,
maar wanneer de Muziekschool Roosendaal op woensdagmiddag vergadert
is deze vertegenwoordiger verhinderd vanwege het bijwonen van de
B, en W.-vergadering op dat tijdstip. En het belangrijkste moet het
zwaarst wegen.
De begroting is op 17 september 1982 ontvangen met het verzoek daar
op binnen 7 dagen te reageren. Wij hebben in onze vergadering van
22 september j.l. ingestemd met de begroting en het bestuur van de
stichting daarvan reeds op de hoogte gesteld,
In de ontwerp-gemeentebegroting hebben wij de financiële gevolgen
hiervan opgenomen. Het totale subsidie voor 1983 is geraamd op
ƒ65,950,50, gespecifeerd: a, subsidie dependances /44«250,50
b, leerlingen die in Roosendaal les ontvangen ƒ21,700,=,
Gelet op het feit dat de raming ten opzichte van 1982 rond ƒ9#500,=
minder is, is er volgens ons thans geen reden aanwezig om een leer
lingenstop in te voeren, Ih 1983 kunnen derhalve nieuwe leerlingen
uit onze gemeente aan het muziekonderwijs deelnemen.
Als zich in de toekomst de noodzaak voordoet dat onze gemeente op
het muziekonderwijs moet gaan bezuinigen staan naar onze mening ze
ker andere wegen open. Vooralsnog gaan wij uit van handhaving van het
tot nog toe gevoerde beleid. Keiharde garanties voor de toekomst zijn
echter niet te geven.
Handhaving van het tot nog toe gevoerde beleid betekent subsidiëring
van leerlingen tot en met 18 jaar. Het subsidie is derhalve volledig
afhankelijk van het aantal leerlingen uit onze gemeente, dat muziek
onderwijs geniet. De gevolgen zijn derhalve voor de komende niet exact
aan te geven.
Het subsidie wordt derhalve door ons aan de hand van de te ontvangen
begroting berekend en vervolgens opgenomen in de ontwerp-gemeentebe
groting. Wij zien geen reden aanwezig om hierover een apart voorstel
aan Uw raad te richten, aldus wethouder Brouwers.
—De heer ERMEN: Het C.D.A. staat in beginsel welwillend tegenover
het initiatief van onze voorzitter een Commissie Politie- en Brand
weeraangelegenheden in te stellen. Wij hebben de volgende vragen over
de materie: - Gaat Uw College uit van de huidige gebruikelijke voor
schriften bijv. ten aanzien van de verhouding in de samenstelling
van raadsleden en niet-raadsleden? - Wanneer Uw College wilt afwijken
van de gebruikelijke samenstelling, waaruit bestaat dan deze afwijking
en welke zijn de argumenten dan daartoe? - Acht Uw College de aanwezig
heid van een deskundige instantie gewenst en zo ja, welke? - Binnen
welke termijn acht Uw College de installatie van deze commissie haal
baar?
Het C.D.A. acht ontkoppeling van de Commissie Ruimtelijke Ordening en
Economische Zaken gewenst en wil Economische Zaken graag onderbrengen
bij een Commissie Financiën. Tevens zag het C.D.A. graag een Commissie
Sociale Zaken in het leven geroepen, aldus de heer Ermen.
VOORZITTER: Het doet mij genoegen te mogen vernemen dat Uw fraktie
in beginsel niet onwelwillend staat tegenover het door mij gelanceerde
idee tot instelling van een commissie van advies voor de specifiek aan
de burgemeester opgedragen taken politie— en brandweer.
Zoals bekend is de reden van dit initiatief gelegen in het feit dat
ik de raad gaarne wil betrekken bij de fundamentele zaken, die op de
genoemde taken betrekking hebben, alsmede bij het beleid op langere
termijn.
U zult begrijpen dat dit idee nog verder moet worden uitgewerkt en dat
het daarom in dit stadium mog niet mogelijk is om concreet op al de
gestelde vragen in te gaan. Wel kan ik U reeds thans mededelen dat
het - gezien het doel dat mij met de commissie voor ogen staat -
voor de hand ligt dat daarin uitsluitend raadsleden zitting zullen