C «3 ill 0 -8- aan die betrekking hebben op de vorige raadsvergadering. Namens de genoemde fracties deelde de heer van Ginneken mede de ervaring te hebben op alle gestelde vragen steeds een uitgebreid en duidelijk antwoord te krijgen en geen aanwijzingen te hebben vanhet achterhouden van informatie die voor de besluitvorming van belang is. Hij trok dan ook de juistheid van de gegeven voorbeelden ten zeerste in twijfel, Wij,hebben dan ook met verontwaardiging kennis genomen van de be- sculdigingen gericht aan het adres van de voorzitter en pro testeren met klem tegen het etiket van onmondigheid, dat de raad wordt opgeplakt, zo stelde het raadslid Van Ginneken. ffij vernam gaarne de zienswijze van het College in deze. De voorzitter: Met enige voorbeelden wil de auteur van het betref fende kranteartikel waarvan ook wü kennis hebben genomen- aan tonen dat de raadsvoorzitter zich niet zelden schuldig zou maken aan het onder tafel houden van informatie en het niet of maar ge deeltelijk beantwoorden van vragen van raadsleden met het doel de duur der raadsvergaderingen zo kort mogelijk te houden. Tijdens de laatste raadsvergadering zou de voorzitter niet zijn in gegaan op de vraag van een raadslid of het juist is dat de gemeen te een verschil van mening met een inwoner over de interpretatie van een wetsartikel heeft voorgelegd aan de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Wij vinden dit een voorbeeld dat het doel van de auteur volledig voorbij schièt. Deze vraag is namelijk door geen enkel raadslid gesteld. Wat over de betreffende kwestie (verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) door een tweetal raadsleden wel gevraagd en gezegd is blijkt duidelijk uit de notu len, waarin uiteraard ook het antwoord van de voorzitter voor komt. Een raadsvoorzitter kan bezwaarlijk worden verweten dat hij geen antwoorden geeft op vragen die niet gesteld worden. Ook kan van hem niet worden verlangd, dat hij uit eigen beweging informatie verschaft, die er niet is. Het is namelijk z<5, dat de gemeente geen verschil van mening met een inwoner over de interpretatie van een wetsartikel heeft voorgelegd aan de Raad van State. Wel is ons bekend dat door de betreffende inwoner zelf over diverse kwesties aan allerlei instanties brieven zijn geschreven. Maar dat is heel wat anders. Ook het tweede voorbeeld raakt kant noch wal. Bij de mededeling dat een bezwaarschrift met betrekking tot het Ossekopke, dat een inwoner bij de gemeente had ingediend, door deze nadien was inge trokken, zou de raadsvoorzitter nagelaten hebben er bij te vertel len dat dit geval tegelijkertijd in een bezwaarschrift aan het pro vinciaal bestuur is voorgelegd. Ook in dit geval wordt van de raadsvoorzitter verlangd dat hij informatie verstrekt, die er niet was. Door de betrokken inwoner was namelijk - en dit werd later door de provinciale griffie bevestigd - ten tijde van de raadsver gadering bij de provincie geen bezwaarschrift ingediend. Wij achten het een uiterst betreurenswaardige zaak dat door de be trokken journalist aan deze voorbeelden, waarbij - het blijkt dui delijk uit het voorgaande - in de verste verte geen sprake was van het achterhouden van informatie noch van het verstrekken van on juiste informatie, conclusies worden verbonden, zoals: - de raadsvoorzitter van Rucphen vergadert op gespannen voet met de democratie - het weerwerk uit de gemeenteraad op de voorstellen van het col lege stelt niet veel voor; - de handelwijze van burgemeester Derckx riekt naar minachting voo de raadsleden* - de raadsvoorzitter wekt onnodige irritatie op. Ksamsom 17192 ix p. Wij zijn van mening dat op deze wijze zowel de raad als zijn voorzit ter geheel ten onrechte in een kwaad daglicht worden gesteld en wij bestrijden met klem de mening van de betrokken journalist dat in Rucphen niet op basis van democratische uitgangspunten zou worden vergaderd. Tenzij men het standpunt huldigt, dat het func tioneren van de democratie in de gemeente afgemeten kan worden aan de lengte der vergaderingen. Al met al vinden wij dat dergelijke journalistiek geen enkel belang dient en wij delen Uw verontwaardiging over het bewuste artikel, zo stelde de voorzitter aan het slot van zijn betoog. De heer Gabriëls zag in de staat hypothecaire kredieten graag voor taan niet meer de namen van personen opgenomen. Hij zou hierbij om wille van de privacy liever met codes werken. De voorzitter: In de bedoelde staat worden vermeld de restant-bedra gen van de leningen die tot 1957 aan een aantal inwoners zijn ver strekt voor de bouw van een eigen woning. Omdat na 1957 de gemeente zich niet langer met de financiering van de particuliere bouw mocht bezighouden is toen aan die verstrekking een eind gekomen. Het verstrekken van leningen aan het eigen personeel viel evenwel niet onder dat verbod. Hoewel tot nu toe betreffende de vorm waarin de staat in de begro ting werd opgenomen ons nog nooit klachten bereikt hebben, zullen wij nagaan of het eventueel wenselijk is de opzet van de betreffende staat te wijzigen in de door de vragensteller bedoelde zin of op andere wijze. Dit alles binnen het kader van de bestaande voorschrif ten. Verder vroeg de heer Gabriëls nog eens aandacht voor de vuilnisbel ten bij de Zwaluwstraat en de Eïnmastraat. De pers heeft hiébp ook geattendeerd. Deze braakliggende gronden hebben nog steeds geen be stemming gekregen en he^wemelt er van het ongedierte. Wil de gemeen te nog één keer het vuil opruimen, zo vroeg het raadslid Gabriëls. Wethouder Verpaalen wees op de noodzakelijkheid van de medewer king van de burgers om het probleem van clandestien storten van vuil te kunnen tegengaan. Te allen tijde meteen het vuil opruimen door de gemeente biedt geen oplossing van het probleem, het zou het clandes tien storten veeleer aanmoedigen. Dit is des te betreurenswaardiger, omdat men in onze gemeente tegen relatief lage prijzen zijn huisvuil legaal kan storten. Aan het terrein aan de Zwaluwstraat zou de bestemming "garagebouw" worden gegeven. Er bleken evenwel geen kandidaten voor garages te zijn. We beraden ons over een andere bestemming. Het terrein aan de Emmastraat is gedeeltelijk particuliere grond, al dus wethouder Verpaalen. De heer Lujjkx vroeg naar de stand van zaken betreffende de overne ming van het processiepark in St. Willebrord. De voorzitter: Reeds geruime tijd worden hierover gesprekken gevoerd met het kerkbestuur, dat op zijn beurt weer overleg pleegt met het bisdom. Binnen afzienbare tijd wordt er overeenstemming verwacht. Gistermid dag is er nog ambtelijk contact geweest met enige leden van het kerk bestuur over de exacte grensbepaling en enige verdere voorwaarden, te verbinden aan de overname. Ook vroeg het raadslid Luiikx om maatregelen ter verbetering van het slechte wegdek van de Ettenseweg in Sprundel. Wethouder Verpaalen: De technische dienst beziet momenteel of het

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1981 | | pagina 9