je voortdurend de spirit zal geven om je werk op die manier te doen.
Ik had gedacht een klein profiel van jou te schetsen maar ik heb be
grepen, dat je zo precies beantwoord aan de door de raad opgestelde
profielschets, dat ik dat wel kan overslaan.
De burgemeester van Rucphen is een uitermate actieve man, een goed
democraat, je kunt een hoop kanten met hem uit, je kunt niet alle
kanten met hem uit en je moet vooral niet zeuren. En dan denk ik fiat
het goed zal gaan. In die zin wil ik je geluk wensen.
Je bent wel geen Brabander, ik wel - ik ben een paar kilometer hier
vandaan geboren - maar je zult die Brabantse geest leren kennen. Je
zult de warmte ervan gaan waarderen. Wees gelukkig met je Annemarie
en met je kinderen.
Ik heb een cadeautje voor je.Ik dacht dat het goed zou zijn om in je
kamer of thuis nog eens een oude plaat te kunnen bekijken waarop het
stadhuis van Den Haag staat; die wil ik je graag geven. Ik dacht, ik
ontmoet ook in Rucphen collega-wethouders. Wanneer zij momenten hebber
waarop ze voelen dat ze in de Haagse strop zitten dan zou ik ze daar
voor een das willen geven om hen aan dit moment en deze dag te herin
neren. Mijn complimenten aan het college en aan de raad."
Wnd.burgemeester van Oosterbosch dankte voor de woorden en de geschen
ken en hoopte niet dat het college de das wordt omgedaan.
De heer W.C. Kruijf sprak als voorzitter van het C.D.A. Den Haag.
Mijnheer de loco-burgemeester, dank voor Uw vriendelijke uitnodiging
aan het CDA-bestuur om hier met een deputatie te zijn en om een enkel
woord te kunnen zeggen.
Mijnheer de burgemeester -ik zeg dat voor het eerst - voordien zou ik
in Den Haag mijnheer de secretaris zeggen, dames en heren.
Ik kom vandaag voor het eerst in Rucphen. Toen ik samen met de heer
Scholten hier uitstapte dacht ik aan een moment 22^ dag terug. Dat
was in de nacht van donderdag op vrijdag 26/27 november toen we rond
1 uur s-nachts, met z'n drieën, de burgemeester inbegrepen, uit Brus
sel komende, Roosendaal passeerden. We hadden daar een werkbezoek af
gelegd. De ambtenaren bij de EEG, die lid zijn van het CDA en zich
organiseren maken deel uit van de afdeling Brussel, en die valt sta
tutair onder de kring Den Haag. Het was onze eerste kennismaking daar,
i Toen we met de trein Roosendaal passeerden zag ik de spanning op het
i gezicht van de burgemeester, die wist dat hem iets boven het hoofd
hing:zou de benoeming afkomen en wanneer En op 27 november werd dat
een feit toen de Koningin het besluit tekende, inhoudende zijn benoe-
ming tot burgemeester van deze mooie gemeente.
Als ik hier spreek als voorzitter van het CDA dan spreek ik over de
i laatste politieke functie van de heer du Chatinier in Den Haag, nl.
die van secretaris van het CDA sinds 8 oktober 1980 bij de tot stand-
koming van het CDA- als fusie-partij. Ik praat dan over 14 maanden en
ik wist dat het een aflopende zaak zou zijn. Hij had aspiraties in de
I richting, die hij nu bereikt heeft: burgemeester zijn bij voorkeur
1 van een Brabantse gemeente. Ik heb het voorrecht gehad om ook voorzit
ter te zijn van het CDA als federatie in Den Haag, een lange reeks vai
jaren. Wat dat betreft was Den Haag voortrekker. Ik heb de heer du
Chatinier ontmoet als raadslid, als fraktievoorzitter, als lijsttrekke
en als wethouder. Dan voer je gesprekken met hem in die kwaliteit en
je ontmoet hem op verschillende bijeenkomsten. Wij hadden de goede ge
woonte in Den Haag de frakties twee keer per jaar te laten optreden
op een vergadering van kiezers en gekozenen. Het is al gezegd door de
heer Roebroek, hij heeft inderdaad in Den Haag zijn partijtje mee ge
blazen. En hoe heeft hij zich als secretaris ontpopt? U zult dat als
raad binnenkort wel ervaren: enthousiast, dynamisch, bruisend, beweeg
lijk, niet aan z'n hoofd zeuren - het is al gezegd -, een vlot,soms
wel eens te vlot spreker, een man die van werken houdt, van afwerken,
van zaken doen, kortom: een doener.
Ik heb in die 14 maanden wel eens ervaren - en dat zeg ik met een kni]
oog naar de gemeente-secretaris - dat ik als voorzitter ineens mijn
rechterhand miste.Dan was de secretaris aan de wandel in de zaal.Hij I
-9-
Toespraak van
burgemeester
W. du Chatinier.
deed dan zaken met andere leden van het bestuur of met leden van de gro
te vergadering. Hij was dan echt wel bezig maar ik miste hem als vraag-!
baak naast mij. Je kunt als voorzitter van de raad dat natuurlijk niet
meer doen, je moet dan luisteren en antwoorden.
Ik hoop,dat deze dynamische man zich spoedig thuis zal voelen in deze
mooie gemeente, er met zijn gezin met plezier wonen en werken in het
belang van het college, de raad, de ambtenaren en de hele bevolking.
Dan zal het waarachtig wel gaan. Onze felicitaties en de beste wensen
vergezellen je daarbij."
Burgemeester W. du Chatinier sprak de aanwezigen als volgt toe:
"Mijnheer de waarnemend burgemeester,Mevrouw, mijne heren, leden vande
gemeenteraad van Rucphen.
Ik zal niet zo kort zijn als alle vorige sprekers. Daar kunt U dus re
kening mee houden maar de planning is dat we tenminste om half vier
klaar zijn.Die verzekering kan ik U geven.
Bij het aanvaarden van het ambt van burgemeester van Rucphen past aller'
eerst een woord van dankbaarheid. Dankbaar ben ik voor het vertrouwen
dat Hare Majesteit de Koningin in mij heeft gesteld door mij op deze
post te benoemen. Mijn dank strekt zich natuurlijk ook uit tot haar
raadslieden: de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Bra
bant, die in de voorbereiding van de benoeming een belangrijk-aandeel
heeft gehad en de Minister van Binnenlandse Zaken onder wiens verant
woordelijkheid de benoeming tot stand is gekomen.
Mijnheer de waarnemend burgemeester, heeft namens het college van Ruc
phen een aantal mensen uit onze gemeente maar ook van buiten de gemeente
uitgenodigd bij deze plechtige raadszitting aanwezig te zijn.Dat zij di'
uitnodiging hebben aanvaard stel ik, mede gelet op de slechte weersom
standigheden, buitengewoon op prijs. Het stemt mij tot grote vreugde da
hier in de raadzaal ook mijn familie en vele vrienden en kennissen plaat
hebben genomen om de installatie bij te wonen. Het is goed te kunnen co:
stateren dat in de zaal ook velen zitten met wie ik binnenkort bestuur
lijk en ambtelijk bijzonder goed en nauw hoop samen te werken. Ook hen
dank ik voor hun komst.
Leden van de gemeentraad.
Met een diep gevoel van plicht en van de belangrijkheid van het moment
heb ik de installatie, de bevestiging in het ambt, ondergaan. U,mijrihee
de waarnemend burgemeester, heeft mij zojuist de symbolen van het burge^
meesterschap overhandigd: de voorzittershamer en de ambtsketen. Ik aan
vaard de benoeming tot burgemeester van Rucphen volgaarne,uiteraard,
want ik heb deze zelf gezocht. Ik aanvaard de benoeming zonder voorbe— 1
houd en met slechts één doel voor ogen: de belangen van onze gemeente
dienen naar beste weten en kunnen met de inzet van mijn gehele persoon.
Ik ben mij volledig bewust van de zware verplichting die de benoeming o:-
mij legt. De problemen van Rucphen zijn veelomvattend en groot, er is
op gewezen door de wnd.burgemeester en door de raadsleden Schijven en
Vroegrijk, ik denk dan vooral aan de zeer hoge werkloosheid en aan de
woningnood.
Maar ik weet mij omringd door goede mede-bestuurders als de wethouders
van Oosterbosch,Brouwers en Verpaalen en ik weet mij gesteund door een
voortreffelijk ambtenarenkorps dat zijn werk met veel enthousiasme en
liefde doet onder leiding van het geweten van het college: gemeente
secretaris Geerts.
Die overtuiging te kunnen werken met goede mensen heb ik opgedaan bij d
eerste kennismaking met het college by my thuis - nog op de dag dat de
benoeming bekend werd - en bij myn eerste officiële bezoek aan Rucphen,
Uw hartelijkheid toen heeft my diep getroffen.Evenzeer trouwens Uw werk
kracht en Uw dadendrang. Want reeds onder de eerste kop koffie op het
emeentehuis overhandigde U, mijnheer de wnd.burgemeester, mij de be
schouwingen van de raadsleden over de gemeente-begroting 1982 en de
daarop door het college gegeven antwoorden.