-12- In de raadsvergadering van 4 december 1978 werd besloten de gel dende gedragslijn wat de tarieven voor in de gemeente geheven rechten (zoals rioolrecht, reinigingsrechtleges, marktgeld e.d.) betreft te verlaten en deze in beginsel jaarlijks aan te passen, omdat het in het kader van het door de Regering gevoerde overheidstarievenbeieid moeilijk is om opgelopen achterstanden in te halen en hierdoor nog gemakkelijker de door de minister gewenste aanpassingen van matige aard worden bereikt. Gebruikelijk is dat, voor de mate waarin de gemeentelijke tarie ven worden verhoogd, aansluiting wordt gezocht bij de percentuele verhogingen, welke door het Rijk worden toegestaan. Indien de ontwik keling van het kostenpeil daartoe aanleiding geeft, kunnen hogere ver hogingen worden vastgesteld, teneinde te voorkomen dat er financiële tekorten ontstaan, die later niet meer kunnen worden ingehaald. Voor het jaar 1982 is dat onder meer het geval geweest met de tarieven voor het reinigingsrecht en het marktgeld. Ook wij zijn van mening dat in deze slechte economische tijd het onnodig opleggen van zwaardere lasten aan de burgers moet worden voor komen. Beschikbaar komen van éénmalige middelen in de dlëflst I96I. 0 n d -Rs Antwoord: Naar het zich laat aanzien zal ook in de dienst 1981 een aan zienlijk bedrag aan éénmalige middelen beschikbaar komen. De reden hiervan is onder meer dat de rentelasten voor nieuwe kapitaalswerken steeds voor een vol jaar en over het gehele te investeren bedrag wor den geraamd, terwijl voor verschillende van die investeringen de ren telast betrekkelijk gering is omdat in de loop van het jaar de inves tering nog slechts voor een gedeelte werd gedaan, In totaal gaat het hier om een bedrag van rond ƒ,500,000, Daarnaast zijn er tevens middelen beschikbaar gekomen als gevolg van de omstandigheid dat de gemeente in de loop van het jaar 1981 overtollige kasgelden tijdelijk heeft kunnen beleggen bij de N.V.Bank voor Nederlandse Gemeenten. Als gevolg hiervan kan ook het in de be groting 1981 geraamde bedrag aan"rente en provisie van tijdelijk ter voorziening in de behofte aan kasgeld opgenomen gelden" geheel tot nihil worden teruggebracht, In totaal gaat het hierbij om een midde lenbedrag van rond ƒ,750,000, Ook op de post "middelen ter dekking van nieuwe kapitaals- en andere uitgaven" is nog rond ƒ,100,000,beschikbaar omdat de uit voering van enige punten van het investeringsprogramma 1981 in dit jaar nog niet ter hand kon worden genomen. Naar raming zal door al de genoemde factoren een bedrag van rond ƒ.1.350,000,aan middelen beschikbaar komen, welke kunnen wor den aangewend voor het doen van extra-afschrijvingen op gedane inves teringen c.q. reservering voor bepaalde doeleinden. Zodra meer in zicht is in het uiteindelijke resultaat van de dienst 1981 zullen wij u terzake de nodige voorstellen doen. Onderwerp; Bespaarde rente i.v.m. reservering voor uitbrei- ding en verbouwing van het gemeentehuis Antwoord: In de concept-begroting 1982 is wat de bespaarde rente met be trekking tot de gemeentelijke reserves (zoals saldi-reserve, bestem mingsreserves e.d.) betreft inderdaad een percentage gebezigd van 8. De huidige rentetarieven, gevolg van een overspannen kapitaal- en geldmarkt, rechtvaardigen een hogere rentetoerekening, doch wij zijn voorstander van een geleidelijke optrekking van het besparings percentage (begroting 1979 en 1980 - 7i%» begroting 1981 en 1982 - van Ginneken van Ginneken van Ginneken -13- Onderwerp: Uitbreiding van personeel Antwoord: Bij de raming van de salarisposten in de begroting 1982 werd uitgegaan van de vast6bezettingsregeling voor het personeel per 1 ja- nurai 1981, terwijl de salarislasten verwerkt werden naar het peil van 1 juli 1981 Voor nadien getroffen en nog te treffen personeelsuitbreidingen zijn tot een bedrag van ƒ.300.000,middelen gereserveerd op hoofd stuk XIII, paragraaf 2, van de gewone dienst. Als gevolg van de ver zwaring van de gewerkte-dagen-eis in de Werkloosheidswet en de Wet Werkloosheidsvoorziening is op datzelfde hoofdstuk een bedrag van rond 75*000,gereserveerd voor personeelsuitbreiding op de afde ling sociale zaken. van Ginneken van Ginneken Onderwerp: rampenplan Antwoord: Op 25 maart 1980 is door de raad besloten dat er een rampenplan moet worden vastgesteld. De vaststelling van dit plan geschiedde bij besluit van de burgemees ter en burgemeester en wethouders van 7 mei 1980,aan de hand van een door de provincie vastgesteld model® Intussen is de Rampenwet tot stand gekomen. Ter pro vinciale griffie is men thans doende het door hen uit gegeven raamwerk voor een gemeentelijk rampenplan te vergelijken met de eisen die in de wet aan de gemeen telijke rampenplannen worden gesteld. Waar nodig wordt het herzien en aangepast aan de wet. Zodra dit is ge beurd wordt een herzien raamwerk aan de gemeenten toe gezonden zodat ook zij de nodige wijzigingen in hun rampenplannen kunnen aanbrengen. De herziene rampenplannen moeten daarna door de raad worden vastgesteld en worden medegedeeld aan Gedeputeer de Staten. Onderwerp: Beloningen vrijwillige brandweer. Het geraamdë bedrag is 11.000,lager dan de rekening voor het jaar 1980 aangeeft. Antwoord: De vaste beloningen voor het brandweerpersoneel zijn aan de hand van de bezoldigingsverordening geraamd. Hierin worden de percentages van de algemene salarisverhogingen voor het rijkspersoneel verwerkt. Niettegenstaande de (geringe) stijging van de vaste vergoedin gen is toch rond 11.000,minder geraamd dan wordt aan gegeven in de rekeningkolom voor het jaar 1980. In dat jaar is evenwel aan vergoedingen wegens gemaakte oefen- en branduren ruim 11.000,meer uitgegeven dan oorspronkelijk werd geraamd. Dat kwam omdat er méér branden waren dan werd voorzien. Het thans voor oefen- en branduren opgenomen bedrag ad 30.000,wordt geacht toereikend te zijn voor het komende jaar.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1981 | | pagina 74