-10-
Is de achterstand in woningbouw in Zegge wat ingelopen? In 1981
zijn in Zegge 27 woningen in aanbouw genomen (16 woningwetwoningen,
7 particuliere woningen op gemeentegrond en 4 particuliere woningen
op eigen grond). We kunnen gerust zeggen, dat dit een goed resul
taat is. Een premieaanvrage voor 10 koopwoningen-A is ingediend in
Den Bosch en wij hopen, dat deze aanvrage in 1982 zal worden inge
willigd.
Voor wat betreft de stand van zaken met betrekking tot de grondaan
kopen in de diverse bestemmingsplannen kan worden medegedeeld, dat
in de plannen De louwen en De Aanwas alle benodigde grond is aange
kocht en dat in de plannen De Branden en De Gagel Rijzen nog respec
tievelijk 2 a 2^ en 5 I 6 ha grond moet worden aangekocht. Vrijwel
met alle eigenaren zijh reeds contacten gelegd.
Onderwerp: Woningstichting Rucphen
Omdat in deze raad al bij verschillende gelegenheden opmerkingen zijn
gemaakt over de Woningstichting Rucphen en dan met name over de wo
ningverdeling en de inzage van de begroting en rekening van de stich
ting wil ik aan mijn antwoord op de vragen op het terrein van de wo
ningbouw in het algemeen nog het volgende toevoegen:
Bij het destijds (28 oktober 19^9) genomen raadsbesluit tot ovei>-
drachr. van de woningwetwoningen aan de Woningstichting Rucphen werd
onder punt 12 van de opgenomen voorwaarden bepaald, dat de Stichting
de woningen slechts zal verhuren aan personen die door burgemeester
en wethouders daartoe zijn aangewezen zolang zulks naar het oordeel
van het gemeentebestuur nodig is. Ter toelichting in het raadsvoorstel
werd vermeld dat deze bepaling berustte op de heersende woningnood in
deze gemeente, maar het streven er op gericht diende te zijn dat ook
toewijzing van de woningen te zijner tijd volledig door het Stich
tingsbestuur zou geschieden.
Tot 1 januari 1972 geschiedde de toewijzing van de woningen door
ons college, daarbij voorgelicht door de wethouder van sociale zaken;
de administratie werd op de afdeling sociale zaken gevoerd.
Eind 1971 werd door ons college, in overeenstemming met het eer
der genomen raadsbesluit, besloten de woningtoewijzing met ingang van
1 januari 1972 over te dragen aan het bestuur van de Woningstichting
Rucphen. Reden hiervoor was dat op dat moment de echte woningnood
grotendeels gelenigd was (er was een aanvaardbaar tekort aan woningen,
hetwelk er in wezen altijd moet zijn om leegstandsverlies te voorko
men).
Op 50 december 1971 werd deze overdracht openbaar bekend ge
maakt in de dagbladen De Stem en Brabants Nieuwsblad en in De Hefboom.
Omtrent de inschrijvings- en toewijzingseisen van de woningen
'zijn door de Woningstichting Rucphen een aantal criteria aangelegd.
De daadwerkelijke toewijzing van de woningen geschiedt door een
Commissie, gevormd uit het Algemeen Bestuur van de Woningstichting
Rucphen en waarin ieder kerkdorp is vertegenwoordigd.
Uit het vorenstaande valt op te maken dat het toewijzingsbeleid
van de woningen thans is voorbehouden aan de Woningstichting Rucphen
en de gemeente als gevolg van de gesloten overeenkomst met de Stich
ting (in casu de overdracht van het toewijzingsbeleid) niet zonder
meer bevoegd is deze taak wederom aan zich te trekken. Omtrent de door
de Stichting gehanteerde toewijzingscriteria kunnen, in onderling over
leg, wel nadere regelen worden gesteld.
Vroegrijk
Goetstouwers
Verschillende
raadsleden.
-11-
van Overveld
Schijven
Gabriëls
Wat de financiële stukken en bescheiden van de 'Woningstichting
Rucphen betreft is in genoemd raadsbesluit onder meer bepaald dat:
- de Stichting verplicht is jaarlijks vóór 1 september een begroting
op te stellen volgens een door burgemeester en wethouders voorge
schreven model;
- zij verplicht is haar financiële administratie per halfjaar te doen
controleren door het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële
Adviezen te 1 s-Gravenhage of een ander door het gemeentebestuur er
kend accountantsbureau;
- zij is verder verplicht binnen 3 maanden na het sluiten van het boek
jaar de jaarrekening op te maken en deze ter goedkeuring aan het ge-j
meentebes tuur voor te leggen onder bijvoeging van een verslag inzake]
de deugdelijkheid der rekening, opgesteld door de genoemde controle
instantie;
- van de begroting en het halfjaarlijks controlerapport wordt een ex
emplaar aan het gemeentebestuur gezonden ter kennisneming;
- indien burgemeester en wethouders weigeren de rekening goed te keu
ren, kan de Stichting binnen één maand te rekenen vanaf de dagteke
ning van de met redenen omklede beslissing bij de gemeenteraad in
beroep komen.
In 1977 werd ook van Rijkswege regelen gesteld met betrekking
tot de positie van éen toegelaten instelling (in casu de Woningstich
ting Rucphen) en hun verhouding tot de overheid, dit mede met het oog
merk de instellingen een grotere vrijheid en zelfstandigheid te geven.
Ingevolge artikel 27 van de beschikking "Regelen exploitatie
toegelaten Instellingen" van 26 april 1977 moet de Woningstichting
tenminste twee maanden vóór het einde van een boekjaar een begroting
opstellen van onderhoudsuitgaven voor het volgende boekjaar.
Een exemplaar van deze begroting moet uiterlijk één maand vóór
de aanvang van het boekjaar waarop deze begroting betrekking heen aaj
burgemeester en wethouders worden overgelegd.
Goedkeuring van de begroting door burgemeester en wéthouders of de
raad is derhalve niet vereist.
Ingevolge artikel 26 van het "Besluit toegelaten instellingen
volkshuisvesting" is de Woningstichting verplicht jaarlijks een bere
deneerd verslag op te maken van haar werkzaamheden alsmede een jaar
rekening. In een afzonderlijke beschikking zijn hieromtrent nadere
voorschriften gegeven
Uit het vorenstaande moge blijken dat het toezicht, voor zover
daarvan in verband met het autonome karakter van de Stichting sprake
kan zijn, is opgedragen aan ons college. Het ontmoetygeéfi bezwaar dat
de aan ons college gerichte financiële stukken en bescheiden van de
Stichting voor de raad bij de ingekomen stukken ter
inzage worden gelegd.
Onderwerp: Verhoging plaatselijke belastingen en rechten
Antwoord:
Zoals bekend geldt in onze gemeente de gedragslijn om de tariefs
aanpassingen voor de gemeentelijke belastingen (zoals onroerend-goed-
belastingen, hondenbelasting, woonforensenbelasting, enz.) om de 2
jaar te doen plaatsvinden.
Deze tariefsaanpassing voor de gemeentelijke belastingen vond laatste
lijk plaats per 1 januari 1981De eerstvolgende trendmatige verho
ging van de plaatselijke belastingen is derhalve 1 januari 1983.