Onderwerp:
Bestemmingsplannen en woningbouw
Antwoord:
Alle fracties op één na hebben aandacht besteed aan het woningbouw-
probleem. In de ene fractie lag het accent op dit en bij de andere
fractie op dat. Zeker is wel, dat het groeiend woningprobleem alle
gemoederen bezighoudt.
Gesignaleerd wordt terecht, dat omtrent de toekomstige woningbouw
overeenstemming is bereikt tussen provincie en gemeente, zowel voor
wat betreft de totale gemeente als voor wat betreft de afzonderlijke
kernen. Dit stemt tot tevredenheid.
Enigen vragen zich af, of de"nota Rucphen onder dak" resultaten heeft
geboekt en zo ja welke. Dit punt kan kort worden beantwoord: de nota
Rucphen onder dak was een onderbouwing van de Nota nadere koersbepa
ling voor wat betreft de toekomstige woningbouw, zodat kan worden ge
zegd, dat deze nota mede heeft geleid tot genoemde overeenstemming
tussen de provincie en de gemeente.
Het aantal woningzoekenden groeit schrikwekkend. Er moet wat aan ge
daan worden. Uit de overeenstemming met de provincie volgt een be
paald woningbouwprogramma. Nog niet is bereikt, dat de gemeente kan
anticiperen op het woningbouwprogramma in die zin dat de gemeente
in de komende jaren versneld kan bouwen. Zou dit al mogen, dan is
dit in de praktijk toch niet haalbaar, omdat van rijkswege minder
geld beschikbaar wordt gesteld voor woningbouw dan nodig is en omdat
van particuliere zijde weinig of geen animo bestaat om te bouwen.
Het enige wat de gemeente kan doen is zorgen - in samenwerking met
de Woningstichting - dat er voldoende plannen liggen bij de provin
ciale directie in Den Bosch en dat geprobeerd wordt (zowel schrifte
lijk als mondeling) zoveel mogelijk plannen goedgekeurd te krijgen.
Enige fracties vragen zich af, of burgemeester en wethouders wel vol
doende hebben gedaan om extra-toewijzingen te verkrijgen. Zij schij
nen te menen, dat de inspanningen daartoe kunnen worden afgemeten
aan de resultaten. Thans is het zo, dat éérst met de provincie over
eenstemming moet bestaan omtrent het woningbouwprogramma en dat ver
volgens de richtcontingenten worden vastgesteld. Gaat het om extra
woningen binnen het woningbouwprogramma, dan zijn er nog wel eens
mogelijkheden; gaan die extra's béven het woningbouwprogrwnma, dan is
de kans op extra-woningtoewijzing door de provinciale directie van
de volkshuisvesting bij voorbaat kansloos, zeker in deze tijd waar
in door élle gemeentaigeschreeuwd wordt om méér sociale woningbouw
en het rijk de beurs eerder moet sluiten. Het simpel naar "Den Haag"
of "Den Bosch" stappen, wat vroeger wel successen opleverde, is dus
verleden tijd. Dit neemt niet weg, dat met"Den Bosch" (provinciale
directie, planologische dienst, provinciale griffie) goede en regel
matige contacten worden onderhouden.
Er is gevraagd om extra—aandacht voor de ingediende premiekoopwo—
ningen-A en of hieromtrent al een bespreking heeft plaatsgevonden
tussen de provinciale directie van de volkshuisvesting, het bestuur
van de Woningstichting Rucphen en de gemeente. Van de zijde van de
provinciale directie is ons reeds eerder medegedeeld, dat deze wonin
gen in 1981 niet meer gehonoreerd kunnen worden op basis van uit Den
Haag ontvangen instructies(geld is op). Aan het bestuur van de Wo
ningstichting Rucphen is toegezegd tesamen met dat bestuur overleg
te zullen plegen met de provinciale directie hieromtrent.We hopen,
iat dit gesprek op korte termijn zal kunnen plaatsvinden.
-9-
Enigen wijzen erop, dat de particuliere bouw terugloopt. Gewezen
wordt daarbij (door dhr.Luijks) op het daardoor optredende rente
verlies en daaruit voortvloeiende stijging van grondprijzen, hetgeen
op zijn beurt weer tot gevolg heeft een stijging van het aantal wo
ningzoekenden in de huursector. Deze opmerkingen zijn terecht, maar
wij zijd niet bij machte hierin verandering te brengen. Met name de
door dhr.Jaspers aanbevolen suggesties (meer gelegenheid geven om te
bouwen op eigen grond, verlaging van de bouwgrondprijzen en opzij
zetting van de Wet op de Ruimtelijke Ordening e.d.) zijn hiervoor
niet geschikt.
Van rijkswege (zie regeringsverklaring van Van Agt) wordt thans ge
stimuleerd de bouw van kleinere betaalbare woningen. Hiermee kunnen
worden bedoeld: kleine eengezinswoningen in rijenbouw en zg.HAT-wo-
ningen. De opzet hiervan is, dat het rijk minder geld behoeft uit te
geven voor hetzelfde aantal woningen en dat de mensen voor een woning
minder huur behoeven te betalen. Hier gaat het dus niet om een extra
kans voor de gemeente om méér te bouwen, doch slechts om een kans om
énders te bouwen. Eind dit jaar zullen plannen voor 65 HAT-woningen
bij de provinciale directie zijh ingediend. Er is dus door de Woning
stichting en gemeente al duidelijk ingespeeld op het(gewijzigdeRijks
beleid.
Dhr.Luijkx constateert, dat voor de HAT-woningbouwplannen bestemmings
plannen moesten worden gewijzigd; hij acht dit een tijdrovende en
kostbare zaak; hij is van mening, dat tijdig met de woonwensen van
de woningzoekenden rekening moet worden gehouden. Ter toelichting
hierop vermelden wij dat bestemmingsplannen een
lange voorbereidingstija eisen en dat niet altijd alle nieuwe ont
wikkelingen kunnen worden voorzien. Daarom is in de bestemmingsplan
nen een bevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen die het
mogelijk maken de plannen te wijzigen in verband met zich wijzigen
de mogelijkheden en behoeften; m.a.w. de bestemmingsplannen zijn
flexibel opgezet en er is geen sprake van dat het werk - in de vorm
van bestemmingsplanherzieningen - móet worden overgedaan. De bestem
mingsplannen bieden mogelijkheid tot verdichting, bv. De Louwen met
ca. 10%, Gagel Rijzen met ca.35% en het in voorbereiding zijnd plan
De Branden ten opzichte van het eerdere plan 35-45%.
Uit regelmatige contacten met de Woningstichting Rucphen zijn wij
met de huisvestingsproblematiek goed op de hoogte. Hiervoor kunnen
wij verwijzen naar onze nota's Rucphen onder dak. Met die problema
tiek wordt uiteraard terdege rekening gehouden bij de bestemmingsplan
voorbereidingen. De huidige voorbereidingen geschieden door de be
treffende afdelingen van de gemeente (juridisch, technisch en finan
cieel) in samenwerking met het Bureau voor Ruimtelijke Ordening Van
Heesewijk, dat hiervoor deskundigen inzet naargelang daaraan behoef
te bestaat. Uitbreiding van deze voorbereidingsgroep, di® goed func
tioneert, achten wij niet gewenst.
A&n de
suggestie om eem bepaalde werkgroep opdracht te geven om de hui
dige bestemmingsplannen te toetsen aan de praktische haalbaarheid
van de woningbouw is in feite al voldaan. Genoemde voorbereidings
groep is thans reeds bezig om te bezien, of en
in hoeverre verdienting van de woningbouw binnen de huidige bestem
mingsplannen mogelijk is en of en in hoeverre herziening van bepaalde
bestemmingsplanonderdelen noodzakelijk is.
Wat de woningbouw betreft te Schijf kan worden opgemerkt, dat deze
uitsluitend vertraagd werd doordat aanvankelijk moeilijkheden be
stonden met betrekking tot de grondverwerving en later doordat het
plan weer geheel moest worden omgezet om een financieel aanvaardbare
opzet te verkrijgen. Tegen het ontwerp-bestemmingsplan zijn een
7-tal bezwaren ingediend, waarvan niet bij voorbaat gezegd kan wor
den dat deze de zaak niet vertragen.