I) (9 deel, het is mij zeer aangenaam, want ik geloof te kunnen zeggen, dat de problemen tussen de gemeente Rucphen en de gemeente Esschen niet al te veelvuldig waren. Het gevolg was helaas, dat we niet al te veel contacten hadden. De contacten die we hadden gebeurden dan ook meestal in Benego-verband, in welk verband ik U ook heb leren kennen en waarde- ren. Als ik zeg,dat we niet veel problemen hadden dan overdrijf ik natuurli in die zin dat er wel enkele waren. U zult misschien denken dat we het er om gedaan hebben maar onze stortplaats ligt nu eenmaal op een voor U niet al te gelukkige plaats. Het schijnt dat er wat te veel wordt gebrand en dat onze brieven in antwoord op üw brieven dikwijls weinig overtuigend klonken. Een meer positief punt dat ik wil onderstrepen is - nu de problemen zich voor het merendeel zullen blijven afspelen in de randgebieden Schijf en Horendonk - dat IJ, nog maar pas burgemeester zijnde, in dat randgebied het Benego-bos hebt mee helpen aanplanten. Ik mag niet zeggen dat het Uw schuld is dat het de eerste keer mis lukt is, maar toen we na enkele jaren aan her-planting begonnen zijn is het wel beter gegaan. Ik hoop, dat dit Benego-bos, zo dicht gelegen bij de Nederlandse grens, een expressie mag blijven van onze samenwer king en het feit, dat we toch samen êên groot gebied uitmaken met men sen van dezelfde mentaliteit en karakter. Dan denk ik aan hetgeen toch wel een triomph-moment was in onze geschiedenis van onze gemeenten, dat wij konden beschikken over een zeer goede wegverbinding tussen Rucphen, over Schijf en Horendonk, naar Esschen. Ik herinner me daarbij nog de echt Brabantse-Kempische manier waarop deze weg werd ingehuldigt Dat bewijst dat onze en Uw mensen uit hetzelfde hout gesneden zijn.Het was plezierig samen te werken.Dat samenwerken in Benego-verband heeft misschien niet zoveel zichtbaar resultaat afgeworpen maar we kunnen toch zeggen dat naast het zakelijke en nuchtere, U een man was, die oog had voor het menselijke, voor het concrete, voor het verenigings leven vooral en als wij in Benego-verband spraken over bestuurlijke regelingen, dan was dat voor IJ niet het belangrijkste.Het menselijk contact was belangrijker.Ik denk b.v. aan het muziekconcoursdat op üw initiatief is doorgegaan. Dit is allemaal reden genoeg om U ook vanuit Esschen dank te zeggen, want als het waar is dat Rucphen een goed bestuurder verliest dan ver liezen wij een goede collega. Wij hebben ovèrigens alle respect voor Uw beslissingen,die U genomen hebt.Het zal weer even wennen zijn wan neer er een opvolger komt. U hebt inderdaad gekozen om weg te gaan - iets vroeger dan voorzien - zoals ik begrepen heb uit hetgeen hier is gezegd. Men heeft gesproken over VUT - maar dat ken ik niet - maar ook iets gezegd over PIT en dat ken ik wel, dat begrijp ik best. U hebt natuurlijk op een of andere wijze een economische wet overtreden door vroeg weg te gaan maar ik geloof dat U op die manier Uw eigen wet hebt gevolgd, een wet die zegt: Ik richt mijn leven in zoals ik zelf wil. En ik zou zeggen: Ge hebt nog groot gelijk ook. Want collega, mag ik even - en het is natuurlijk geen referentie,dat weet ik - de woorden aanhalen van onze eerste minister, die gedwon gen werd van niet met pensioen te gaan maar toch ontslag te nemen, die ooit heeft gezegd:"Wie werkt als een paard is een ezel". Waarde collega,mevrouw Derckx, het gaat U beiden goed. Ik weet dat U ir deze gemeente blijft wonen, daarom zou ik zeggen: het gaat ook de ge meente Rucphen goed. Het is normaal dat dit woordje van sympathie van onzentwege afgesloten wordt met een kleine herinnering.Wij zijn ge durende elf jaar iets vèrgeten, namelijk' datgene te doen wat ons wordt opgelegd door onze voogdij-overheden en dat is: telkenjare de stand var de grenspalen te onderzoeken. Vermits wij dat al die jaren zijn verget< en vermits U nu enige tijd vrij krijgt zou ik U willen voorstellen dat werk goed te maken. Ik zal zo vrij zijn U een miniatuur-grenspaal als herinnering daaraan aan te bieden. Ik dank U0" Pastor B. van Beek uit Rucphen sprak hierna namens de regio pasto res van de vijf kerkdorpen). 'Heer en mevrouw Derckx,familie,Dames en ^eren. Toen de uitnodiging kwam om deze raadsvergadering bij te wonen stond er ook bij: wilt U eventueel het woord voeren.Ik heb daar even rugge- ■8- jk X. Toespraak van pastor B.v.Beek Rucphen. -9- «samsom 17192 ii p; spraak over gehouden. Ik heb me af gevraagd, past dat nog wel helemaal in deze tijd.Als ik het nu doe is dat dan misschien nog een overblijf sel van het verleden.Ik dacht van niet. Ik wil dat even verduidelijken met een tekst,die ik gevonden heb in de krant.Het is een interview ge weest met Lech Walesa,die in het Westen op bezoek was en een journalis hem toen vroeg hoe het hem bevallen was en wat hij zoal van het Westen dacht. Misschien is het goed het antwoord van Walesa voor te lezen: "De individule mens moet meer tijd krijgen om zichzelf te ontdekken. Je moet in de gaten houden dat de wereld niet met onze generatie is begonnen en ook niet met onze generatie zal eindigen.Ik denk dat jul lie dat in het Westen een beetje uit het oog zijn verloren. Wij zijn de banden,die wij vóór de oorlog met de traditie hadden niet kwijt. Wat voor betekenis heeft al het geld en de welvaart die jullie in het Westen hebben als je de wortels verliest.Wij zijn allemaal ergens van' daan gekomen en gaan allemaal ergens naar toe.Daarvan zijn wij ons be-' wust en daarom houden wij vast aan ons geloof dat ons een hoger doel geeft" Het is m.i. een belangrijk citaat.Er zijn wortels met de traditie en met het verleden.Wanneer ik denk aan de oorspronkelijke aanspreektitel van een burgemeester dan was dat: edelachtbare heer burgemeester.Dan denken wij bij het woordje "edel" aan de edelen en de adel. Straks nog maakte een collega de opmerking: het lijkt wel de middeleeuwen, we zitten hier met z'n allen als geestelijken nog op een kluitje. Adel,geestelijkheid en burgers, dat brengt ons in de tijd van de 14e. eeuw toen de heerlijkheid Rucphen ontstond in 1357. Er wordt wel eens de vraag gesteld: wat was er het eerst, de parochie of de gemeente, maar in dit geval was de heerlijkheid Rucphen het eerst en later is er een kerk (parochie) gesticht,nl,in 1464. Gemeente en parochie(s) hebben toch nog het een en ander met elkaar te maken.Niet alleen wat betreft vriendelijkheden om bij bepaalde gelegen heden over de vloer te komen om dan uiting te geven van gevoelens van dankbaarheid en genegenheid maar er zijn banden door het geloofbanden met de traditie,met de cultuur en met de godsdienst. Dat is dan ook wel een beetje de reden waarom ik hier sta. In de krant staan wel eens meer interessante artikelen.Zaterdag jl. stond er een artikel over een heel merkwaardige bijeenkomst die gehou-j den is in Roosendaal.Dat was een bijeenkomst van het Provinciaal Ge nootschap voor Kunsten en Wetenschappen.Men heeft zich daar bezig ge houden over: Brabant als bron van verhalend proza en het Gewest als bron van frustratie en van rancune.Ik weet niet goed of men met Gewest ook Brabant bedoelde maar men had— zo heb ik begrepen iemand inge huurd, die de knuppel in het hoenderhok moest gooien, nl. een zekere Leon de Winter, die ik overigens helemaal niet ken. Die Leon de Winter heeft daar enkele enormiteiten gezegd over Brabant, heel erg onvriende lijke dingen ook. Hij had het b.v. over Brabant met zijn afschuwelijke feesten en hij zei ook iets over bestuurders nl. Brabant met zijn zelf' ingenomen,bekrompen en ziekelijk vriendelijke bestuurders. Ik denk dat dat vanmiddag helemaal niet van toepassing is wanneer we van U af schei nemen als bestuurder van de gemeente, want zo zal niemand U hebben er varen. Ik weet niet of U zich een echte Brabander voelt.Brabant is trouwens ook heel erg veranderd.Ik denk dat U in de bevolking van deze' streek toch een eigenschap hebt ontdekt waar U zich een beetje aan ver.' want voelt.Ik heb het tenminste zelf wel zo ervaren. Ik klap misschien een beetje uit de school als ik een verhaaltje vertel wat ik uit de mond van Uw vrouw heb vernomen nl. toen U gebeld hebt naar de provinci.' in verband met het op handen zijnde afscheid hier schijnt dat daar eni-1 ge verbazing gewekt te hebben.Men zou daar gezegd hebben: Burgemeester Derckx opgebeld,dat kan niet over moeilijkheden gaan, want die lost hij ©If op. Ik denk dat dat ook een beetje de aard is van de mensen in' deze streek. Moeilijkheden die lossen we zelf op. Ik voel dat tenmin ste zo en misschien hebt U dat ook zo wel ervaren. Bij verschillende gelegenheden heb ik - soms wat verscholen tussen de mensen want we hoeven niet zo op te vallen - U het woord horen voeren

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1981 | | pagina 45