komen moest worden dat een vierde bestuurslaag gevormd zou worden. Vandaag blijkt,dat vele anderen steeds meer de zienswijze van Ruc- phen delen. Wij zijn oprecht verheugd,aldus de heer Claessen,dat er nu geen belemmeringen meer zijn om aan de overleg-structuur deel te kunnen nemen. Het college van B. en W. verdient lof voor de wijze waarop het deze zaak gestuurd heeft naar deze voor onze gemeente goede oplossing.Wij hebben nu geen reden meer langer aan de kant te blijven.We kunnen nu mee gaan werken aan het goede overleg met de andere gemeenten in het streekgewest, aldus de heer Claessen. De heer van Ginneken betoogde,dat het streekgewest in belangrijke mate is tegemoetgekomen aan de eisen,die de gemeente Rucphen heeft gesteld om toe te treden tot het gewest. Onze grote bezwaren in 1973 waren, dat wij niet bereid waren zonder meer bevoegdheden af te stas n aan het streekgewest. Ons werd voorgehouden dat de regeling een "lichte" regeling zou zijn terwijl uit alles bleek dat het wel dege lijk een "zware" regeling was. Tijdens de bezinningsronde is meer begrip getoond voor ons standpunt. Moeite hebben wij nog wel met de passage in de bezinningsnota van het streekgewest "dat men de gewes telijke ontwikkeling wil voortzetten in het spoor van verlengd lo kaal bestuur". Het doet ons evenwel groot genoegen, dat het streek gewest ook niet kiest voor een vierde bestuurslaag,aldus de heer van Ginneken. Wij hebben ons,aldus de heer vroegrijk, in de vergadering van 28 augustus 1978 akkoord verklaard met het voorstel van B. en W. inzake standpuntbepaling ten aanzien van het streekgewest.Wij hebben als raad steeds de zienswijze van het college gevolgd en de argumenten ten aanzien van de voorwaarden die wij stelden voor toetreding steed): gesteund. Nu deze problemen zijn opgelost blijkt het college toch nog met het probleem "verlengd lokaal bestuur" te zitten0 Wanneer dit deel uit maakt van ons commentaar zal dit het streekgewest zeker bevreemden. Iedereen ging er van uit, dat de problemen nu opgelost waren en onze gemeente zou toetreden tot het streekgewest.Nu zal men gaan spreken van onwilligheid van onze gemeente. De bezwaren,die nu geuit worden hadden eerder achterhaald moeten worden.Met de term "verlengd lokaal bestuur" kunnen wellicht ook regionale overeenkomsten bedoeld worden b.v. de brandweer, ambulancedienst enz. Wanneer bepaalde gemeenten op eigen initiatief afzonderlijke regelingen wensen, dan kan men niet eisen dat andere gemeenten, die de desbetreffende taken zelf wel aankunnen, ook dienen deel te nemen aan die regelingen. De heer Vroegrijk zag graag een meer gerichter stellingname vanuit de gemeente.We kopen er niets voor steeds andere argumenten aan te dragen waardoor de uiteindelijke beslissing steeds wordt uitgesteld. We kunnen evengoed zeggen: we wachten af tot dat er wat meer duide lijkheid is in de reorganisatie van het binnenlands bestuur. Niet tegenstaande kunnen de 5 fracties een heel eind meegaan met het ge stelde in de nota, omdat het gewestgebeuren op tal van punten nog een onzekere zaak is. Voorzitter: het is een duidelijk streven van Rucphen, dat er geen vierde bestuurslaag ingevoegd moet worden. Dat speelt ook landelijk en deze stellingname wordt ook bijna overal aanvaard. Wij hebben destijds gesteld te zullen toetreden tot het streekgewest mits aan de twee voorwaarden door ons gesteld zou worden voldaan. Gelet op de bezinning,zoals die nu in het streekgewest heeft plaats gevonden is aan onze voorwaarden voldoende tegemoet gekomen.Dat be tekent dus dat wij, gezien het destijds genomen raadsbesluit, zijn toegetreden. Deze bezinningsronde is bedoeld om mee te denken. Iedereen mag op en aanmerkingen maken, commentaar leveren en vragen stellen. In deze zin moet het commentaar onzerzijds worden gezien.Wij blijven in deze waakzaam en willen blijven meedenken. Straks krijgen wij een nieuwe regeling voorgelegd waarop de raad zal moeten beslissen. De heer Jacobs vond de artikelen bij het commentaar gevoegd te een zijdig gericht.Een wat uitgebreider lijst van lectuur, waar in ook andfere partijen hun visie gaven, diende te worden toegevoegd. -5- XVIIao Nota inzake Me morandum reorga nisatie binnen lands bestuur. [VIII Benoeming gemeen te-secretaris. Samsam. 17192 ii p 50 Voorzitter: als men commentaar levert over bepaalde zaken mag men dit ook met bewijzen en publicaties staven,, De raad verklaarde zich hierna akkoord met het gestelde in het com mentaar van burgemeester en wethouders. Nota inzake Memorandum reorganisatie binnenlands bestuur. De heer van Ginneken zei geheel achter deze nota te staan. Er worden nog eens een aantal feiten op een rijtje gezet. Wij zijn ervan over tuigd, dat niemand de bestuurlijke eenheid van Noord-Brabant nodeloos zal willen verbreken. Het zijn echter de volgende twee vragen, die beantwoord moeten worden,t.w. 1. zijn de regionale belangen van onze bevolking zo groot dat hier voor een afzonderlijke territoriale vorm van algemeen bestuur nodig is, en 2. zijn de taken welke de regering aan de provincie-nieuwe-stijl wil geven zodanig dat een verdeling van de provincie Noord-Brabant no dig is om die taken in het belang van onze bevolking goed te ver vullen. Dan pas geldt de vraag of Brabant in twee of drie delen gesplitst moet worden of dat Brabant één moet blijven. Voorzitter: wij hebben nooit vooraan gelopen om te zeggen, dat Bra bant verdeeld moet worden. De gang van zaken zoals die nu is kan o.i. rustig gecontinueerd worden. Maar er zijn nieuwe bestuursvormen op komst. Met deze nieuwe bestuursgedachten zullen we rekening moeten houden. Wij blijven echter volledig afwijzend staan tegenover een vierde bestuurslaag.De opdeling van Brabant mag niet ten gunste gaan van een vierde bestuurslaag, maar daar ziet het er niet naar uit. aldus de voorzitter. De raad verklaarde zich hierna volledig akkoord met de nota van bur gemeester en wethouders. Benoeming gemeente-secretaris. Er heeft een schriftelijke stemming plaats. De voorzitter benoemde de heren Boeren en Luijkx als stem-opnemers. Uitgebracht werden 17 stemmen, waarvan 9 stemmen op de heer H.Geerts en 8 stemmen op de heer L. Cooijmans. De heer Geerts is derhalve benoemd, per 1 juni 1979, als nieuwe se cretaris van de gemeente Rucphen. Na deze stemming vroeg de heer Jaspers het woord. De voorzitter vroeg een en ander op het zakelijk vlak te houden en niet in het persoonlijke te treden. De heer Jaspers gaf de motivering van de oppositiepartijen, waarom de- •ze niet op kandidaat 1 maar op kandidaat 2 van de aanbeveling van bur gemeester en wethouders hadden gestemd. De heer Jaspers vond, dat er niet voldoende openheid en inspraak was betracht en dat de beide kandidaten geen gelijke kansen hadden gekre gen. Met het leeftijdsaspect is geen rekening gehouden. Er is onvol doende gesproken over de diploma's die de kandidaten bezitten. Kandi daat 2 heeft het diploma GA-II méér, waarvoor een uitgebreide studie nodig is. Burgemeester en wethouders hebben alleen gekeken naar de beste man op financiën en de secretaris zou nog drie maanden blijven (of mis schien wel langer) om deze kandidaat in te werken. Voor kandidaat 2 zou dit allemaal niet nodig zijn want met de diploma's GA-I,GA-II en Gemeentefinanciën had deze een volledig bestuurlijk-jurische oplei ding, aldus de heer Jaspers. Kandidaat 2 heeft voor GA-II en Gemeen tefinanciën van 1969 t/m 1978 bij Laurillard correctiewerk verricht, hetgeen volgens de heer Jaspers inhield, dat hij zelfs aanwijzingen moest geven, hoe men met de gemeente-financiën moest omgaan.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1979 | | pagina 8