De heer Jacobs verklaarde zich akkoord met de grote lijnen in de nota De overloop vanuit de Randstad is z.i. niet toelaatbaar in verband met de vele woningzoekenden hier.Overloop van gering betekenis kan opgevangen worden in de groeistad Breda en in Roosendaal en Bergen op Zoom, die bij voorkeur een gedeelde groeistadtaak dienen te krijgen. Voor een goed evenwicht dient de groeiklasse van de dorpen Rucphen- Sprundel-St.Willebrord bepaald te worden op groeiklasse 3. De zeer kwetsbare natuurgebieden moeten behouden blijven. We moeten trachten de steeds toenemende druk op deze gebieden in goede banen te leiden, met name ook het natuurgebied "Bakkersmeer". Er moet een evenwichtige relatie bestaan tussen landbouw,natuur en recreatie.Wonen,werken,verkeer en recreatie moeten zo goed mogelijk op elkaar worden afgestemd, aldus het raadslid Jacobs. De wensen en gedachten,aldus voorzitter van Oosterbosch, door de ver schillende sprekers naar voren gebracht, komen veelal op hetzelfde neer. Wij zijn van oordeel,aldus de voorzitter, dat het aanvaarden van het beginsel van vrije vestiging wel het accepteren van overloop vanuit de Randstad inhoudt maar niet betekent, dat die overloop moet worden bevorderd. Dat onze gemeente en met name de driehoek Rucphen-Sprundel-St.Wille- brord deel uitmaakt van de stederij acht het college inderdaad een aanzienlijk gunstiger situatie dan hetgeen het huidige streekplan ter zake aangeeft. Met de raad is het college van mening,dat het aanbeveling verdient, dat de dorpen Rucphen en Sprundel in dezelfde groeiklasse worden ingedeeld als het dorp St.Willebrord, teneinde een evenwichtige ont wikkeling van de driehoek te bereiken. Ten aanzien van onze -visie inzake de kwestie van de groeisteden stel len wij, aldus de voorzitter, dat - uitgaande van slechts een geringe overloop uit de Randstad - wellicht naast Breda geen tweede groei stad meer nodig is.Wij hebben echter niet de pretentie de besturen van de steden te vertellen hoe zij in deze moeten denken en handelen; naar onze mening zijn zij daartoe zelf volledig in staat. Ten aanzien van de kleine kernen merkte de voorzitter op,dat het col lege er naar blijft streven de kleine kernen zo leefbaar mogelijk te houden. Een en ander blijkt ook uit de Nota nadere koersbepaling,die bij agendapunt 11 aan de orde komt. Met betrekking tot de bescherming van landbouw,landschap en natuur wordt een en ander gezegd op bladzijde 5 hoofdstuk 5« Wij geloven, aldus de voorzitter, dat het een afwegen van belangen zal zijn.Met het doel de natuur zoveel mogelijk te sparen zal toch ook het agra risch belang niet geschrei mogen worden.Wij zijn steeds bereid de desbetreffende instanties in deze om advies te vragen. Wat de suggestie van de heer Luijkx inzake het distributie-planolo gisch onderzoek betreft: deze aan- en opmerkingen zullen doorgespeeld worden naar de provincie. Sprekend over de pendel zei voorzitter van Oosterbosch, dat West-Bra bant altijd arbeidsreservoir is geweest voor de Randstad Holland. Gelet op de economische belangen die er spelen zal het toch wel zo zijn,dat een groot gedeelte van onze bevolking blijft pendelen. Onze streek biedt ook nog niet voldoende werkgelegenheid. De afstanden spreken heden ten dage ook niet meer mee. Velen willen hier best "blijven wonen maar - mede gelet op de salariëring - in de Randstad blijven werken, aldus de voorzitter. Een rem te leggen op de totale pendel,aldus de heer Boeren, kan alleen wanneer er zich in West-Brabant voldoende bedrijven vestigen,waar de-J ze pendelaars voldoende werkgelegenheid kunnen vinden.Wonen en werken bij elkaar zou dan ideaal zijn. Voorzitter: dat is ook onze wens maar moeilijk te verwezenlijken. De raad besloot hierna conform de nota. Nota inzake voorstudie openluchtrecreatie West-Brabant. informatie inzake het begeleidend c.q. De heer Claessen vroeg nadere informtw recreatie„ afremmend te^ei^^®pnd5n^i|?dïsche Jiuïpmidteïen die de gemeente objecten en de passenae j«x -4- -5- XI Nota nadere koersbepaling ruimtelijke ontwikkeling gem.Rucphen. Periodieke rappor tage en werkpro gramma Beleidsover- legcommissie West- Brabant. X Nota voorstudie o; luchtrecreatie W Brabant. 17192 XI P 50 daarbij ter beschikking staan om uitwassen in de recreatieve druk te voorkomen. De heer van Ginneken verklaarde zich geheel akkoord met de nota en vroeg wanneer het ontwerp-recreatieplan "Rucphense bossen" wordt af gerond en aan de raad aangeboden. De heer Jacobs was het met de visie van B. en V. neergelegd in deze nota in grote lijnen eens. De voorgestelde beleidsvisie moet op korte termijn ten ^tyoer worden gebracht en vastgelegd in het bestemmings plan Buitengebied Er moeten geen pret-parken komen. Wethouder Brouwers: voor het voeren van een begeleidend beleid ten aanzien van de recreatie,m.n. in de Rucphense bossen, kunnen we ge bruik maken van de bouw- en gebruiksvoorschriften van de bestemmings plannen. Verder staan ons de bepalingen van de algemene politieveror dening ten dienste.We kunnen ook als grond-eigenaar optreden. Maar de ze juridische hulpmiddelen blijken in de practijk niet altijd effec- tief te zijn. Het ontwerp-recreatiepian.op te stellen door de Hëidemy zal vermoede- lijk eind juli klaar komen en kan daarna in de commissie ruimtelijke ordening en in de raad worden gebracht, aldus wethouder Brouwers. In onze bossen komen geen pretparken, zo verzekerde de wethouder. De raad besloot hierna overeenkomstig de nota. Voorstel tot vaststelling van de "Nota nadere koersbepaling ruimtelij ke ontwikkeling van de gemeente Rucphen" d.d. april 1979. De heer van Overveld vond de nota erg positief, vooral ook ten aan zien van de kleiere kernen Zegge en Schijf, dit in tegenstelling tot et advies van de P.P.C. en het gestelde in de nota ruimtelijke hoofd structuur. De heer Luijkx merkte op,dat op geen enkele kaart,behorend bij deze nota nadere koersbepaling de naam van St.Willebrord voorkomt. Verder was dit raadslid niet zo gelukkig met de uitbreiding van St.Wille brord in oostelijke richting (plan "Gag:el Rijzen") gelet op het moge lijk minder milieu-vriendelijke industrieterrein in Etten-Leur. Voor de leefbaarheid van de dorpen zijn de verkeersomleidingen van groot belang. Een eventuele aansluiting van een hoofdonts lui tings weg op de Dorpsstraat in St.Willebrord vond de heer Luijkx minder glwenst. Voorzitter: we zullen alles in het werk stellen om verwezenlijkt te krijgen wat in de nota ten aanzien van de woningverdeling, ook voor de kleine kernen, is gesteld. In de de definitieve versie van de nota zal de naam St.Willebrord op de verschillende kaarten worden vermeld. Dat de oostelijke uitbreiding te dicht bij het industrieterrein van Etten-Leur zal komen behoeft naar de mening van B. en W. niet te wor den gevreesd, omdat de uitbreiding in fase I niet verder loopt dan het verlengde van de Emmastraat. verdere uitbreiding in oostelijke richting is voorzien voor 1993 en laterj het is zeer twijfelachtig of die dan nog nodig zal zijn. Omtrent de verkeersstructuur volgt nog een afzonderliik rapport van- bureau van Heesewijk. De raad stelde hierna de nota conform het voorstel vast. I Voorstei over de bijdrage aan de periodieke rapportage en over het werkprogramma van de Beleidsoverlegcommissie West-Brabant. De heer Claessen pleitte voor een spoedige totstandkoming van de dorpenplannen in onze gemeente, dit ter bewaking van de totale le venssfeer, zeer $ker ook van belang voor onze kleine kernen in soci aal-economisch opzicht. Voorzitter: via het streekgewest - tot toetreding waarvan wij straks hopen te besluiten - zal een en ander aan de orde worden gesteld.Wil zullen daar ook onze inbreng hebben en wij zullen dit ook bespreek baar houden met het bureau van Heesewijk. De raad besloot hierna overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1979 | | pagina 19