-6- -7- afzonderlijk niet in staat zijn.Alleen zouden zij er niet aan toe komé: Voorlopig is dan een streekgewest met 17, en graag met 18 deelnemende gemeenten groot genoeg. Wanneer wij ons bij de taakstelling ook op di< koers houden - van verlengd lokaal bestuur dus - dan lopen wij daarme( ook de toekomstig ontwikkeling op het vlak van de bestuurlijke reorgaii satie niet in de weg. Zou die bestuurlijke reorganisatie - op korte of langere termijn - ine daad gaan leiden tot een verdeling van Brabant, tot een mini-provinci< West-Brabant, dan betekent dat, dat een dergelijke mini-provincie een orgaan wordt van geheel andere aard dan wij ons gewest onder de formu! verlengd-lokaal-bestuur pretenderen te zijn. We krijgen dan een mini- provincie met rechtstreekse verkiezingen, met een eigen bestuur en eigen financiën en met een geheel eigen takenpakket, dat niet meer bij de gemeenten zit en niet meer bij het rijk. Op dat moment zullen we moeten bekijken, gelet op het takenpakket van de nieuwe mini-pr o vir cie of ons gewest overbodig wordt of dat er binnen zo'n mini-provincie nog ruimte en taken blijven voor deelgebieden. Wij hebben de indruk, dat we met de keuze van 17-18 gemeenten voor eei gewest goed zitten. We kunnen zo rustig de ontwikkelingen met betrek king tot de mini-provincies afwachten en daarop te zijner tijd constr4< tief inspelen. Een bemerking nog: noodzaak blijft wel dat we ons moeten blijven oriër teren.Er zijn vraagstukken,die de schaal van onze 17 gemeenten te bove gaan.Daarom is overleg op wat groter niveau wenselijk. In het verleder was er tussen de drie gewesten een soort contact-orgaan. Het stelde niet veel voor, het was van bescheiden allure. Drie belangrijke ge meenten i.e. Oosterhout, Et ten-Leur en Rucphen bleven daar buiten. Al gemeen is de hoop, dat het contact geherstructureerd zal moeten worder en ook wat geactiveerd. Er zijn vraagstukken, die de schaal van streek gewest te boven gaan b.v. streekplan West-Brabant. Hiermede besloot de voorzitter van het streekgewest zijn algemeen be toog. Burgemeester Derckx dankte hierna voor de uitgebreide toelichting.We zijn nu enigszins op de hoogte van wat er bij de andere gemeenten leeft. Graag wil ik nu overgaan tot de vraagstelling door de raads leden, die stuk voor stuk door een der leden van het dagelijks bestum van de gewestraad kunnen worden beantwoord^ aldus burgemeester Derckx. 1. De heer van Miert stelde het volgende. Wij vinden,aldus de heer van Miert, dat het noodzakelijk is dat alle gemeenten in West-Brabant moeten samenwerken,Daar hoort ook Rucphen by De vertegenwoordigers van de gemeenten in de gewestraad moeten niet ieder voor zich als boodschappenjongens van de gemeenteraad opereren. De gewestraad moet beslist geen vierde bestuurslaag gaan vormen maar het moet echt een verlengstuk zijn van lokaal bestuur. Hoe liggen de verhoudingen tussen grote en kleine gemeenten? Komen kleine gemeenten voldoende aan hun trekken of worden zij overschaduwd door de grotere gemeenten De gewestraad moet niet alleen een uitvoerende taak hebben maar ook echt bestuurlijk werk gaan doen. Het gewest zal één front moeten vorme wanneer het gaat om belangrijke zaken en belangrijke beslissingen voor West-Brabant. De heer van Miert noemde de tweede luchthaven,ReimerswaalLplan, de Zoomweg en verstedelijktngsnpta. Veel wantrouwen bij de gemeenten kan worden weggewerkt,aldus de heer vhn Miert,als de gewestraad gaat werken onder een onafhankelijke voorzitte:. Het veto-recht vormt een grote belemmering. Wordt dit afgeschaft? Wat gaat er met het gewest gebeuren wanneer er mini-provincies komen Burgemeester Schneider: Het is reeds gezegd,dat wij nogal hechten aan de formule: verlengd lo kaal bestuur.Daar is de samenwerking van de gewestraad ook op aangepast Deze bestaat uit vertegenwoordigers van de gemeenten.De gemeenten wijz sn zelf de vertegenwoordigers voor de gewestraad aan.Deze vertegenwoordigers verkondigen de standpunten van hun gemeenten.Dat neemt niet weg,dat gesprekken en discussies in de gewestraad soms tot wijziging van deze standpunten kinnen leiden. Bij ons gewest horen - juist omdat wij geen vierde bestuurslaag met een eigen pakket van bevoegdheden kennen - 17192 li P50 geen rechtstreekse verkiezingen,geen politieke partijvorming en geen eigen financiën. De kwestie grote-kleine gemeenten en geen overschaduwen door de grotere gemeenten is enerzijds een zaak van structuur anderzijds van practijk. Qua structuur is er geen ruimte om te stellen,dat de grotere gemeenten de kleinere zouden overheeréen.De samenstelling van de gewestraad ge schiedt krachtens een geheel democratische formule,omdat de leden worebr, aangewezen naar rato van het aantal inwoners van de betreffende gemeen-; ten.Ik heb niet de indruk,aldus burgemeester Schneider,dat de grote gemeenten de kleine overheersen. Het voorzitterschap en het vice-voor- zitterschap geeft aan de gemeenten misschien wel voedsel,dat de grote gemeenten sterker zouden zijn dan de kleine. Dit punt is ook op de bezinningsronde aan de orde geweest.De geluiden erover zijn zeer geva rieerd. Men kan een vrij grote éénstemmigheid beluisteren voor de stel-; ling,dat wij als gewest - gezien de omvang en de taken - niet toe zijn i aan een full-time gesalarieerde voorzitter.Dit is een te dure luxe. Men hoort ook geluiden: laat het maar zoals het is. Ook nogal eens ge luiden, dat het omwille van de duidelijkheid gewenst is,dat de burge meesters van Bergen Öp Zoom en Roosendaal niet beurtelings voorzitter i zijn van het gewest. Het is,wat beide personen betreft, een open zaak. In het kader van de herbezinning zal in alle openheid hierover gediscus sieerd kunnen worden.Dit hoeft geen punt te zijn,waarop toekomstige te nemen maatregelen vast komen te zitten. Over het veto-recht is de laatste tijd nogal eens gesproken.Er was een aanmerkelijk aantal stemmen te beluisteren,die pleitten véér afschaf fing van het veto-recht. Maak het maar zo,dat wanneer een duidelijke meerderheid (bv. 3/4) zegt: ft moet gebeuren, dat het dan ook gebeure. De rest moet zich dan maar naar dat meerderheidsbesluit voegen. Er zyn ook gemeenten die zeggen,dat dat niet de manier is,waarop men laat bes slissen of men al dan niet zijn bevoegdheid uit handen wil geven. De suggestie is naar voren gekomen, dat wanneer het gewest een of andere taak op zich neemt en enkele gemeenten zijn het daar niet mee eens, dan mag dat niet het gevolg hebben dat daardoor de andere 15 of 16 ge meenten lam worden gelegd0 Het zou moeten kunnen ,dat de 15 of 16 ge meenten de zaak dan toch onder streekgewestelijke vlag kunnen aanpakken terwijl de andere twee gemeenten dan (voorlopig) afzijdig blijven,zo lang hun dat goed dunkt en derhalve voor die activiteiten dan ook niet meebetalen. De kwestieevan luchthaven,Reimerswaalplan enz. zijn moei lijke zaken om daarvoor vanuit het gewest een vjiist te maken. In deze zaken,waarbij ook provincie en rijk nauw zijn betrokken zal een vuist maken vanuit het gewest niet zoveel effect sorteren. Wethouder van Heijst: Het zijn zaken, die bij de besprekingen in het streekgewest hebben meegespeeld maar wel zaken,waarbij niet zo simpel tot een algemene opinie kon worden gekomen.Eigenlijk is onze regeling toch iets te zwak om naar buiten toe met kracht in deze zaken een bepaal' de mening te kunnen verkondigen.We hebben via correspondentie wel ge probeerd wat invloed uit te oefenen bij provinciale- en rijKoverheid, maar we moeten daar ook geen wonderen van verwachten. 2. De heer Luijkx informeerde naar de uitgangspunten van het streekge west. In de nota van burgemeester en wethouders staat,aldus dit raads lid, dat als uitgangspunt heeft gegolden de gedachte,dat de gemeente als de dichtst-bij-de-burger-staande bestuursorganisatie niet verzwakt mag worden in haar bevoegdheden en in haar democratisch bestel omdat zij het beste de belangen van haar inwoners kan behartigen. Onder schrijft het streekgewest deze gedachte? Zo ja, dan volgt daar ons inziens uit dat het streekgewest voor drie bestuurslagen is zoals alge meen in ons land wordt gedacht. Als het streekgewest voor 3 bestuurs lagen is,dan is dit streekgewest van zeer tijdelijke aard en moeten we geen dingen doen waarmee we later klem komen te zitten en dan niet meer terug kunnen,. De heer Luijkx stelde de volgende vragen: a. wilt U de algemene uitgangspunten van het streekgewest meedelen (overleg-orgaan f plannings-orgaan doe-orgaan binnen het kader

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1978 | | pagina 28