-4- to i 0 Van de rondvraag maakten de volgende raadsleden gebruik: XII De heer Gabriëls vroeg naar de stand van zaken betreffende het Rondvraag, centraal antennesysteem in onze gemeente. Voorzitter: De onderhandelingen met Casema zijn op niets uitgelopen, We zijn nu in gesprek met de Woningstichting om te bezien hoe het beste de aanleg en de exploitatie kan worden geregeld, We hopen op korte termijn op deze zaak terug te komen. Verder vroeg de heer Gabriëls de verschillende kleine speel tuintjes aan de BenediktastraatEmmastraat en Boterbloemstraat te vervangen door enkele grotere speeltuinen met toezicht. De speelwerktuigen in de speeltuin Vijverstraat/PB-singel zouden hersteld en vernieuwd moeten worden. Wethouder Brouwers: De openbare speelgelegenheden in de Emmastraat, Boterbloemstraat en Benediktastraat zijn tot stand gekomen na over leg met deplaatselijke speeltuincommissies en aan de hand van de inde speeltuinnota gehanteerde normen,zoals loopafstand,leeftijsopbouw de kinderen enz. Ter wille van de bereikbaarheid van deze speelgelegen heden door de kinderen is gekozen voor speeltuinen van geringe om vang, direct in de woonbuurten,De inrichting ervan is zodanig,dat doorlopend toezicht niet nodig is. Wanneer men grote besloten speel tuinen gaat aanleggen wordt de afstand voor velen te groot en dus de bruikbaarheid van de speeltuin minder dan die van de huidige openbare speelgelegehheden.Daarbij komt nog,dat doorlopend toezicht de gemeente voor grote kosten plaatst. De speeltuinattributen zullen deze winterperiode worden opgehaald en waar nodig hersteld of vernieuwd. De speeltuig aan de PB-singel is tot 1 januari a,s. verhuurd aan de Pastoor Bastiaansenstichting, Het ligt in de bedoeling dat deze speeltuin na 1 januari a,s, het karakter van openbare speelgelegen- heid krijgtoDe versleten toestellen zullen worden verwijderd,Een en ander zal geschieden in overleg met de speeltuincommissie. De heer Vissenberg vroeg,in aansluiting op zijn vraag gesteld in de vergadering van 24 juni jl. hoe het stond met de afrastering van de molen in verband met sloop en vernielingen. Wethouder Verpaalen: door samenloop van omstandigheden is dit nog niet gebeurd,Een en ander was reeds doorgegeven aan openbare werken. Van de provincie kregen we toen bericht dat we de molenbouwer op dracht konden geven tot herstel van de molen,De afrastering had dan wéinig zin,Nu heeft molenbouwer Bos medegedeeld,dat hij pas in het voorjaar kan beginnen, We zullen de molen nu summier afrasteren om dat over ongeveer 14 dagen begonnen wordt met het bouwrijpmaken van de grond aldaar. Vervolgens vroeg de heer Vissenberg naar de besteraming van de ver schillende braakliggende stukjes grond in de gemeente,o,m,bij de Webe Voorzitter: -straa Het stukje grond bij de Weberstraat heeft de bestemming van bijzon dere bebouwing,We zijn doende alle bestemmingsplannen opnieuw te be kijken. Alle braakliggende stukjes grond zullen dan onder de loupe worden genomen om er een bestemming aan te geven. Tot slot vroeg de heer Vissenberg of het mogelijk was de Postbaan en Posthoorn te Rucphen op te nemen in de vuilnisroute. Wethouder Verpaalen: In 1971 is door betrokkenen aan B,en W. gevraagjd om opgenomen te worden in de route. Gesteld is toen dat de gemeente bereid was de vuilnisemmers te ledigen wanneer deze zouden worden gej- bracht op de hoek Postbaan-Posthoorn, Daar is geen gebruik van ge maakt, Misschien is er thans, nu vuilniszakken zijn ingevoerd,meer animo. Wanneer de bewoners bereid zijn de vuilniszakken op een centrale plaats te brengen zullen wij overwegen deze straten ook in de route op te nemen. De heer van Miert vroeg naar aanleiding van de vraag van de heer Vis senberg in de vorige raadsvergadering inzake bermbespuiting, naar het standpunt van B, en W, betreffende milieubescherming. Spuiten van bermen en sloten is z.i, uit den boze,Is opschonen toch noodza kelijk dan zou dit via handwerk moeten gebeuren. ijsmsm 17192 11 P 50 Kan er opgetreden worden tegen spuiters die hun spuittank in sloten en waterlopen reinigen. De heer van Miert stelde voor de Algemene Po litieverordening daartoe te wijzigen. Voorzitter: Op Uw vraag of het college van B, en W. Uw mening deelt dat milieu bescherming een belangrijke zaak is antwoorden wij volmondig ja. Ieder-'' een is daar wel van overtuigd. Wat is nu de taak van het gemeentebestuur in de kwestie van bespuiting etc,Ihg,artikel 195 van de gemeentewet mist de gemeente de bevoegdheid om op te treden in hetgeen van algemeen rijks- of provinciaal belang is. Zowel rijk als provincie hebben reglementen/verordeningen cq,wet ten vastgesteld waarin deze zaak wordt geregeld o.m. het provinciaal reglement op de watergangen in Noord-Brabant en de Bestrijdingsmidde lenwet 1962, Het provinciaal bestuur kan een lijst van toegelaten be strijdingsmiddelen vaststellen. Er zijn sancties mogelijk ten aanzien van diegenen die gebruik maken van bestrijdingsmiddelen,die niet toe gestaan zijn. Worden de wateren vervuild met middelen,die niet toege staan zijn dan zal o.m, het waterschap moeten zorgen,dat er handelend wordt opgetreden. In Rucphen spuit men alleen met middelen die toege staan zijn. Het rapportje van de plantenziektekundige dienst, zojuist overhandigd door de heer Vissenberg, zegt dat grammoxone met uitvloeier niet mag worden toegepast, Grammoxone ZIJ (zonder uitvloeier) mag wordei toegepast in sloten en andere watergahgen. Dus grammoxone ZU mag wel worden gebruikt.Onze gemeente mag daar geen uitzondering op maken.Wat elders in Nederland mag mag ook in Rucphen, Wethouder Verpaalen: Bermen en slootkanten kunnen via handkracht be werkt worden ook al is dit een erg dure zaak ongeveer 10 maal duur der dan spuiten) maar er zijn geen mensen voor dit zware werk te vin den. Het is derhalve noodzaak dit via bespuiting te doen.We moeten de j zaak ook weer niet gaan overtrekken,Wie rookt is ook niet bang voor nicotinegif.Bij gebruik van een borrel denkt men ook niet aan alcohol vergif tiging. Tot slot stelde de heer van Miert,dat in de raadsvergadering van 25 maart door wethouder Verpaalen zou zijn medegedeeld,dat bezien zou worden of voor het bedrijf van de heer Bartels aan de Oosteindseweg de oorspronkelijke adressering zou kunnen worden gehandhaafd, dit o.m. vanwege de financiële consequenties.Er zou contact worden opgenomen met de heer Bartels. Maar er is niets gebeurd. Kan hieraan nu priori- teit worden gegeven. Wethouder Verpaalen: Allereerst wil ik stellen,dat het geval Bartels niet in de vergadering! van 25 maart maar in de vergadering van 24 juni jl. door de heer van Miert aan de orde is gesteld. De heer van Miert beschikt m.i. over een eenzijdige informatie,aldus wethouder Verpaalen. Er is wel degelijk een en ander gebeurd, In de week van 24 juni is namelijk contact op- genomen door gemeentewerken met de heer Bartels.Hem is voorgesteld om bij zijn bedrijf sops tallen aan de Oosteindseweg een brievenbus van de PTT te plaatsen,dan kon voor het bedrijf de adressering Oosteindseweg 14 worden aangehouden.Bartels zou dit bekijken en gemeentewerken be richt laten.Nadien niets meer vernomen tot medio september.Verzocht werd toen de woning en het bedrijf aan de Oosteindseweg te nummeren. Weer is hem medegedeeld,dat aan zijn bedrijfuitmondend op de Oosteind. seweg het nummer Oosteindseweg 14 kan worden gegeven.Bartels verklaar-, zich hiermede niet akkoord en zei,dat gemeentewerken de voorgestelde aanpassing niet mocht aanbrengen«De gemeente moest het verder maar uitzoeken. De heer van Miert zegde toe,nu hij de zaak van bpide kanten had ge hoord, een en ander met de heer Bartels op tepriemen. Niets meer aan de orde zijnde sloot de vo het gebruikelijke gebed. de v Lering met •±>fcter,

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1975 | | pagina 44