VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
I Opening.
II Eedsaflegging
leden van de raad
op dins- dag .3 september 19 74 om 9«5Q uur
Voorzitter: burgemeester H.J.J. Derckx.
Aanwezig: H.v. Oosterbosch,C.Claessen,C.v.Overveld,A.v.Hal,D. Lui jkx,
P.Verpaalen,J.de Rooij,A.Nuijten,L.Gabriels ,C.Vissenberg,M.Boeren,
C.BrouwersJ.v.Ginneken,M.Wagtmans,P.Vroegrijk,J;Goetstouwers en
H.v.Miert.
De voorzitter opende de vergadering met het gebruikelijke gebed.
Eedsaflegging door de leden van de raad op grond van artikel 45 van
de gemeentewet.
De voorzitter leest eerst de zuiveringseed voor, luidende:
"Ik zweer dat ik om tot lid van de raad te worden benoemd,directelijk
of indirectelijk aan geen persoon onder wat naam of voorwendsel ook,
enige giften of gaven beloofd of gegeven heb.
Ik zweer dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te
laten van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken zal aan
nemen directelijk of indirectelijk".
Alle raadsleden legden staande deze eed af onder het opsteken van de
vingers en het uitspreken van de woorden "Zo waarlijk helpe mij God
almachtig"
De voorzitter leest hierna de ambtseed voor, luidende:
"Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks en dat ik
de belangen der gemeente Rucphen met al mijn vermogen zal voorstaan
en bevorderen"
Alle raadsleden legden staande ook deze eed of onder het opsteken van
de vingers en het uitspreken van de woorden: Zo waarlijk helpe mij
God almachtig".
Voorzitter: Bij Uw verkiezing enkele maanden geleden hebben een aan
tal mensen U hun vertrouwen gegeven om hen in deze raad te vertegen
woordigen. U hebt thans de zuiverings- en ambtseed afgelegd. Ik wens
hiermee van harte proficiat.
Zoals ook reeds bij het afscheid van enkele raadsleden in de vorige
raadsvergadering is gezegd is het helemaal niet zo eenvoudig om goed
raadslid te zijn. Het raadswerk, wil men het goed doen, vraagt veel
tijd en energie. Dat wil niet zeggen,dat iedereen in de raad veel
aan het woord moet zijn, want het is gebruikelijk, dat de zaken in
de fracties en in de commissies worden doorgenomen en de aan- en op
merkingen door de fractievoorzitter ter tafel worden gebracht.
In de oude raad hebben we steeds een eenheid en een prettige sfeer
aangetroffen. Dit zal ook bijzonder belangrijk zijn voor deze komende
4-jarige periode.
U bent allemaal persoonlijkheden,aldus de voorzitter, met een eigen
karakter,eigen hebbelijkheden en een eigen manier van doen en laten.
Het zal een goede zaak zijn - hierbij een vergelijking trekkend met
het Nederlands voetbalelftal - dat we met elkaar een eenheid gaan
vormen om samen als een krachtige raad naar voren te treden. Dat be
tekent uiteraard niet dat we allemaal eenzelfde mening moeten verkon
digen en/zich moet neerleggen bij andermans mening. Het tegendeel is
waar: wanneer U een mening op de juiste manier naar voren brengt,los
van persoonlijke zaken en feiten, louter gericht op het zakelijke,dan
weet ik zeker dat ook voor een andere mening respect zal worden opge
bracht.
Ssmsaa 17189 111