-5- De raad hechtte vervolgens zijn goedkeuring aan de volgende wij zigingen van de gemeentebegroting,dienstjaar 1972 en 1973: 62 wijziging 1972: extra-afschrijving van onrendabele investeringen en van investeringen met een geringe restant boekwaarde 63 wijziging 1972: administratieve wijziging; 26 wijziging 1973kosten samenwerkingsverband automatisering over heidsadministratie Midden- en West-Brabant; 27 wijziging 1973* extra-afschrijving ten laste van de saldi-reserv< 30 wijziging 1973J administratieve wijziging; 31 wijziging 1973administratieve wijziging. Van de rondvraag maakten de volgende raadsleden gebruik: De heer Luijkx informeerde naar de uitvoering van de nieuwe begraaf plaats voor St.Willebrord. Op korte termijn zouden maatregelen ge nomen moeten worden omdat z.i. maar plaats meer was voor 10 begraviÊgen, Voorzitter: wij hebben informatie ingewonnen bij de voorzitter van het kerkbestuur,pastoor Danen, die ons heeft medegedeeld,dat in to taal nog plaats is voor 64 begravingen en dat we dus nog minstens één jaar door kunnen. Moèilijkheden op korte termijn behoeven we dué niet te vrezen. Het plan voor een nieuwe begraafplaats is technisch helemaal rond, de grond is bij ons in eigendom, de DACW heeft het plan aanvaard. We hopen op een spoedige realisering van dit plan als aanvullende werken-object. Vervolgens vroeg de heer Luijkx aandacht voor de slechte toestand van de Kaaistraato Hij vroeg om algehele reconstructie van deze straat en aanleg van riolering,al of niet binnen het kader van de uitvoering van de bestemmingsplannen aldaar. Er zou destijds ook een enquete zijn gehouden inzake bijdragen door de bewoners van de Kaaistraat. Wethouder Verpaalen: de Kaaistraat valt in drie bestemmingsplannen uiteen,t.w. 1. plan Kaaistraat-Bremstraat"2 plan Kaaistraat-Vijver- straat-Rozenkransstraat; 3 plan Kaaistraat-Vijverstraat-Rucphense- straat. De twee eerste plannen zijn inmiddels goedgekeurd, het derdu is in vooroverleg bij de PPC. Zodra dit laatste plan rond is zullen aan de raad voorstellen worden gedaan voor een totale reconstructie en riolering van de Kaaistraat en tevens zullen voorstellen worden gedaan voor gedeeltelijk verhaal van de kosten middels een bouwgrond en baatbelastingverordening. Wanneer een en ander zal worden gereal seerd is nog niet precies te zeggen. Uiteraard zullen wij wel maat regelen treffen om de slechte toestand van de Kaaistraat waar nodig en mogelijk provisorisch te verbeteren. Vroeger is er wel eens een enquete ingesteld maar na de vaststelling van de plannen niet meer. De waarde van zo'n enquete is echter pro blematisch omdat de plannen toch moeten worden uitgevoerd zoals dezi> zijn vastgesteld. In verband met de brand,die in de nacht van 4 op 5 mei plaats vond in een opslagplaats aan de Dorpsstraat te St.Willebrord, kwam de heer Jaspers in een uitvoerig betoog met een aantal kritische op merkingen tensanzien van de brandweervoorzieningen in St.Willebrord o.m. slechte alarmering;niet functionneren van de aansluiting op de brandkranenonklare brandkranen door werkzaamheden aan de weg; te verre afstand van brandkranen met als gevolg,dat het veel te lang duurde voor men water had; de aanwezigheid van 5 garages in de directe omgeving,die de brandgevaarlijkheid verhogen en tenslotte de slechte toestand,waarin het brandweermateriaal voor St.Willebrord t.w. de brandweerauto en motorspuit verkeert. Daarom pleitte de heer Jaspers voor betere voorzieningen door aan schaffing van een nieuwe brandweerauto en nevelwagen en verbetering van de huisvesting,waar al meerdere malen om is gevraagd en control' van de brandkranen en waar nodig vernieuwing ervan. De heer Jaspers sprak overigens wel zijn bewondering uit over de activiteiten van de brandweerlieden van St.Willebrord. XII ~4~ Begrotingswi j ziginj 1972 en 1973. XIII Rondvraag. Aansluitend op het betoog van de heer Jaspers kwam ook de heer Gabriël met enkele vragen over de brandweer: hij signaleerde ook de slechte toestand van het brandweermateriaal, vroeg om stationering van het grote materiaal in St.Willebrord, om een efficiente brandmelding tussen St.Willebrord en Rucphen en om nog eens te bezien of het niet beter is voor de alarmering over te gaan op zg. stil alarm. Voorzitter: evenals de heer Jaspers hebben wij veel waardering voor het werk van onze vrijwillige brandweer. Nimmer kan men van een vrij willig brandweercorps verwachten wat van een beröepscorps wel ver langd kan worden. Zelf heb ik, aldus de voorzitter, verschillende ma len mogen constateren, dat de paraatheid van ons corps bijzonder hoog genoteerd staat. Zelden of nooit is het voorgekomen,dat door een opeen stapeling van incidenten zoals deze keer, de paraatheid van het corps geweld werd aangedaan. Dat neemt echter niet weg,dat de vragen en sug gesties van de heren Jaspers en Gabriels niet juist zouden zijn. Inte gendeel. Wij hebben ons dan ook op de hoogte laten stellen van alle situaties, die er toe hebben geleid, dat stagnatie is opgetreden bij de brandbestrijding aan de Dorpsstraat te St.Willebrord en waarbij ook het materiaal in gebreke bleef. De brandkranen dienen 150 meter uit elkaar te staan. Bij herstratings- werkzaamheden zijn kranen onder het wegoppervlak verdwenen. De kranen worden wel op gezette tijden gecontroleerd. Gerapporteerd is,dat de bewuste kraan niet goed meer was maar door een menselijke fout is vergeten de Waterleidingmaatschappij opdracht te geven deze kraan te vernieuwen. Ook bij tussentijdse herstratingen zullen voortaan extra controles worden verricht. Wat de uitrusting van de brandweerploegen in de verschillende dorpen betreft, de stationering en de wijze van melding hebben wij de comman dant van de brandweer gevraagd in overleg met de regionale commandant in Roosendaal en de inspecteur van het brandweerwezen te Breda, als mede in overleg met de eigen leden van de vrijwillige brandweer ons een rapport uit te brengen. Hiervan zullen wij U t.z.t. in kennis stellen. Na deze technische voorlichting kan dan in de raad een ver antwoorde beslissing worden genomen. Al meerdere malen is gesproken over het zg. stille alarm, ook in re gionaal verband. Het alarm via de sirene is vaak zeer hinderlijk en kan ook stagnerend werken omdat het publiek er meer bij betrokken wordt. Ook aan de alarmering zal bij het onderzoek alle aandacht worden besteed, opdat de brandweer in onze gemeente weer aan alle eisen van deze tijd zal kunnen voldoen. De heer Gabriëls had ook vragen over de stankhinder,die door een var kensmes terij aan de Kaaistraat wordt veroorzaakt. Voorzitter: voor deze mesterij is een normale hinderwet-procedure in gezet. De adviezen van de inspecteur van de volksgezondheid zijn ont vangen en de openbare hoorzitting heeft plaats gevonden. Medio volgen de maand kan de beslissing worden verwacht. Omwonenden,die een klacht hebben ingediend krijgen daarvan bericht. Er zullen wel speciale voor waarden worden opgelegd. Verder vroeg de heer Gabriëls de Smidsstraat door te trekken naar de PB-singel in verband met het moeilijk parkeren in deze smalle straat. Voorzitter: het ligt in de bedoeling daar t.z.t. bejaardenwoningen te bouwen,waarvoor echter een bestemmingsplan vastgesteld moet worden. Eerst dan kan worden bezien of doortrekking wenselijk en mogelijk is. Vervolgens verbetering van de Mgr.v.Rooijstraat^Dorpsstraat. Wethouder Verpaalen:we hebben daar ter plaatse een voetpad gepland.Dl gaat thans nog niet door. De straat blijft zijn bestemming dus momen teel houden en zal worden opgemaakt. Tenslotte vroeg de heer ^abriëls nog om een lichtpunt langs de paral lelweg naar Etten en een snelheidsbeperking op deze weg.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1973 | | pagina 13