i De raad verleende vervolgens zijn goedkeuring aan de volgende wijzi gingen van de begroting, dienstjaar 1971 en 1972: 66 wijziging 1971» overbrenging van restant-kredieten 67 wijziging 1971» administratieve wijziging 68 wijziging 1971» aanpassing kapitaalslasten 69 wijziging 1971 en 8 wijziging 1971 grondbedrijf: restantkredieten 70 wijziging 1971» administratieve wijziging 23 wijziging 1972: overbrenging van restant-kredieten. Voorstel tot het voeren van verveer in eerste aanleg in rechten te gen de eis om schadevergoeding,ingesteld door de heren A.van der Woude en P.v.d. Velden. De raad had op dit voorstel geen bemerkingen en besloot conform. Van de rondvraag werd door de volgende raadsleden gebruik gemaakt: de heer C.Vissenberg informeerde naar de stand van zaken betreffende de plannen tot uitbreiding van de jongensschool te Sprundel. Wordt deze door de gemeente vertraagd of liggen de oorzaken van deze ver traging elders? Voorzitter: de gang van zaken is als volgt: in 1965 reeds verleend de raad medewerking voor de bouw van een 7e. klaslokaal; in 1966 houten noodlokaal geplaatst als tijddijke voor ziening; juni 1970 urgentieverklaring voor 7e.leslokaal; 30-6-70 mede werking door raad voor bouw 8e.klaslokaal;28-12-70 urgentieverklarin^ 8e.klaslokaal; 17-1-71 overlegging door schoolbestuur van plan en begroting en verzoek beschikbaarstelling van gelden; 8-2-72 accoord- verklaring door onderwijsinspectie met ingediende plan tot uitbrei ding en met kostenraming van ƒ.400.000,=. 29-3-72 gesprek met wnd.inspecteur aangezien het opgestelde plan naast uitbreiding met 2 leslokalen (waarvoor medewerking is gevraagd tevens de bouw van een schoolhal,vervanging van ramen,goten en top gevel omvatte. De inspecteur kon zich verenigen met standpunt van de gemeente,dat de uitbreiding i.v.m. financiële consequenties (de stichtingskosten-vergoeding wordt nl. alleen gegeven voor klaslokalex. en niet voor een schoolhal) beperkt diende te blijven tot de twee klaslokalen. 17-4-72 schoolbestuur gewezen op financiële consequenties van het ruime plan tijdens een bespreking ten gemeentehuize. Het schoolbe stuur had aanvankelijk ook een eenvoudig plan mna-r de toenmalige in specteur zou een ruimer opzet hebben voorgestaan (hal,toiletruimten en andere wijzigingen)Het schoolbestuur heeft dit toen gevolgd. Nogmaals is het schoolbestuur verzocht het eenvoudige plan te bezien en verder of het misschien zinvol zou zijn te overwegen de jongens school met één klas méér uit te breiden en de meisjesschool met één klas minder. Een 7-klassige school en een 9-klassige school dus. Door een andere verdeling van de aantallen leerlingen over beide scholen zou dat mogelijk zijn. De schoolhal zou dan aangevraagd kun nen worden als schoollokaal (waarvoor wel een rijksvergoeding kan worden verkregen en het nadelig saldo van ƒ.16.000,= dan voor een groot gedeelte zou verdwijnen), 29-5-72: schoolbestuur en vertegenwoordiger van Diocesaan Onderwijs centrum Breda pleitten in een bespreking ten gemeentehuize nog eens voor uitbreiding met 2 schoollokalen én schoolhal. Onzerzijds is gesteld,gelet op de financiële consequenties en mede gelet op de aanvraag(medewerking is slechts verleend door de raad voor 2 klas lokalen) het ruime plan te herzien conform het hiervoor gestelde. Het schoolbestuur zal zich hieromtrent beraden,, Van een vertraging van de zijde van het gemeentebestuur is derhalve geen sprake. Meer een ongelukkige samenloop van omstandigheden. -4- X Begrotingswijziging 1971 en 1972. Xa toegevoegd agen« punt: Verweer ii rechten contra Woude/vdVel der XI Rondvraag. -5- De heer Brouwers hield een uitvoerig pleidooi betreffende inspraak van de bevolking bij bestuurs- en beleidsaangelegenheden, resulterend in de vraag om de mogelijkheid te scheppen tijdens of na de raads vergadering personen de gelegenheid te geven vragen te stellen aan de raad en hun mening kenbaar te maken aangaande voorstellen, welke in de gemeenteraad behAndeld worden. De raad kan daar z0i. alleen maar van profiteren en in vele zaken zal men dan direct deskundig worden voorgelicht. Voorzitter: Met de huidige wetgeving zal rekening gehouden moeten worden. Er bestaat wel een verlangen om af te wijken van de bestaande wetgeving maar dit is nauwelijks mogelijk. De wet zegt,dat de bevol king om de vier jaar zijn vertegenwoordigers kiest. Deze vertegen woordigers zullen Stemmen zonder last of ruggespraak met hen,door wie zij gekozen zijn. D.w.z. dat de raadsleden als vrije personen zelfstandig moeten beslissen over alle zaken,die in de vergadering aan de orde komen. Wanneer U stelt,aldus de voorzitter,dat de gemeenteraden te weinig bestuurskracht zouden bezitten door te weinig specialistische kennis dan betekent dat,dat wij ons huidig democratisch stelsel op een ande re wijze moeten opbouwen. Het is trouwens een grote vraag of bestuur ders allemaal wel specialisten moeten zijn. Specialisten zijn er om goede adviezen te geven via rapporten,nota's e.d. Van goede bestuur ders moet vooral vefwacht worden dat het mensen zijn met een gezond verstand,die het vertrouwen genieten van de achterban, mensen die eerlijk en rechtvaardig de belangen weten te behartigen waarvoor zij komen te staan. üw voorstel,aldus de voorzitter, om het publiek te laten meespreken is in strijd met de wettelijke bepalingen. Gaan we dat doen dan kan men zich afvragen of de raad niet overbodig wordt. De raad moet de spreekbuis zijn van de bevolking. Wanneer de bevolking inspraak wil hebben,adviezen wil geven of vragen wil stellen,dan kan dat altijd via de raadsleden of raadsfracties in de raadzaal ter tafel worden gebracht. De openheid,waarop blijkbaar ook wordt gedoeld, is een bijzonder be langrijke zaak. Deze is hier toch wel zo veel mogelijk nagestreefd. De pers geeft ruime voorlichting over de raadsvoorstellen en over de genomen besluiten. Bij aanneming van de nieuwe gemeentewet zal de gemeente verplicht worden zelf een publicatieblad uit te geven,waarin dan nog meer openheid en voorlichting kunnen worden betracht. Verder is er nog een discussie gaande rond het rapport "Heroriëntatie overheidsvoorlichting" (commissie Biesheuvel). Wanneer een en ander vaster vormen heeft aangenomen is misschien het moment daar om er nog eens dieper op in te gaan. Momenteel staat het college van B. en W. afwijzend tegenover het voorstel van de heer Brouwers, Voorlopig dus geen experimenten buiten de wetgeving om. Enkele gemeenten hebben dit wel geprobeerd maar in de practijk is dit over het algemeen niet meegevallen. Ook de heer Vroegrijk beaamde dit. Dit raadslid stelde nog voor om plannen,advie zen en vragen van de bevolking schriftelijk kenbaar te doen maken aan het college van B0 en W,dat een en ander dan door kon spelen aan de raadsleden. Voorzitter: wij zien het liever in de andere volgorde. De heer ^abriëls kwam met het voorstel om een verplichting tot mede werking in te stellen inzake aanleg van trottoirs in verschillende straten o.m. de Lijsterstraat. Wethouder Verpaalen: wanneer het straten betreft,gelegen in een be stemmingsplan en wanneer volgens dat plan trottoirs zijn gepland,dan worden deze aangelegd, ongeacht het al of niet verlenen van medewer king door particulieren. Betreft het straten buiten de bestemmings plannen (zolals de Lijsterstraat) dan is tot heden de weg gevolgd,dat geen trottoirs worden aangelegd,wanneer de meerderheid daar tegen was. Samsam. 1719211

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1972 | | pagina 16