t
aan de lage kant. Voor deze 80,= per m2 bebouwt men het gehele
stuk. Het bouwen van een woning op een bouwperceel van 300 m2
éi ƒ.24,per m2 is ƒ.7200, met een woningoppervlak van 60 m2
komt momenteel op ƒ.120,- per m2.
De heer Brouwers ging nogmaals in op de geringtanimo voor het bou
wen op het Emmausplein tegen deze z.i. te hoge grondprijs. Er zijn
al verschillende winkels in de onmiddellijke nabijheid van het
plein verrezen. De enkele middenstanders, die op het plein zouden
gaan bouwen zouden het gelag moeten gaan betalen, terwijl de bouw-
objecten in de omgeving en de bewoners daar er ook baat bij hebben.
Voorzitter: de kostprijsbepaling is afhankelijk van de situering.
Bij winkelbouw is het ook mogelijk 3 etages te bouwen. Dan is de
grondprijs zeker niet aan de hoge kant. Het plein heeft nu eenmaal
de bestemming van winkelpanden. Als gemeente moeten we toch rendabe
werken. De kosten van de aanleg van het plein zijn overigens omge
slagen over alle bouwgrondprijzen.
De heer Gabriels stelde de volgende vragen:
a. zebrapaden of parkeerverbod bij de basisscholen in St.Willebrorc
Voorzitter: bij de meisjesschool (Maria Gorettischool) te St.
Willebrord zal een zebrapad worden aangelegd.
Instelling van een parkeerverbod in de Dorpsstraat wordt door
de politiedeskundigen niet wenselijk geacht. De straat is daar
10 m. breedo Een parkeerverbod heeft tot doel een goede loop var
het verkeer te bevorderen en dient niet tot bescherming van
plotseling overstekende kinderen.
b. herstrating van de Sportparkstraat en de Marijkestraat.
Wethouder Verpaalen:op wat langere termijn bezien zal de Sport
parkstraat wel herstraat moeten worden. In de Marijkestraat
zullen enkele kolken op korte termijn worden herplaatst.
c. Braakliggende terreintjes achter woningen in gebruik geven bij
de bewoners.
Wethouders Verpaalen: we willen deze terreintje zoveel mogelijk
als volkstuintjes verhuren. Een advertentie daartoe hebben wij
onlangs in de Hefboom geplaatst.
d. Nu in onze gemeente enkele woonwagens zijn verschenen - 8 in gel al
waarvan er één inmiddels uitgebrand - en standplaats hebben ge
kozen in de Helakkerstraat vraagt de heer Gabriels om van ge
meentewege een terrein aan te wijzen, geschikt voor plaatsing
van deze wagens.
Naar aanleiding van deze vraagstelling schetste wethouder Wagt-
mans de huidige problematiek van de woonwagenbewoners, de gang van
zaken in het verleden met betrekking tot de woonwagencentra en for
muleerde hij ter oplossing van de huidige situatie enkele voor
stellen, waarvoor hij de raad medewerking vroeg.
In 1966 is een nieuwe Woonwagenwet in werking getreden. In deze
wet zijn zwaardere eisen gesteld ten aanzien van de woonwagencen
tra. Ter uitvoering van deze wet besloot de raad op 29 juni 19^5
een gemeenschappelijke regeling aan te gaan voor de oprichting
van een regionaal woonwagenkamp. Er werd een rechtspersoonlijkheid
bezittend lichaam ingesteld:Woonwagencentrum West-Brabant te Roo
sendaal, dat de hele problematiek van de woonwagenbewoners in dit
deel van Brabant zou regelen. Men is daar niet uitgekomen. Er was
nogal wat geharrewar over de plaats,waar dit grote kamp zou moe
ten komen- te liggen tussen Bergen op Zoom en Roosendaal. Een commis
sie van goede diensten kwam tot de slotsom,dat er geen groot mam
moe tkamp moest komen maar in dit deel van west-Brabant 2 klenere
regionale kampen. Alle gemeentebesturen in dit deel van Brabant heb
ben zich achter dit advies geschaard. Het wachten is nu op krediet
dat beschikbaar moet komen. Dan kan de vergroting van het huidige
kamp,gelegen op de grens van Roosendaal en onze gemeente beginnen.
Destijds is reeds een regeling met Roosendaal getroffen,dat woon
wagenbewoners, die meenden in de gemeente Rucphen een standplaats
-10-
Verzoek vrijstelling
ing.art.2,le,lid Woon
wagenweto
Aanwijzing tij
delijke standplaat
voor 4 woonwagens
-11-
17192 II
te moeten kiezen, doorverwezen konden worden naar het kamp in Roo
sendaal. In het verleden hebben zich daarom nimmer woonwagenbewoners
voor een standplaats in Rucphen gemeld.
Vanavond worden wij echter geconfronteerd met het feit,dat zich een
8-tal wagens in onze gemeente heeft gevestigd en standplaats heeft
gekozen in de Helakkerstraat, op een moment,dat we eigenlijk geen
standplaats hebben. Dat ligt in het feit hiervoor gememoreerd.
In genoemde Woonwagenwet staat,dat elke gemeente een standplaats moet
aanwijzen, maar ook, dat de mogelijkheid wordt gelaten voor een ge
meentebestuur om ontheffing daarvan te vragen aan Gedeputeerde Staten,
De huidige standplaats bij de Helakkerstraat is van tijdelijke aard,
Er kan geen sprake zijn, hoe het verder ook moge lopen, dat dit een
definitieve plaats wordt voor woonwagens. Het zal zijn bestemming
van industrieterrein moeten houden.
Wij hebben reeds contact gezocht met Gedeputeerde Staten. Gezien
de feitelijke omstandigheden van dit moment zou het college van
burgemeester en wethouders nu aan de raad willen vragen een drietal
voorstellen te willen ondersteunen:
a. dat wij als college van burgemeester en wethouders, gesteund door
de raad, een verzoek riohten aan gedeputeerde staten om ontheffing
van de plicht om een standplaats aan te wijzen;
Wij motiveren dit verzoek op grond van het feit, dat op de grens
van de gemeente Roosendaal en onze gemeente een woonwagencentrum
ligt, dat binnen afzienbare tijd naar de eisen des tijds inge
richt gaat worden. Wij achten ons dan als gemeente Rucphen ont
slagen van de plicht om daarnaast nog een eigen woonwagencentrum
te gaan exploiteren.
b. de medewerking van de raad te vragen om,zolang op het verzoek aan
gedeputeerde staten geen beslissing is gekomen, het terrein aan
de Helakkerstraat, dat nu door de woonwagens is betrokken, te
accepteren als tijdelijke standplaats, daar voorzieningen te tref
fen van water en licht op een zeer provisorische wijze. De kosten
voor het aanbrengen van water en licht kan voor verder gebruik
op de exploitatie van het industrieterrein drukken.
Wanneer we elders een terrein geschikt zouden moeten maken zou
dat minstens een bedrag van .50,000,= gaan vergen.
c. duidelijk zal worden gesteld, dat hoewel er momenteel 8 woonwagens
staan, het maximum aantal wagens, dat de gemeente Rucphen
zal accepteren 4 wagens zal zijn.
Wij zijn financieel betrokken bij het kamp in Roosendaal, zo betoogde
de heer Brouwers.Daarom kan hij niet geloven,dat GS het verzoek zul
len afwijzen, temeer omdat het kamp gelegen is op de grens van onze
gemeente. We moeten niet teveel geld besteden aan provisorische voor
zieningen. Er moet een strakke lijn aangehouden worden,aldus dit
raadslid.
Voorzitter: de financiële lasten gaan eerèt op onze gemeente drukken
wanneer het nieuwe kamp klaar is.
De heer Luijkx: welk standpunt neemt Roosendaal in t.o.v. ons voor
stel
Voorzitter: van de zijde van Roosendaal bestaat geen bezwaar.
De heer van Ginneken: neemt de gemeente maatregelen bij toename van
het aantal wagens?
Voorzitter: 4 wagens zijn toegestaan. Er zijn er nu 7. 5 wagens zul
len zo spoedig mogelijk dienen te verdwijnen. Het ligt evenwel alle
maal niet zo eenvoudig.
Wethouder Wagtmans: de zaak moet natuurlijk menselijk worden bezien.
We zitten nu in een overgangssituatie. We gaan beslist niet af van
het gestelde maximum van 4 wagens, maar begrip voor deze overgangs
situatie.
Hierna ging de raad accoord met de voorstellen, zoals deze hiervoor
zijn geformuleerd.