't
C
ontwerp bestemmingsplan bosgebied aan de orde geweest.Daarbij werd
duidelijk gesteld,dat in de kop van het bosgebied 3 campings zouder
mogen komen. In het gewijzigde ontwerp-bestemmingsplan Rucphense
bossen kreeg de grond van Suijkerbuijk uitdrukkelijk de bestemming
van recreatie-doeleinden.Dat betekent dus,dat er gekampeerd mag woijden
en dat er caravans geplaatst mogen worden. De raad heeft deze voor
stellen thuis gestuurd gekregen en is daarmede accoord gegaan in de
vergadering van 30 juni 1970» Ook bij de behandeling van het streek
plan en het facet-streekplan is door de voorzitter toen gewezen op
dit facet in de Rucphense bossen. M.i. kan dus hiermede iedereen
voldoende op de hoogte zijn van wat er in de bossen zal gaan gebeuf
aldus de voorzitter. De plannen zijn ook in deze zin door de raad
aanvaard. Daarnaast heeft de procedure ingevolge artikel 20 Weder-
opbouwwet plaats gevonden. De zaken zijn volkomen reglementair ge
speeld en zijn geheel in orde.
De voorzitter memoreerde hierna het gesprek,dat hij heeft gehad met
de heren van de vereniging milieubeheer,die met een hele lijst van
wensen en kritische punten kwamen,welke zijn besproken in de com
missie voor ruimtelijke ordening. Het betrof in hoofdzaak een 5-tal
punten t.w. de camping, Kromme Elleboog,de vernieling van de Rucphen
se heide i.v.m. het parachutespringen, het verkeer in de bossen,de
vervuiling en de plaatsing van caravans.
Het is geen juiste opvatting,als men zegt dat hieraan niets wordt
gedaan. De kwestie Rucphense heide wordt volgende week met het ge
meentebes tuur van Roosendaal besproken. De Rucphense heide is parti
culier bezit van Roosendaal,liggende in onze gemeente.
Auto's weren op de Rucphense heide is een moeilijke zaak.Een sloot
er omheen graven geeft moeilijkheden bij de brandweer.Onttrekken
van wegen aan het openbaar verkeer geeft veel jurjsche problemen en
eist bijzonder veel voorbereiding.We hebben te doen met heel veel
eigenaren. De afdeling ter secretarie is hier reeds mee bezig.Het
een zodanig gecompliceerde zaak,dat men niet moet verwachten,dat
dit op korte termijn tot een oplossing komt.
De vervuiling ontstaat in hoofdzaak door de vele mensen,die de bos
sen bezoeken en hun papier e.d. wegwerpen.Dit is moeilijk te regele
Het is een kwestie van mentaliteit.
Het vraagstuk van de stacaravans is ook geen eenvoudige zaak.We zij
bezig met een inventarisatie van alles waiter staat. Het is een helfc»
karwei.Bovendien zitten we met ziektegevallen bij het personeel.
De juridische problemen zijn ook hier niet gering. Andere gemeenten
bv.Drunen hebben hier ook mee te maken.
Wij streven naar oplossing van al deze problemen,omdat het college
van B. en W. behoefte heeft aan een goede regeling in de Rucphense
bossen. Het zou ons bijzonder spijten,wanneer de zaak hier stuk
zou lopen. Dat willen wij onder geen enkele voorwaarde
U kunt echter niet van ons eisen,dat al deze zaken vandaag of morge:
zelfs niet op wat langere termijn geregeld zullen zijn. We zullen
evenwel alles doen om deze schone bossen,die van grote waarde zijn,
in zo goed mogelijke staat te behouden,
We blijven overigens open staan voor goede adviezen.Maar laat ze
wel op het juiste moment komen,opdat ze dan bij de stukken inge
bracht kunnen worden.
Tot slot deelde de voorzitter nog mede,dat het ontwerp bestemmings
plan voor de Rucphense bossen,waarmede de raad zich in principe
heeft accoord verklaard, ieder ogenblik van s-Hertogenbosch kan
worden terugverwacht. Aan de han$ van de daarbij behorende voor
schriften kunnen we dan een en ander gaan regelen.
Niets meer aan de orde zijnde sloot de voorzitter hierna de ver
gadering.
oorzitter,
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
I en II Opening en
raststelling notulen.
III Ingekomen stukken.
opdins- dag ....2.5...me.i19 71. om19.00 uur
Voorzitter: burgemeester H.J.J. Derckx.
Aanwezig alle raadsleden, t.w. P.v.Dorst,H.v.Oosterbosch,C.v.Overveld,
C.v.d.Oever,D.Luijkx, J. v,Gas tel, G.Brouwers,H.v.Peer, L.Gabri*éls,C. Vis
senberg, P.Vroegrijk,mevr. v.Meel-Hermus, J.Jaspers, J.v.Ginneken, Jac.
de Rooij, P.Wagtmans(wethouder) en P.Verpaalen(wethouder).
De voorzitter opende de vergadering met het gebruikelijke gebed.
Hierna stelde hij aan de orde de vaststelling van de notulen van de
vergadering van 27 april 1971»
De voorzitter deelde mede,dat een brief is ingekomen van de heer
Brouwers,waarin dit raadslid mede namens de heren Jaspers,van Ginne-
ken en van Peer zijn teleurstelling uitsprak over het feit,dat de op
merkingen, welke de heer Vissenberg in., de vergadering van 27 april 1971
bij het punt "notulen" heeft gemaakt ook opgenomen zijn in de notulen
van deze vergadering.
De heer Brouwers deelde in zijn brief mede in de vergadering van 27
april 1971 direct gereageerd te hebben op deze bemerkingen van de
heer Vissenberg, door aan de voorzitter van de raad de vraag te stel
len of deze opmerkingen tot dit punt(vaststeHing van de notulen)
moesten worden gerekend. De voorzitter heeft toen duidelijk gereageerd
met nee. Aan- en opmerkingen op de notulen,aldus de brief van de heer
Brouwers, dienen volgens het reglement van orde schriftelijk te wor
den ingediend en slechts te handelen over de tekst.
De voorzitter deelde mede,dat de heer Brouwers inderdaad deze vraag
heeft gesteld, waarop inderdaad ook met nee is geantwoord.
De opmerking is danook niet opgenomen als opmerking over de notulen
maar het gezegde van de heer Vissenberg is geschied naar aanleiding
van de notulen en als zodanig daarin ook opgenomen.
De heer Vissenberg heeft overigens correct gehandeld door deze opmer
king schriftelijk te doen toekomen aan de voorzitter van de raad.
Een en ander zou misschien duidelijker tot zijn recht zijn gekomen,
wanneer de brief van de heer Vissenberg voorgelezen was bij de inge
komen stukken.
De heer Brouwers verklaarde hierna,dat een misverstand uit de weg is
geruimd.
Hierna werden de notulen van de vergadering van 27 april 1971 over
eenkomstig het concept vastgesteld.
Om verdere onduidelijkheid te vermijden,aldus de voorzitter, zal ik
nu bij de ingekomen stukken behandelen een van de heer Brouwers ont
vangen brief, bedoeld voor de rondvraag, maar welke brief, evenals
die van de heer Vissenberg, thuishoort bij de ingekomen stukken.
In deze brief reageerde de heer Brouwers op de bemerkingen van de
heer Vissenberg in de vergadering van 27 april 1971 met betrekking
tot de geuite kritiek op het college van burgemeester en wethouders,
de taakverdeling en de regeling van de spreekuren van dit college.
Na voorlezing van deze brief door de voorzitter werd dit stuk voor
kennisgeving aangenomen.
Vervolgens las de voorzitter de motie voor,welke door de raadsleden
op 3 mei 1971 tijdens de regionale radendag inzake de centrale finan
ciering werd aanvaard.
Tenslotte vermeldde de voorzitter als ingekomen stukken:
goedkeuring verkoop grond aan:J.Vissenberg,Rucphensebaan 30 Sprundel
en M.de Rijk,Gerard Doustr.2 Rucphen;
goedkeuring aankoop grond van: L.C. en A.A,Talboom,Kozijnenhoek 15
en M.Kriesels,0.L.Vrouwestr,98 Zegge.
8®®^ 17189 m