Voor het in eigendom houden van "boerderij en erf door de familie Ak
kermans tot zolang deze zullen leven, gaf de heer Vroegrijk een aan
tal argumenten, t.w.
-het menselijk aspect. Betrokkenen, allen 65 jaar en ouder,zijnygebor<n
en getogen, hebben er altijd gewoond; nu op die leeftijd huis en erf
te moeten verlaten is een zeer pijnlijke zaak. Zij klampen zich kramp
achtig vast aan dit familiebezit,dat zij voor geen geld van de wereld
kwijt willen. De familie heeft de zorg voor een gehandicapte broer,
waardoor een en ander nog een bijzonder accent krijgt;
-gelet op de concessie, omschreven in het voorstel van burgemeester
en wethouders, doet de vraag stellen of "dit blijven wonen plan-
technisch wel realiseerbaar is;
-de familie Akkermans zou, aldus de heer Vroegrijk, bereid zijn alle
andere percelen,die nodig zijn, te zullen afstaan;
-verruiming van de door b. en w. voorgestelde concessie tot de clau
sule: het in eigendom houden van boerderij en erf zou z.i. geen be
zwaar kunnen zijn;
—ook zou als argument gelden, dat de gemeente Roosendaal deze gronden
momenteel nog niet nodig heeft.
Gelet op al deze argumenten kwam de heer Vroegrijk tot de conclusie,
dat, wanneer staande deze vergadering geen concreter voorstellen door
burgemeester en wethouders zouden kunnen worden gedaan, hij genood
zaakt was stemming te vragen over een nader beraad inzake deze aange
legenheid.
De heer Vos sloot zich bij de woorden van de heer Vroegrijk aan. Za
kelijk gezien, aldus de heer Vos moeten we, nu we destijds a hebben
gezegd, ook b zeggen. Maar het moet z.i. toch mogelijk zijn om,door
het stellen van bepaalde voorwaarden, dit gezin - vooral gezien uit
sociaal oogpunt- een volledige zekerheid te geven om te kunnen blij
ven wonen. Dit zou volgens de heer Vos kunnen door:
a. het opstellen van overeenkomst,waarin deze zaken duidelijk en uit
puttend zijn geregeld;
b. de overname op te schorten tot de 2e.phase en dan de zaak opnieuw
te bezien.
Als het mogelijk was gaf de heer Vos de voorkeur aan b.
Vervolgens meende de heer Vos te moeten opmerken, dat de normen en
maatstaven t.a.v. de grondaankopen voor gronden onder Roosendaal en
onder Rucphen gelegen verschillend werden gehanteerd. Voor Roosendaal
betaalde men 2,=, voor Rucphen ƒ.1,75» Welliswaar was men inzake
de schadeloosstelling voor Rucphen iets royaler, maar het verschil
in maatstaven gaf toch wel ontevredenheid en onbehagen, vooral nu het
gaat over gronden, behorend tot eenzelfde industrieterrein.
De heer Brouwers zei zijn mening omtrent deze aangelegenheid reeds
kenbaar te hebben gemaakt tijdens de onteigeningsprocedure. Ook hij
meende,dat aan de wensen van de familie Akkermans moest worden tege
moet gekomen, temeer nu deze gronden naar alle waarschijnlijkheid
pas veel later zullen worden gebruikt. Hij wees hierbij op de terug
slag inzake het aantrekken van industrieën, vooral de Amerikaanse,
alsmede op de z.i. ongunstige ligging van dit industrieterrein tus
sen twee ontwikkelingskernen in, nl. Etten en Bergen op Zoom.
In een uitvoerig betoog ging hierna de voorzitter in op de noodzaak
van industrialisatie. Hij liet de hele gang van zaken vanaf 1963 nog
eens de revue passeren.
In 1963 besloot de raad, na voorgelicht en geadviseerd te zijn door
een commissie uit de raad, tot het aangaan van een gemeenschappelij
ke regeling met Roosendaal tot aanleg en exploitatie van het in
dustrieterrein "Het Leen". Dit was een goed besluit en getuigde van
een gezond, vooruitziend beleid. Met de huidige structurele werkloos
heid als achtergrond moeten we blij zijn,dat we toen tot een derge
lijk besluit zijn gekomen. Als we nu moesten besluiten, nu met deze
grote werkloosheid, zou er maar één oplossing zijn: zo vlug mogelijk
industrieterreinen aanleggen."Hoe komen we uit deze werkloosheidmi-
sére" vroeg de voorzitter zich af "Alleen door een actief industri
alisatiebeleid". Dit méét en dit moet ook door de raad worden ver
staan. Ondanks stopzetting van de faciliteiten,dieimnaJskerngemeente
kan krijgen. Het is een groot geluk,dat Roosendaal, zonder kernge
meente te zijn,toch grote industrieën heeft weten aan te trekken.
-5-
Samsan. 1719211
De werkloosheidscurve gaat nog steeds omhoog. Daarom sullen we alle
middelen moeten blijven aanwenden om middels indus^teSein^'Het Leen'
legenheid te scheppen in onze omgeving. Het industrieterrein
is daarvoor gunstig gelegen. We moeten moeite
gebied de faciliteiten te krijgen,die een kerngemeente worden toebe
deeld. Deze strijd mogen we nimmer opgeven.
Het besluit,dat de raad destijds heeft genomen om met Roosendaal een
industrieterrein aan te leggen, is een góed heslurt geveest.]feta.
huidige kapitaalschaarste konden we toen geen rekening houden. Maar
ondanks deze kapitaalschaarste en ondanks het ontbreken van facilitei
ten zullen we moeten doorgaan. Liever dit.dan later het verwijt,dat
wp er niets aan hebben gedaan.
Iedere gemeente,die uitbreidt heeft grond nodig en zal grond vanande
ren in bezit moeten nemen. Daar valt niet aan te ontkomen. Daar vallen
slachtoffers; mensen,die haven en goed zullen moeten verlaten. Dat is
beslist een pijnlijke zaak. "Ik ben evenals de raad erg begaan met het
persoonlijk lot van deze mensen" aldus de voorzitter, 'maar we moeten
wel, anders is er geen goed beleid te voetfen". Het tempo van de rn-
bezit-neming van deze gronden moet natuurlijk verantwoord zijn. De
onderhandelingsfase hiE heeft nu al 5 jaar geduurd en het zal nog wel
een hele tijd duren. Er zijn gemakkelijke mensen.waarmee in alle re
lijkheid te onderhandelen is - over deze categorie wordt het minst
gerept en maakt een ander zich niet druk, aldus de voorzitter - en er
fijn ook lastige mensen. Voor deze laatsten moet noodgedwongen de Ont-
S-SSTS allffïïl wegnaar het geval Akkermans,aldus de voorzitter
IftbL ook naar de andere mensen gekeken. Is hier het persoonlijk
of het algemeen belang in het geding. We zitten hier om het algemee
belang van onze gemeente te dienen, dat wilde de voorzitter wel ev
Terugkomend^opfde onteigeningsprocedure haalde de voorzitter enkele
passages aan van het raadsbesluit van 29 maart 1966, waarin
Sad^itdrukkelijk is gesteld: "....dat deze gronden voor de uitvoe
ring van de plannen tot aanleg en inrichting van industrieterreinen
in dit gebied niet kunnen worden gemist, omdat dit de opzet en de
realiseringsmogelijkheden op onverantwoorde wij® zou b®P®^en
..dat zowel Uw Raad als Gedeputeerde Staten- deze laatsten bij hun
besluit van 2 maart jl. tot goedkeuring van het bestemmingsplan- als
hun oordeel uitspraken, dat de betrokken percelen een onmisbaar onder
deel vormen in het aan te leggen industrieterrein
Terloops ging de voorzitter even in op de opmerking van het raadslid
Vos inzake de prijsverschillen van grondaankoop: "Als het waar is ^al
dus de voorzitter "dan is dit een onjuist beleid. Er moeten dezelfde
objectieve normen worden toegepast. We zullen hierover opheldering
vragen aan Roosendaal".
En nu zijn we toe aan de practische uitvoering. Ingevolge artikel 80
van de Onteigeningswet vervalt een door de Kroon goedgekeurd besluit
tot onteigening,indien de onteigende partij niet binnen eenjaar na
de dagtekening van het besluit van de Kroon de eigendommen bij minne
lijke 'overeenkomst heeft verkregen of de eigenaren heeft doen.
den. Het KB is van 21 februari 1967» Dus vóór 21 februari 1968 m
hiervoor door de raad een besluit tot het voeren van een rechtsgeding
tot onteigeing worden genomen en de dagvaardingen zijn uitgebracht.
Bij de moeizame onderhandelingspogingen met de
de voorzitter memoreerde ook nog even de moeilijkheden bij de aanleg
van de Lage Zegstraat- kwam er één vraag naar voren: Als we maar kon
den blijven wonen. De Commissie voor Openbare Werken en Marktwezen
verklaarde zich accoord met ons voorstel, mits zou worden gegaran-
deerd.dat de familie Akkermans mocht blijven wonen zolang deze zou
leven. Een en ander is uitvoerig onderzocht en bekeken om zoveel mo
gelijk met dit menselijke aspect rekening te houden.
vroeg^ofSlaat dezfboerderij''moeten