-3- aangewezen, waarbij uiteraard wordt aangenomen dat er geen discriminatie ontstaat tussen de kerngemeenten in Brabant en die gelegen elders in het land. b. dat wij op korte termijn moeten zien te komen tot uitvoering van werken welke enerzijds een vermindering van de werkloosheid bevorderen en anderzijds een ver betering in de structuur onzer gemeente kunnen brengen en daardoor een bijdrage leveren aan het voort te zetten industrialisatieproces. V/ij koesteren goede hoop dat wij na verloop van tijd ook deze ellende weer te boven zullen komen en wij kunnen niet nalaten reeds thans onze dank uit te spreken voor alle die door hun belangstelling en hun steun in dit moeilijke werk ons zo prachtig hebben geholpen. Rucphen, 25 januari 19&7 Burgemeester en Wethouders van Rucphen, P.B.M.Alberts burgemeester. A.J.M.Hezemans secretaris. p.s. Wij hebben voor een meer gedetailleerde informatie een plakboek ter inzage gelegd met krantenknipsels e.d. over industrialisatie, aanvullende werk gelegenheid, gerichte .financieringen enz. voornamelijk betrekking hebbend op de afgelopen periode. Daarbij willen wij met name wijzen op het krantenbericht van 14 januari 19&7 waaruit blijkt, dat het Tweede Kamerlid Assmarm vragen aan de Minister heeft gesteld betreffende het opnieuw aanwijzen van onze gemeente tot kerngemeente.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1967 | | pagina 6