me t) O K en van de bevoegdheden geschiedt eveneens door de raad op voorste van burgemeester en wethouders. De taak van de commissies is: het uitbrengen van advies en het verlenen van bijstand aan burgemees ter en wethouders omtrent een bepaalde materie. Nu er door verschillende leden van de raad voorstellen zijn gedaan voor instelling van commissies, waaruit wij mogen concluderen,dat er in de raad behoefte bestaat het college van burgemeester en wethouders te adviseren en bij te staan op bepaalde gebieden, zijn wij bereid aan dat verlangen tegemoet te komen, ook al zijn wij van mening,dat naast de goede kanten, welke dergelijke com missies kunnen hebben ook minder goede kanten aanwijsbaar zijn. Vooreerst wees de voorzitter op het vertragingselement, dat bij de afdoening van zaken beslist een feit zal zijn. Er komt weer een instantie méér bij, hetgeen nu eenmaal meer tijd gaat kosten. Verder wees de voorzitter op het vele extra-werk, op de krappe bezetting van personeel en daardoor mogelijk overbelasting van het administratieve- en technische apparaat. De voorzitter somde hierna nog eere alle commissies op, welke ook in het voorstel zijn vermeld, waarin reeds één of meerdere leden van het college van burgemeester en wethouders en enkele ambte naren zitting hebben en welke commissies reeds veel tijd vragen. Na uitvoerig beraad, aldus de voorzitter, zijn wij de mening toe gedaan aan de wens van de raad te moeten tegemoetkomen. Wij heb ben derhalve besloten aan de raad voor te stellen de volgende vaste commissies van aivies en bijstand in te stellen: a. een commissie voor ruimtelijke ordening; b. een commissie voor Openbare Werken en Marktwezen; c. een commissie voor Sport en Lichamelijke Opvoeding; d. een commissie Bejaardenzorg. De voorzitter deelde mede, dat het college van burgemeester en wethouders vooralsnog niet verder wilde gaan. We zullen zien hoe een en ander in de practijk blijkt te gaan. De voorzitter lanceerde het voorstel om ia ieder raadslid een plaats in een commissie te geven. De commissies Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening zouden uit elk kerkdorp een raadslid kun nen opnemen. De voorzitter stelde de raad voor, teneinde een "wil de stemming" te vermijden, van iedere groepering,zoals die zich bij de raadsverkiezingen heeft aangediend, een vertegenwoordiger uit te nodigen, die hem dan, na ruggespraak met de anderen, ad vies zou kunnen geven omtrent een aanbeveling aan de raad. Hierna gaf de voorzitter het woord aan de raadsleden. De heer de Rooij vroeg,wanneer deze informaties zouden worden in gewonnen. Voorzitter: omstreeks half april. De heer Luijkx zag het commissiewezen graag uitgebreid met een commissie voor financiën, of zo dit niet mogelijk was, dan een commissie voor subsidies e.d. Voorzitter: vooralsnog vinden wij de door ons voorgestelde commissies voldoende; de heer Jaspers vroeg, waarom de burgemeester cq. wethouder steedü voorzitter moest zijn. Voorzitter: dit eist de gemeentewet. De heer Bruijns vroeg naar de mogelijkheid om de stukken toegezon den te krijgen. Voorzitter: wanneer dit niet al te veel bezwaren met zich mee brengt; de heer Brouwers had ook een aantal wensen: de commissie Sport en Lichamelijke Opvoeding zag hij graag uitge breid met nog twee leden, terwijl hij in de taakomschrijving graa£ zag opgenomen de aangelegenheden inzake ontspanning, recreatie en cultuur. Hij meende verder, dat de leden van de raad zich zelf candidaat moesten stellen, de raad moest zelf de voordrachtslijst opstellen. In de Bejaardencommissie moest van elk kerkdorp de be- jaardengroep vertegenwoordigd zijn. Tenslotte wenste hij in de ve ordening artikel 5 te laten vallen. Samengevat was de heer Brouwei T-. waar de raadsleden in de min De voorzitter antwoorddedat voor de taak van de commissie een exacte taakomschrijving was gegeven, teneinde te voorkomen,dat alle mogelijke aangelegenheden eronder te brengen zouden zijn. Handhaving van artikel 5 vond de voorzitter zo vanzelfsprekendf XV. Rondvraag. tegen elke commissi rheid zouden zijn. Ssmsem. 17192 n 4it datYhem de vraag ontlokte:"Mogen de secretaris of wij van het col lege er asjeblieft ook in?". De heer van Dorst zag graag,dat de commissievergaderingen zoveel mogelijk in de avonduren zouden worden gehouden. Voorzitter: hier mede zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden. De heer Vroegrijk verklaarde tenslotte géén zitting te willen ne men in de te vormen commissies. Hij had ook het destijds door de raadsleden gestelde verzoek niet ondertekend. Hij zag ook het nut van commissies niet in. Wanneer ik iets heb, dan stel ik mijn vra gen rechtstreeks, zei de heer Vroegrijk, daar krijg ik altijd uit voerig antwoord op tot mijn volle tevredenheid. Ik heb echt geen behoefte aan commissies. Hierna ging de raad accoord met de voorstellen, zoals die zijn gedaan door het college van burgemeester en wethouders. Van de rondvraag maakten de volgende raadsleden gebruik: de heer van Oosterbosch pleitte voor voorbereidende maatregelen in zake het trottoirplan in het kerkdorp Rucphen; de heer Lui.jkx vroeg om zitplaatsen voor de opgeroepenen bij de Commissie tot Wering van Schoolverzuim; Vervolgens wijziging van het sluitingsuur in verband met de wij ziging van de aanvangsuren van de plechtigheden op paaszaterdag. Hieraan is reeds aandacht besteed,aldus de voorzitter. Verder informeerde hij naar de aanbesteding van de zg. werkloos heidsobjecten. Kan dit door eigen mensen geschieden. Voorzitter: voor zover wij er invloed op uit kunnen oefenen. Tenslotte wenste hij het bewuste "delegatiebesluit van 50.000,=" nog eens in de raad te brengen. De heer Jaspers vroeg om afschriften van de notulen en om tijdiger toezending van de stukken. De heer Gabriëls naar de berekening van de baatbelasting, een ver betering van een gedeelte van de Hoge Donk en plaatsing van een lantaarnpaal aan de Willem-III straat. De heer van Dorst vroeg naar de stand van zaken betreffende de op lossing van het werkloosheidsprobleem. De voorzitter informeerde hem kb inzake de huidige stand van zaken. De heer van Dorst had verder kritiek op de vele sentatieverhalen die over de werkloosheid waren gepubliceerd in verschillende kran ten en weekbladen. De heer Bruijns vroeg hoe het stond met de meldingsmogelijkheden in de marechaussee aan de Zundertseweg. Voorzitter: met enkele in stanties hebben we overeenstemming, met andere zijn we in onder handeling. De heer Brouwers haakte ook in op de kritiek ten aanzien van een aantal krantenartikelen over de werkloosheid. Vervolgens zag hij met belangstelling voorschriften tegemoet, neergelegd in een ver ordening baatbelasting) ten aanzien van bouwen langs verharde en onverahrde wegen. Met verwijzing naar het artikel in de Hefboom vroeg hij om eenver— betering cq. demping van de vijver langs de Pastoor Bastiaansen— singel. Tenslotte zag hij graag de stukken één dag eerder toegezonden dan de pers. Niets meer aan de orde zijnde,sloot de voorzitter de vergadering met het gebruikelijke gebed. De secretaris, De Voprzitt^

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1967 | | pagina 23