GEMEENTE RUCPHEN - 3,- 'in L,u wy cu/^j v*- ja. (RUCPHEN. SCHIJF, SPRUNDEL, ST. WILLEBRORD. ZEGGE) O. cJtU_. Aan het College van Burgemeester en Wethouders. De in de vergadering van de raad op 11 oktober 1966 door de heer Gabriëls gestelde vraag "Hoe is het mogelijk dat G.S.W.-ers ƒ.16,-. verschil in loon hebben?" kan als volgt beantwoord worden: De in de G.S.W.-regeling opgenomen loonregeling kent 4 loon- groepen, waarin de te verrichten werkzaamheden geklasseerd moeten worden. De omschrijving van deze loongroepen is als volgt: Loongroep I. Zeer eenvoudige werkzaamheden, welke zonder scholing na korte aanwijzing kunnen worden uitgevoerd en niet bijzonder onaangenaam of bijzonder zwaar en inspannend zijn. Loongroep II. a. Eenvoudige werkzaamheden, waarvoor een korte systematische oefening nodig is na meer uitgebreide aanwijzingen. b. Werkzaamheden, als bedoeld bij loongroep I, doch welke bovendien bijzonder onaangenaam of bijzonder zwaar en inspannend zijn. Loongroep III. a. Werkzaamheden, welke eerst na enig (speciaal) onderricht en na praktijkervaring kunnen worden verricht. b. Eenvoudige werkzaamheden, als bedoeld onder a bij loongroep II, doch welke bovendien bijzonder onaangenaam of bijzonder zwaar en inspannend zijn. Loongroep IV. a. Werkzaamheden, waarvoor bijzondere bekwaamheid en/of verantwoorde lijkheid vereist worden. b. Werkzaamheden, als bedoeld onder a bij loongroep III, doch welke bovendien bijzonder onaangenaam of bijzonder zwaar en inspannend zijn. Overigens is de beloning in elk der loongroepen ook nog niet hetzelfde, daar als beoordelingsstelsel voor de individuele uurver- dienste een gewijzigd merit-ratingsysteem gebruikt wordt, waarin de volgende gezichtspunten zijn verwerkt: a. kwantiteit van het geleverde werk; b. kwaliteit van het geleverde werk; c. toewijding en interesse; d. houding t.o.v. de omgeving en de interne voorschriften; e. zorg voor materiaal, gereedschap en gebouw. De bruto-uurloon verdiensten in de verschillende loongroepen zijn als volgt. Minimum uurverdienste Loongroep I II III IV 2,30 2,40 2,50 2,60 Maximum uurverdienste 2,76 2,88 - 3,12

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1966 | | pagina 32