GEMEENTE RUCPHEN (RUCPHEN, SCHIJF. SPRUNDEL. ST. WILLEBRORD. ZEGGE) Kanttekeningen bij de goedkeuring van de ge meentebegroting 1965 door Gedeputeerde_Staten. Aan de Raad, Zoals uit bijgaande brief van Gedeputeerde Staten van Noord—Brabant blijkt, zijn de begroting van de algemene dienst en van de bedrijven goedgekeurd. Daarbij wordt echter de opmerking gemaakt dat het z.g. garantie bedrag voor onze gemeente bedragende rond ƒ.70.000,— nog een belang rijk bedrag is. Indien in de loop van 1965 door de regering geen maat regelen mochten worden genomen ten behoeve van de gemeenten welke een garantie-uitkering ontvangen - en het ziet er thans niet naar uit dat dit zal geschieden - zal dit voor Uw gemeente betekenen dat met in gang van 1966 jaarlijks l/5 deel op de uitkering in mindering wordt gebracht. Ofschoon de onderhavige begroting 1965 van die korting nog niet de weerslag ondervindt, menen wij goed te doen U wellicht ten overvloede op de gevolgen van de in 1966 aanvangende kortingen te wijzen. Boven dien adviseren wij U reeds bij het voor 1965 te voeren financiële beleid zoveel mogelijk rekening te houden met de ingaande 1966 ver slechterende budgettaire situatie. In onze nota van 12 november 1964 inzake investeringen en andere toekomstige uitgaven hebben wij de hoop uitgesproken dat ons in de loop van 1965 iets meer bekend zou zijn omtrent de financierings- en dekkingsmogelijkheden binnen het kader van de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeenten, zodat dan ook uit dien hoofde deze zaken meer realistisch kunnen worden bezien. Zoals uit bijgaande brief van Gedeputeerde Staten blijkt, dienen we voorshands rekening te houden met een korting van 1/5 deel ter garantie-uitkering over 1966, dit is een korting van 14*000, Bij de primitieve begroting werd voor nieuwe werken een bedrag van ƒ.36.000,geraamd. Van dit bedrag is reeds ƒ.15.000,aangewend voor de sanering van de Rucphensestraat (het tweede krediet van 200.000,zodat nog rond ƒ.20.000,beschikbaar is. Wanneer we hierop genoemde ƒ.14.000,— in mindering brengen, resten er nog ƒ.4.000,te verhogen met rond ƒ.10.000,op grond van de verhoging van de uitkering uit het gemeentefonds van 138 tot 149 pun ten. Deze verhoogde uitkering was bestemd ter tegemoetkoming in de salariskosten. Omdat onze personeelsbezetting aan de krappe kant is, houden we hiervan rond ƒ.10.000,— over. Een bedrag van ƒ.16.000,— is echter dermate gering om als uit gangspunt te dienen voor een investeringsprogramma dat wij het ver standiger achten voorlopig af te wachten wat terzake gebeuren gaat om pas daarna met voorstellen inzake nieuwe investeringen te komen. Rucphen, 18 februari 1965. Burgemeester en Wethouders van Rucphen; j burgemeester. secretaris.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1965 | | pagina 9