"Nog altijd vloeien hier samen, twee stromen van menselijkheid; Deemoedig het leven beamen, met wilde ui tbundigheid!We hebben aan de jonge kunstenaar Jansen uit Rotterdam deze opdracht gege ven, en hebben,na enkele ondergeschikte wijzigingen, gezegd: Dit is het,dit moet het worden. U ziet daar de vrouwenfiguur: alles oproepend van kracht en lief de wat opgeroepen moet worden om tot ontwikkeling te komen; de deemoed van het menselijk leven, weerspiegeld in de boer, de een voudige werkman en de arbeider,die in alle vroegte met de pendel bus vertrekt overal heen om het dagelijks brood voor vrouw en kin deren (te verdienen; de moederfiguur in het gezin als centrale figuur, overschaduwd door Maria van Zegge, een historische tradi- tié' van 1000 jaar oud, die in ons goede Brabant nog zo duidelijk erkenning weet te vinden. Een dan de uitbundigheid van onze streek: het prachtige paars van de heide, van de Rucphense heide,waar we zo dikwijls over spreken, in bloei tussen de twee Lieve Vrouwe-dagenhet prachtige geel van de uitbottende en bloeiende brem, dit alles te samen geeft e.en beeld dat ons echt aanspreekt. En dan die uitbundigheid in onze dorpen uitgebeeld door die cou reur niet weg te denken in ons dorpspatroon,hoewel we momenteel erg in de slappe was zitten,- de boogschutter- de harmonie - de duivensport, een belangrijk ontspanningselement in onze samen leving, de duif hoogopwiekend in het hemelruim. We zijn de kunstenaar Jansen erg dankbaar voor dit prachtige suc ces. In het boekje,dat U straks wordt uitgereikt vindt U hiervan een kleurenreproductie. Dat de werkvertrekken een eenvoud en rust ademen is vanzelfspre kend.Het efficiënte en nuttige gebruik van deze ruimten zal ons toch wel aanspreken. Commissaris, U hebt ook grootse plannen met het provinciehuis. Straks zal bij de opening ervan ook feest gevierd worden,waar wij graag allen in willen delen. U zult zich afgevraagd hebben,wat doe deze kleine vlag hier op de tafel met de inscriptie: raadhuis Ruc- phen,16 oktober 1965* Wij zouden graag voor het nieuwe provincie huis de eerste nationale vlag met de eerste vlaggemast aanbieden- nu symbolisch door het overhandigen van deze kleine vlag- als een uiting van onze warme verbondenheid met de provincie. Niet zozeer omdat het zo'n kostbaar geschenk is maar U weet,wij hebben sinds enkele jaren eenn^ÏAgger.-industrie in onze gemeente, en omdat de naam van Vollenhoven zo beroemd in Nederland is geworden, meender wij dat straks een waardige vlag met een v/aardige vlaggemast,ge sierd met het wapen van Rucohen, het eerste geschenk diende te zijn van deze hechte verbondenheid van onze gemeente met de pro vincie. En mag ik thans het woord verlenen aan onze Commissaris. De Commissaris van de Koningin beantwoordde met de volgende rede In aansluiting op de rede van de Burgemeesterdie de welbekende registers van het orgel der welsprekendheid weer wijd heeft open' getrokken, ben ik dubbel blij, deze plechtigheid te mogen bijwo nen ■Laat ik beginnen met het geschenk: uit de tekeningen,die mij dooi de architect van het nieuwe provinciehuis zijn getoond, mag ik de conclusie trekken,dat het geschenk,dat U mij zoeven hebt aan geboden echt niet een eenvoudig geschenk zal zijn,want volgens /deze tekeningen is het nieuwe huis nogal hoog uitgevallen,op pa- ^,he>f iiTminr,te' ala'ik houd u er toch maar aan. Ik ben er dubbelblij mee,omdat de nationale driekleur hier door Uw fabri- heefi gekregen!tl0nale indURtrie hier Z0'A dubbel nationale kleur Voorzitter, toen ik de papieren van Uw nieuwe huis bestudeerde, ie ik toegestuurd heb* gekregen om het mij gemakkelijker te maken is het mij opgevallen,dat U doelbewust hebt gestreefd naar een hu passend in het dorpse karakter van deze omgeving. Zoal* Tin deze papieren ook schrijft hebt U er naar gestreefd te behouden,wat te behouden viel. -5- S°™prc 17192 ii Uw eigen werkkamer,in de meeste raadhuizen niet de geringste der kamers,is dan nog wel,zoals U zelf gezegd hebt, een van de be langrijke relicten van het oude raadhuis. Dat deed me plezier bur gemeester. Ik geloof,dat veel gemeenten veel te gemakkelijk het oude prijs geven en geheel nieuw bouwen. Dat doen wij overigens in de pro vincie ook. Ik geloof,dat de verdienste van dit plan is: in de oude plaats, in het deel van het oude gebouw, een deel van het oude en naar ik hoop ook een groot deel van de oude sfeer weten te behouden. Het gaat er in Brabant om, in de tijd die wij doormaken, een revolutionnaire tijd, een overrompelende snelle ontwikkeling, het gaat er bij het beleid van het bestuur om, om het oude met het nieuwe te verbinden, niet om het oude weg te gooien en alleen het nieuwe te nemen. Het is van het grootste belang voor ons ge west en ook voor een plaats als Rucphen de vaarde van het oude te bewaren en in te bouwen in het nieuwe,het oude met het nieuwe te verbinden. We moeten doen,wat we in het gebed voor vergaderingen zo vaak bidden tot de Geest Gods: Dat Hij het aanschijn van de aarde moge vernieuwen, niet geheel nieuw maken,maar daar staat vernieuwen,renovare Dat betekent inderdaad:het oude bewaren maar het een nieuw ge zicht geven,het nieuw aankleden, het verjongen,het bij de tijd brengen Wij bestuurders, U bestuurders mogen niet de fout maken door al leen maar nieuw te creëren. We moeten'het oude waarderen op zijn juiste waarde. Zo niet dan zouden we eigenlijk onze afkomst ver- lochemen. In het Brabant van vandaag zitten de waarden van onze ouders en grootouders, ze zijn erin gerijpt, overgegeven met liefd^' We moeten deze waarden eerbiedigen en bewaren voor onze kinderen, Het houvast,dat we vandaag kunnen hebben aan onze ouders, onze grootouders en alles,wat zij ons hebben nagelaten, mogen we niet prijs geven, zeker niet nu de stroom zo snel rondom ons heen vloeL' En dan denk ik aan de wezenlijke waarden,die we te behouden hebb Allereerst: de vormgeving van ons land en ons gewest. Laten we de vormgeving, het karakter,de ziel van onze dorpen niet nodeloos verbreken, de schaal van onze dorpen gevoelig eerbiedigen. Onze dorpen liggen daar maar niet zo toevallig.Die liggen daar met de liefde en de bouwkunst van onze voorouders.Laten we ze eerbiedigen Het gaat er niet om af te breken,wat voorbije generaties ons gege ven hebben, het gaat er om onze kinderen een gelukkig huis te ge ven met een ziel, met een sfeer, een straat,waaraan ze gehecht zijn, een dorp,dat ze herkennen als het hunne, zoals ook in dit boekje,ik denk door U burgemeester., is geschreven. We moeten hech ten aan ons dorp, het herkennen als het onze en dat kan alleen maar als de geur van de generaties erin wordt meegegeven en be houden. Zo ook met ons volkskarakter: het zou jammer zijn wanneer we dat gingen verliezen; laten we proberen Brabant Brabants te houden, zoals we blij zijn dat er in Friesland Friezen zijn en in Limburg Limburgers. Laten we blij zijn Brabanders te zijn, ook in ons volkskarakter, ook in onze gebruiken, gebruiken,zovelen nog van vroeger, laten we ze niet lichtvaardig overboord gooien en alles aannemen,wat de televisie ons van eigen land en daarbuiten, presen teert En dan de monumenten. We hebben in Brabant weinig monumenten omdat we zoveel jaren doodarm zijn geweest. Maar wat we hebben aan mo lens-oude landhuizen en enkele kastelen,laten we ze bewaren en cultiveren,laten we er zorg voor hebben en eerbied. Ik weet niet burgemeester of U er in Uw gemeente hebt,maar ik wil het hier nog eens duidelijk in het openbaar zeggen: laten we bewaren,wat we hebben en proberen het aan onze kinderen door te geven,ook al kost het relatief veel geld.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1965 | | pagina 26