en. II. jening en vast- telling notulen, I. Ingekomen tukken. VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD op Dins dag 14....april19 59. des middags 7.00 uur. Tegenwoordig alle leden, N- S. 17189 II De Voorzitter opent de vergadering onder het uitspreken van het ge bruikelijke gebed,waarna de notulen der vergadering^ van 26 februa ri 1959 onveranderd worden vastgesteld. De ingekomen stukken worden allen voor kennisgeving aangenomen.Bij deze stukken was echter een zeer ironisch stuk n.l.de goedkeuring van Ged.Staten voor de aankoop en bouwrijpmaken van een stuk indus trieterrein.Dit stuk was voor de Voorzitter aanleiding om de jongste richtlijnen van de Minister van Economische Zaken ten aanzien van de ind-ustrialisatèè nader te belichten.Wanneer het zo is,dat de oude industrialisatie-kernen,zoals Rucphen,steun blijven krijgen om het aanwezige industrie-terrein "uit te verkopen"dan heb ik,als burge meester van Rucphen,vrede met de nieuwe regeling,aldus de voorzitter. Wij,als direct-belanghebbende,zijn echter noch volkomen onkundig van de nieuwe regeling,hetwelk toch wel "ietwat vreemd" genoemd moet worden.In zijn verder betoog ging de voorzitter enkele jaren terug om te constateren,dat het beleid van het Ministerie van Economische Zaken nog al eens wisselvallig is geweest.In 1951 werd Rucphen als- hog als kerngemeente voor industrievestiging aangwezen omdat de werkloosheid er zo groot was.Later werd de premieregeling weer inge trokken.Na hierover gestelde vragen in de Tweede Kamer werd Rucphen wederom kerngemeente met premieregeling.Toen er vorig jaar sprake was van een nieuwe regeling,dreigde het evaar dat Rucphen wederom de premieregeling zou verliezen.De Minister van Economische Zaken stelde zich op het standpuntdat de premieregeling nog beter zou moeten worden en het aantal kernen meer geconcentreerd.Met deze uitgangspunten is nu de nieuwe regeling tot stand gekomen.Die nieuwe ggeling houdt in:kernen in diverse provinciesmaar niet in Brabant. En daarbij nog kleinere kernen,die op verzoek van de provinciale bestiren in de regeling zijn opgenomen.In Brabant betreft dit een drietal kernen in Oost-Brabant en in West-Brabant alleen Etten. Officieel weten echter de gemeenten van nietsfmaar we zijn in ieder geval blij dat onze naaste buur Etten alsnog is opgenomen. Aan de hand van de handelingen der Tweede Kamer van 18 november 1958 kunnen we nu stellen,dat de Minister toen heeft gezegd,dat het de bedoeling was pas dAn de industrialisatie in de oude kernen stop te zetten,wanne er de bestaande industrieterreinen waren volgebouwd.Aan dit woord houden we de Minister.Wordt dit niet nagekomen,dan zal er nader met de Minister moeten worden gepraat.Want als we ons beleid niet kunnen voltooien,dan staat ons nog zeer veel narigheid te wachten,dan is er over vier of vijf jaar nog een veel grotere werk loosheid.Ik hoop,aldus de Voorzitterdat ik ongelijk krijg en dat ik met schromelijk vergis,maar de feiten geven daarop weinig kans. Op deze feiten ging de Voorzitter nog uitvoerig in,en hierna stelde hij deze zaak in discussie. Het lid van Dorst stelde de vraag of het niet dringend noodzakelijk was samen met anderen tot een actie te komen om de Minister er van te overtuigen,dat het nu voorgestelde beleid te kort schiet voor ons gewest.Met deze anderen bedoelde hij de diverse organisaties.Be Voor zitter antwoordde spijtig,dat die organisaties en met name de dioce sane K.A.B.over dit alles een volkomen stilzwijgen bewaren.Terwijl het toch gaat om een zaak,die deze organisaties meer raakt,dan wie ook,blijft het stil in West-Brabant en dit is zeer te betreuren.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1959 | | pagina 3