-9-
De heer VAN BEIJSTERVELDT stelt dat het gaat om een krediet van 6 miljoen. Hij
vraagt of het dan irreëel is om het definitieve plan nog in de raad te krijgen.
De VOORZITTER meent dat het uiteindelijk nog gaat over 2 miljoen en dat het hier niet
om een aanvulling gaat, maar dat dit al geregeld is in de procedure.
De heer MARTENS bedankt de heer Van de Rijzen voor de mogelijkheid om in de
commissie zitting te nemen.
De VOORZITTER zegt dat in het raadsvoorstel nu geacht wordt te zijn opgenomen dat de
heer Martens in de begeleidingscommissie zit.
Uit stemming bij handopsteken blijkt dat het CDA-amendement wordt verworpen met 3
tegen 8 stemmen. Vóór stemden de heren Martens, Jacobs en Van Beijsterveldt. Zonder
hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
6. Voorstel tot het vaststellen van de rekening 1995 van de Algemene Dienst van de
gemeente Riisbergen
(Bijlage 79)
De heer JACOBS (WNB) vraagt hoe de post nabetaling aan de PNEM 1994 zo lang
onopgemerkt kon blijven. Voorts vraagt hij hoe de betaling voor de gasopbrengsten van
1995 tot stand is gekomen. Hij is er voorstander van om voor de declaratie van het AZC
voor de tweede helft van 1993 een deurwaarder in te schakelen. Ook is hij er voorstander
van om de post dubieuze debiteuren in één keer af te boeken.
De heer MARTENS vraagt aandacht voor de niet uitgevoerde projecten. Hij denkt aan
enkele wegen die in 1995 groot onderhoud nodig hadden. Hij vraagt of er iemand gediend
is met het uitstellen van de aanleg van een bergbezinkbassin. Hij oordeelt positief over het
feit dat enkele eenmalige posten in de rekening van 1995 zijn opgenomen, zodat die niet
ten laste komen van 1996. Hij is ook gelukkig dat een post van 100.000 van het
overschot niet rechtstreeks naar een financieel tekort in de realisering van het sportpark
gaat. Hij neemt aan dat daar eerst een onderbouwing voor komt.
De heer PALS vindt het uitstellen van wegenonderhoud voor de weggebruikers heel
slecht. Hij is dan ook van mening dat de geplande investeringen zo snel mogelijk
uitgevoerd dienen te worden. Hij wacht af hoe het ouderenbeleid zich verder zal
ontwikkelen. Hij steunt de positieve benadering hiervan. Hij wil geen geld sparen ten
koste van uitgestelde investeringen. Hij refereert aan de stijging van de belastingdruk met
25%. Gezien deze stijging van 25% per woning aan belastingdruk, heeft hij voorlopig
geen behoefte aan een verhoging van de onroerend-zaakbelasting.
De heer VAN DE SANDE ziet in het accountantsrapport een waardering voor het
ambtelijk apparaat. Hij spreekt daarvoor ook zijn waardering uit. Ook heeft hij waardering
voor de opgebouwde financiële positie. Voorts is hij tevreden over de risicoparagraaf. Hij
constateert verder een verbetering in de informatievoorziening. Hij hoopt op goed overleg
t
I
1