I
-6-
Mevrouw HAAST-DECKERS zegt dat het jammer genoeg vaker voorkomt dat stukken
over het Werkvoorzieningsschap te laat binnenkomen om erop te kunnen reageren.
De heer VAN DE SANDE is ertegen dat werk zonder meer aan het Werkvoorzienings
schap wordt gegund. Hij vindt dat er telkens een afweging plaats moet vinden.
Wethouder VAN DEN BEMD zegt dat de stukken waar mogelijk op de normale manier
bij de commissie behandeld worden. Soms wordt schriftelijk advies gevraagd, als het niet
anders kan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
10. Voorstel om doorgeleiding en ondersteuning motie gemeente Made en Drimmelen
betreffende de handhaving van de doelstelling sociale werkvoorziening
(Bijlage nr. 10)
De heer VAN BEIJSTERVELDT benadrukt nog eens de oorspronkelijke doelstellingen
van het Werkvoorzieningsschap. Hij constateert dat het Werkvoorzieningsschap
professioneler gaat werken. Hij zou het betreuren als door het stijgen van de tarieven,
hetgeen daarvan het gevolg is, juist de meest kwetsbare mensen niet geholpen kunnen
worden. Hij is van mening dat de gemeente zich daar iets van aan moet trekken, desnoods
ook financieel. Hij pleit voor het goed volgen van de organisatie Werkvoorzieningsschap,
zodat ook juist die mensen geholpen worden die dat het hardst nodig hebben. Hij is blij
dat de motie van Made en Drimmelen nu aan de orde is en wil die van harte ondersteunen
en ook in de commissie aan de orde stellen.
De heer JACOBS (WNB) steunt de motie van de gemeente Made en Drimmelen. Hij acht
het een goede zaak als de groep werknemers waarvoor het Werkvoorzieningsschap
bedoeld is, aan enige arbeidsvreugde geholpen kunnen worden.
De heer VAN DE SANDE ondersteunt de motie ook van harte. Hij heeft soms de indruk
dat het Werkvoorzieningsschap activiteiten ontwikkelt die niet bij de primaire doelstellin
gen horen. Hij hoopt op een levendige discussie in het algemeen bestuur.
Wethouder VAN DEN BEMD is blij met de ondersteuning en zal binnen het algemeen
bestuur van het Werkvoorzieningsschap ervoor pleiten dat naar de geest van deze motie
gehandeld zal worden. Wel constateert hij dat het reëel is, dat organisaties worden
aangepast aan de eisen van de tijd. Soms worden die daardoor toch iets zwaarder dan bij
de oprichting was voorzien.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
4