-7- worden aangepast. Hij is blij met het voorstel voor een coördinator sociale vernieuwing, ook voor het jeugd- en jongerenwerk, het ouderenwerk en de werkgelegenheid. Tot slot vraagt hij aandacht voor de hondenoverlast, met name op de trottoirs. De heer MARTENS wijst ook op de noodzaak tot afstemming met Zundert. Hij wil het creëren van een steunpunt voor zorg en voor dagverzorging voor ouderen van Rijsbergen bij het dienstencentrum Rijserf alsnog opgenomen zien. Dat geldt eveneens voor de afwikkeling van lokale kinderopvang. Hij vraagt naar de argumenten waarop het bedrag voor werkzaamheden voor het in procedure zijnde landinrichtingsplan is teruggebracht van 1,3 miljoen naar f 600.000,-. Hij mist de uitwerking van de financiële gevolgen van het besluit over de ROS bij de post Welzijn. De heer VAN DE SANDE is voorstander van het nu nog behandelen van een eigen kadernota. Centraal daarin staat volgens hem de beleidsopdracht en de kaders daarvan. Ook hij is tegenstander van de verhoging van de OZB en de afvalstoffenheffing. Voor de rioleringsheffing wil hij kijken of die niet verlaagd kan worden. De agrarische hoofdstruc tuur heeft voor hem hoge prioriteit bij het bestemmingsplan. Hij wil daar ook financiële ruimte voor reserveren. Voor de dagrecreatie in de groene hoofdstructuur wil hij proberen bij de provincie compensatie te krijgen voor financiële vergoedingen voor boeren die winstderving hebben. Hij wil de subsidiëring van de verenigingen voortzetten. Hij vraagt aandacht voor de inrichting van het dienstencentrum voor ouderen en een goede dagbehandeling, dit in goed overleg met de instanties van het Rijserf. Hij wil ook prioriteit voor de alarmering, nog voor de herindeling. Hij vraagt een toelichting over de investering voor de drie woonwagenlocaties. Hij dringt aan op goed overleg met Zundert. Hij pleit voor een dependance van het gemeentehuis voor minimaal sociale zaken en burgerzaken. Wethouder VAN DEN BEMD stelt dat de bestaande alarmering in Zundert en Rijsbergen momenteel technisch aan vervanging toe is. Ten aanzien van de alarmering in Rijserf, en met name de bediening daarvan, hoopt hij in goed overleg tot een aanvaardbare oplossing te komen. Over de dagverzorging van Rijserf stelt hij, dat dat in de eerste plaats een financiële verantwoordelijkheid van de provincie is. Hij is wel bereid bij een eventueel klein financieel gat, steun te verlenen. Hij hoopt voor wat betreft de dagverzorging, en met name de keuken, binnen niet al te lange tijd de zaak inpandig op orde te kunnen brengen, zodat het ergste leed in ieder geval geleden is voor de mensen die van de dagverzorging gebruik maken. Over kinderopvang stelt hij, dat de gemeente eigenlijk alleen een adviserende taak heeft. Hij stelt dat het college alle moeite doet om het particulier initiatief ertoe te brengen met een oplossing te komen. Hij wijst op de bijdrage die het voormalige schooltje dat in beeld is wellicht kan leveren. Hij ondersteunt de suggestie om alleen de echte minima hierbij eventueel nog te ondersteunen. Het bedrag voor de ROS zal onder het hoofdstuk Welzijn worden gebracht. Hij is blij met de inge bruikname van het nieuwe trapveldje. Tot slot hoopt hij dat de provincie met andere zaken evenveel haast zal maken als bij de woonwagenproblematiek. De VOORZITTER stelt dat waar gesproken is over reserve calamiteitencentrum, dat reserve rampenbestrijding moet zijn. Er is volgens hem geen relatie meer tussen rampenbestrijding en calamiteitencentrum. De reserve rampenbestrijding zal daarom naar een andere post worden overgebracht. De vraag over de landinrichting zou hij schriftelijk

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1996 | | pagina 61