-3-
3. Voorstel tot het instemmen met de 2e wijziging van de begroting 1996 van het
Streekarchief Nassau-Brabant
(Bijlage 64)
Mevrouw HAAST-DECKERS zegt, dat het haar tot haar genoegen is opgevallen dat er nu
ook een keer sprake is van een financieel voordeel door de deelname van Etten-Leur.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
4. Voorstel tot het niet-ontvankelijk verklaren van een tweetal bezwaarschriften
gericht tegen het voorbereidingsbesluit Sintelweg 96
(Bijlage 65)
De heer JACOBS (CDA) vraagt om straks bij de procedure voor het bestemmingsplan
terdege rekening te houden met de belangen van de bezwaarmakers.
De VOORZITTER zegt toe de mogelijkheden hiertoe te zullen nagaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
5. Voorstel inzake het verzoek om planschade ex artikel 49 WRO in verband met de
verleende bouwvergunning op het terrein van de stichting De Krabbebossen
(Bijlage 66)
De heer MARTENS wijst op het gemis van een interne gemeentelijke procedure om dit
soort zaken af te handelen. Dat gemis wordt volgens hem nu erg gevoeld. Er zijn door de
gemeente weliswaar fouten gemaakt, maar dat wil volgens hem nog niet zeggen dat nu de
bezwaren van de heer Van Dongen gehonoreerd moeten worden. Hij vindt het argument
van de heer Van Dongen over de toename van het autoverkeer niet zo relevant, daar die
auto's voor het grootste deel niet langs het huis van de heer Van Dongen komen. Ook de
geluidoverlast valt zijns inziens mee, vanwege de geluidwerende elementen die aanwezig
zijn. De vraag of er onevenredige schade is toegebracht, is volgens hem niet beantwoord.
Dat is wel een eis voor artikel 49. Hij vraagt waarom dit ten laste komt van bestemmings
plannen en niet van de algemene reserve, wat zijn voorkeur heeft.
De heer VAN DE SANDE is het eens met het gestelde over de planschadeverordening,
maar wil die samen met Zundert opstellen. Hij is gelukkig met het voorstel tot afkoop en
met het bedrag. Hij is wel voor het onderbrengen van deze post binnen de bestemmings
plannen.
De heer VAN DE RIJZEN wil hierover snel actie. Hij kan zich vinden in het voorstel
over de financiële afwikkeling.
De VOORZITTER zegt dat een planschadeverordening geen invloed heeft op de hoogte
van het bedrag. Hij wil geen nieuw oordeel geven over de hoogte van het bedrag. Daar is
door goede deskundigen naar gekeken. Hij stelt dat de post, waaruit dit wordt gefinan-