■I
-23-
De VOORZITTER stelt dat de opmerkingen over de commissiebehandeling terecht zijn.
Hij wil dat toch graag toelichten. Hij stelt dat het hier gaat om de beveiliging op de
openbare weg. Hij legt een relatie tussen zware criminaliteit en het vrij open karakter van
het gebied. Die relatie is uit ervaringen gebleken. Hem is geadviseerd maatregelen te
nemen ten aanzien van de beveiliging. Gemeente, politie en bedrijven zullen daarbij
gezamenlijk optreden. Hij spreekt van een bestuurlijke verantwoordelijkheid voor
preventie ten aanzien van mogelijke verkeersbewegingen. Hij licht toe dat het gaat om een
systeem van rolpoorten met camerabeveiliging van 24 uur per dag. Dus ook 24 uur per
dag controle. Er is daarbij ook sprake van een gemeentelijk belang. Ook de bedrijvenve
reniging zelf heeft actie ondernomen ten aanzien van de beveiliging. Op advies van de
politie is naar de mogelijkheden gekeken, en dat is snel gegaan. Een relatie met de
vennootschap komt ook hem logisch voor. De gedachte over de renteloze lening is
voortgekomen uit het besef dat de gemeente hier ook een belang heeft. De vraag is wat je
dat waard is. De opmerkingen over de BTW acht hij terecht. Hij licht toe dat er nog over
een zo gunstig mogelijke constructie gedacht wordt. Hij stelt dat de snelheid van handelen
te maken heeft met de urgentie en het belang voor de openbare orde. Van daaruit doet hij
een beroep op de raad om steun voor het voorstel.
De heer PALS had gehoopt dat er alsnog een commissiebehandeling zou volgen. Hij heeft
al bij al nog veel te veel vragen om hiermee akkoord te kunnen gaan. Vragen over de
terugbetaling, de BTW. de renteloze lening en de vereniging. Ook over de openbare orde
en de gekozen technische oplossingen wil hij nog vragen kunnen stellen, ook in relatie
met andere plaatsen, waar dat ook voor geldt.
De heer MARTENS heeft ook nog grote moeite met het voorstel.
Mevrouw HAAST-DECKERS blijft erbij dat de zaak eerst in de commissie dient te
worden behandeld.
De heer VAN DE SANDE is ook voorstander van eerst een behandeling in de commissie.
Hij constateert zoveel facetten die nog een andere bespreking behoeven, dat hij voorstelt
het onderwerp nu van de agenda af te voeren.
De VOORZITTER geeft de logica van commissiebehandeling graag toe. Toch doet hij
een klemmend beroep op de raad. Het gaat hier om een relatie met de vereniging en niet
met individuele bedrijven. Na jaren is dit eindelijk gelukt en hij wil met klem vragen om
dat door te laten gaan. Hij wijst ook op de bestuurlijke preventietaak voor de gemeente
van de openbare weg. Voorts wijst hij erop dat een groot gedeelte van de investering ten
laste komt van de ondernemers. Hij ziet geen belemmering in het kader van de privacy.
Tot slot legt hij een relatie met de herindeling.
De heer VAN DE SANDE vraagt om een korte schorsing.
Na de schorsing blijkt uit stemming bij handopsteken dat het voorstel is verworpen.