-13- overwegende: het feit dat het goed is de discussie over de ROS en over het calamiteitencentrum te splitsen in twee aparte punten, daar ze eigenlijk amper relatie met elkaar hebben; ten aanzien van de ROS dat de ondertekenaars van mening zijn dat alle verenigin gen die nu op deze locatie actief zijn, een nieuw onderkomen moeten kunnen vinden in de nieuwe Koutershof; het uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek aangeeft dat met een beperkt aantal technische voorzieningen de ROS een goede plaats kan vinden in een van de universele ruimten van de nieuwe Koutershof, een locatie kort bij het kopstation van de centrale antenne-inrichting; ten aanzien van het calamiteitencentrum dat de ondertekenaars van mening zijn dat er financiële ruimte aanwezig is in de reserve rampenbestrijding voor technische voorzieningen ten aanzien van voorkoming en bestrijding van eventuele rampen, stellen voor: 1. het raadsvoorstel aan te vullen met de voorgaande overwegingen; het besluit aldus te wijzigen; 2. In te stemmen met het eindrapport van de stuurgroep; 5. Taakstellend een krediet van 3,5 miljoen gulden beschikbaar te stellen voor het project; Ten aanzien van de ROS rekening te houden met een kleine ruimte voor technische voorzieningen zoals verwoord in het haalbaarheidsonderzoek; 12. Een krediet te voteren van 80.000,- voor het realiseren van een lokaal calamiteitencentrum; Dit bedrag te dekken uit de post reserve rampenbestrijding. Het voorstel is voldoende ondertekend en maakt derhalve deel uit van de beraadslagingen. Mevrouw HAAST-DECKERS vraagt in de eerste plaats wie er nu deel uitmaken van de werkgroep. Ook zij is niet tevreden over de manier waarop de discussie de laatste weken gevoerd is. Ook zij verklaart niet van plan te zijn de activiteiten van de ROS te beëindigen. Zij wijst erop reeds een tijd geleden te hebben aangedrongen op een beleidsplan voor de ROS. In oktober 1995 heeft zij een verzoek ingediend bij het college om helderheid te verschaffen. Ook heeft zij in diezelfde vergadering een motie ingediend om de bestemming van de ROS nader te bekijken en met het verzoek of er een plan van aanpak kon komen. Zij constateert dat daar nimmer meer over gesproken is. Ook zij dringt aan op een nader gesprek met partijen die een rol spelen. Ze vindt dat de gemeente daarbij ook partij is. Die is per slot aansprakelijk voor het exploitatietekort. Ze pleit voor goede afspraken, die vooraf gemaakt moeten worden. Ze betwijfelt of er wel meer eigenaren moeten komen voor de Koutershof, met allemaal een eigen uitgang. De heer VAN DE RIJZEN komt terug op de commissiebehandeling. Ten onrechte is volgens hem gesteld dat alle commissieleden waren uitgenodigd. Hij is ook niet akkoord met het late tijdstip waarop het verslag beschikbaar kwam. Hij vindt dat het verloop van de discussie oneigenlijk is geweest en niet democratisch.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1996 | | pagina 37